ECLI:NL:RBUTR:2007:BA7460

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
19 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
231853 / KG ZA 07-552
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gunning van aanbesteding voor het Elektronisch Kind Dossier en de Alcateltermijn

In deze zaak heeft Stichting EKD een aanbesteding gehouden voor het bouwen en beheren van het Elektronisch Kind Dossier (EKD) voor de jeugdgezondheidszorg. Ordina heeft binnen de Alcateltermijn een kort geding aangespannen tegen de gunningsbeslissing. De mondelinge behandeling vond plaats op 1 juni 2007. Ness, die ook had ingeschreven, stelde dat de Alcateltermijn voor haar pas op 1 juni 2007 was gaan lopen, omdat zij nieuwe informatie had gehoord tijdens de behandeling. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de Alcateltermijn voor alle inschrijvers gelijk is en dat deze termijn inmiddels was verlopen. Ness had zich nog kunnen voegen in het kort geding tussen Ordina en Stichting EKD, maar dit had zij nagelaten. Hierdoor werd Ness niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.

De voorzieningenrechter heeft in het vonnis van 19 juni 2007 bepaald dat Ordina zich mag voegen aan de zijde van Stichting EKD in de hoofdzaak. De proceskosten werden aan de zijde van Stichting EKD en Ordina begroot op EUR 1.067,-- per partij. Het vonnis benadrukt het belang van de Alcateltermijn en de noodzaak voor inschrijvers om tijdig op gunningsbeslissingen te reageren. De uitspraak is van belang voor de interpretatie van aanbestedingsregels en de rechten van inschrijvers in aanbestedingsprocedures.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 231853 / KG ZA 07-552
Vonnis in kort geding van 19 juni 2007
in de hoofdzaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NESS BENELUX B.V.,
gevestigd te Naarden,
kantoorhoudende te Baarn,
eiseres,
procureur mr. P.J. Soede,
advocaten mr. R.S. Jelsma en mr. C.B. de Jong, beiden te Amsterdam,
tegen
de stichting
STICHTING EKD.NL,
voorheen genaamd
STICHTING ELEKTRONISCH KINDDOSSIER VOOR DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG IN NEDERLAND,
gevestigd te Woerden,
gedaagde,
procureur mr. L.J. Böhmer,
advocaat mr. A.C.M. Fischer-Braams te Rijswijk.
alsmede in het incident tot voeging van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ORDINA SYSTEMS INTEGRATION & DEVELOPMENT B.V.,
statutair gevestigd te ‘s-Gravenhage, `
kantoorhoudende te Nieuwegein,
eiseres tot voeging aan de zijde van gedaagde in de hoofdzaak,
procureur mr. L.J. Böhmer,
advocaat mr. G.Verberne te Amsterdam,
tegen
DE GENOEMDE PARTIJEN IN DE HOOFDZAAK.
Partijen zullen hierna Ness, Stichting EKD en Ordina genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot voeging
- de mondelinge behandeling
- pleitnota en producties van Ness
- pleitnota en producties van Stichting EKD
- pleitnota en producties van Ordina.
1.2. Ten slotte is in het incident tot voeging en in de hoofdzaak vonnis bepaald.
2. De feiten
In het incident en in de hoofdzaak
2.1. Ness heeft tezamen met andere ondernemingen ingeschreven op een niet-openbare Europese aanbesteding die Stichting EKD had uitgeschreven. De te gunnen opdracht betreft het inrichten, beheren, onderhouden en technisch exploiteren van een computersysteem genaamd Elektronisch Kind Dossier (EKD). In dit systeem wordt vanaf 2008 voor elk kind dat in Nederland wordt geboren, een elektronisch dossier aangelegd waarin informatie over het kind en zijn situatie worden opgenomen. Het systeem heeft tot doel de informatievoorziening en de informatieoverdracht binnen de jeugdgezondheidszorg te optimaliseren.
