ECLI:NL:RBUTR:2007:BA7385
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontkenning van vaderschap na overlijden van de juridische vader door erfgenamen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 17 januari 2007, gaat het om de ontkenning van het vaderschap na het overlijden van de juridische vader door zijn erfgenamen. De verzoekers, drie kinderen van de overleden man, hebben verzocht om het vaderschap van hun vader ten aanzien van hun minderjarige zus, [het kind], te ontkennen. De vrouw, de moeder van [het kind], heeft erkend dat de man niet de biologische vader is, maar stelt dat hij nooit stappen heeft ondernomen om dit juridisch te ontkennen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man, ondanks zijn wetenschap dat hij niet de biologische vader was, zich als zodanig heeft gedragen en zorg heeft gedragen voor [het kind]. De rechtbank overweegt dat de man aanwezig was bij de bevalling, aangifte heeft gedaan van de geboorte en samen met de vrouw de naam van [het kind] heeft gekozen. De rechtbank heeft ook gekeken naar het testament van de man, waarin hij ontkent de vader te zijn, maar concludeert dat dit niet betekent dat hij zijn juridische status als vader wilde opgeven. De bijzondere curator heeft geadviseerd het verzoek tot ontkenning van het vaderschap af te wijzen, omdat het belang van [het kind] bij het behoud van een juridische vader groter is dan het belang van de verzoekers. De rechtbank komt tot de conclusie dat de verzoekers geen recht hebben op ontkenning van het vaderschap, omdat de man zijn recht om dit te verzoeken had verwerkt door zijn gedrag. De rechtbank wijst het verzoek tot ontkenning van het vaderschap af.