2.2. Tot de andere inschrijvers behoren onder meer Ordina en Getronics PinkRoccade, hierna te noemen: Getronics.
2.3. Bij schrijven van 17 april 2007 heeft Stichting EKD aan Ness en aan Ordina onder meer meegedeeld dat de opdracht aan Getronics werd gegund onder de opschortende voorwaarde dat binnen een termijn van vijftien dagen geen van de afgewezen inschrijvers in een kort geding tegen die voorgenomen gunning zou opkomen.
2.4. Ordina is binnen de gestelde termijn tegen de gunningsbeslissing van Stichting EKD opgekomen in een kort geding, bekend onder nummer 230039/KG ZA 07-430, voor de voorzieningenrechter in deze rechtbank. De behandeling van dit kort geding heeft op 1 juni 2007 plaatsgevonden. Bij deze behandeling zijn vertegenwoordigers van Ness als toehoorders aanwezig geweest.
2.5. Het vonnis in het onder 2.4 genoemde kort geding was aanvankelijk bepaald op 19 juni 2007, doch is bij vervroeging gewezen op 13 juni 2007. In dit vonnis is aan Stichting EKD verboden de opdracht aan Getronics te gunnen en is voorts, indien Stichting EKD nog tot gunning wil overgaan, aan haar bevolen de opdracht aan Ordina te gunnen.
3. De vordering en de beoordeling in het incident tot voeging
3.1. Ordina heeft gevorderd dat zij zich in de hoofdzaak mag voegen aan de zijde van Stichting EKD.
3.2. Ordina heeft aannemelijk gemaakt dat zij belang heeft bij de gevorderde voeging.
3.3. De partijen in de hoofdzaak hebben desgevraagd geen bezwaar gemaakt tegen de toelating van Ordina als gevoegde partij.
3.4. Ordina zal derhalve in de hoofdzaak worden toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van Stichting EKD.
3.5. De proceskosten in dit incident zullen op de hierna te bepalen wijze tussen alle partijen worden gecompenseerd.
4. Het geschil in de hoofdzaak
4.1. Ingevolge de onder 3.4 vermelde beslissing in het incident is Ordina toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van Stichting EKD.
4.2. Ness vordert samengevat - het volgende:
a) Primair moet aan Stichting EKD worden verboden de opdracht te gunnen aan een ander dan Ness en moet aan Stichting EKD worden bevolen de gunning aan wie dan ook op te schorten tot na dit vonnis;
b) Subsidiair moet aan Stichting EKD, voor zover zij de opdracht al heeft gegund aan een andere partij dan Ness, worden bevolen om binnen een bepaalde termijn de overeenkomst met die andere partij op te zeggen en moet aan Stichting EKD worden verboden de opdracht te gunnen aan anderen dan Ness;
c) Meer subsidiair moet aan Stichting EKD worden bevolen een herberekening te maken van haar beoordeling met inachtneming van dit vonnis en van de beginselen van het aanbestedingsrecht;
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.
4.3. Stichting EKD voert verweer.
4.4. Ordina ondersteunt het verweer van Stichting EKD. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling van het geschil in de hoofdzaak
5.1. Stichting EKD en Ordina voeren als meest vérstrekkend verweer aan dat Ness niet-ontvankelijk is in haar vordering, omdat Ness volgens hen de gestelde termijn om tegen de gunningsbeslissing van Stichting EKD op te komen, ongebruikt voorbij heeft laten gaan en zij ook de mogelijkheid tot voeging of tussenkomst in het kort geding tussen Ordina en Stichting EKD onbenut heeft gelaten, aldus Stichting EKD en Ordina.
5.2. Dit verweer treft doel. Daarvoor is het volgende van belang.
5.3. Voorop gesteld moet worden dat aan de zogeheten Alcateltermijn van artikel 55, lid 2, Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) een afweging van de belangen van de inschrijvers en die van de aanbestedende dienst ten grondslag ligt. Die termijn legt, enerzijds, de aanbestedingsprocedure tijdelijk stil om aan de afgewezen inschrijvers gelegenheid te geven tegen een mogelijk onjuiste gunningsbeslissing van de aanbestedende dienst op te komen. Anderzijds is die termijn kort om tegemoet te komen aan het belang van de aanbestedende dienst bij het spoedig verkrijgen van zekerheid over de voortgang van de procedure. De termijn gaat volgens het genoemde artikellid lopen zodra de aanbestedende dienst de mededeling betreffende de voorgenomen gunning heeft verzonden.
5.4. In dit geval heeft Stichting EKD haar voornemen tot gunning in de onder 2.3 genoemde brief van 17 april 2007 aan de inschrijvers meegedeeld, zodat op die dag of uiterlijk op 18 april 2007 de Alcateltermijn voor alle inschrijvers, dus ook voor Ness, is ingegaan. De termijn eindigt derhalve op 2 mei 2007, daargelaten bijzondere omstandigheden, aangezien de Alcateltermijn geen absolute vervaltermijn is.
5.5. Ness stelt nu dat de Alcateltermijn voor haar pas op 1 juni 2007 is gaan lopen omdat zij toen bepaalde informatie verkreeg waarover zij niet eerder beschikte.
5.6. Deze stelling van Ness kan niet worden aanvaard. De aanvang van de Alcateltermijn is voor alle inschrijvers gelijk en hangt uitsluitend af van de datum waarop de aanbestedende dienst de mededeling betreffende de voorgenomen gunning verzendt. Voor zover de stelling van Ness inhoudt dat zij bij gebreke van voldoende informatie niet eerder tegen de gunningsbeslissing van Stichting EKD heeft kunnen opkomen, heeft zij dit niet of onvoldoende aannemelijk gemaakt. Ook indien Ness pas na afloop van de Alcateltermijn zou hebben vernomen dat Ordina een kort geding tegen de gunningsbeslissing van Stichting EKD aanhangig had gemaakt - hetgeen door Stichting EKD en Ordina gemotiveerd is betwist en daartegenover door Ness niet nader is onderbouwd - dan bestond voor Ness nog de mogelijkheid om zich in dat kort geding te voegen of daarin tussen te komen. Gesteld noch gebleken is waarom Ness van die mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt. Voor zover Ness heeft bedoeld te stellen dat de onbekendheid met de inhoud van de dagvaarding van Ordina daaraan in de weg stond, kan deze stelling niet worden aanvaard. Evident is immers dat een beslissing in dat kort geding tussen Ordina en Stichting EKD, gelet op de vergelijkingssystematiek in de onderhavige aanbesteding, gevolgen kon meebrengen zowel voor Stichting EKD als voor Ness, zodat reeds daarin een belang van Ness bij voeging of tussenkomst lag. Voor zover zij in dat geval ondanks voldoende pogingen vooraf geen informatie over het standpunt van Ordina had kunnen krijgen en zij daardoor gehinderd was in het bepalen van haar eigen standpunt - hetgeen door Stichting EKD en Ordina met feiten onderbouwd is betwist - had zij dit aan de rechter ter beoordeling kunnen voorleggen. Op Ness rustte bovendien de plicht om rekening te houden met het gerechtvaardigde belang van Stichting EKD als aanbestedende dienst om in één procedure de gerezen bezwaren tegen haar gunningsbeslissing tezamen en in onderlinge samenhang beoordeeld te krijgen.
5.7. De vordering van Ness zal derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.
5.8. Ness zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Stichting EKD worden begroot op:
- vast recht EUR 251,--
- salaris procureur -- 816,--
Totaal EUR 1.067,--
De kosten aan de zijde van Ordina worden begroot op:
- vast recht EUR 251,--
- salaris procureur -- 816,--
Totaal EUR 1.067,--
6. De beslissing
De voorzieningenrechter
in het incident tot voeging:
6.1. staat Ordina toe zich als partij in de hoofdzaak te voegen aan de zijde van Stichting EKD;
6.2. compenseert de kosten van dit incident tussen partijen aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak:
6.3. verklaart Ness niet-ontvankelijk in haar vordering;
6.4. veroordeelt Ness in de proceskosten, aan de zijde van Stichting EKD tot op heden begroot op EUR 1.067,-- en aan de zijde van Ordina eveneens begroot op EUR 1.067,--;
6.5. verklaart dit vonnis wat de kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe en is in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2007.?
w.g. griffier w.g. rechter