ECLI:NL:RBUTR:2007:BA6300
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verbetering van beschikking inzake verdeling huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 30 mei 2007 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot verbetering van een eerdere beschikking van 18 april 2007. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A. Steutel, verzocht de rechtbank om verbetering van de beschikking, omdat hij meende dat er een kennelijke vergissing was gemaakt. De rechtbank oordeelde echter dat de man niet had voldaan aan zijn stelplicht, aangezien hij in zijn verzoekschrift de waarde van de woning niet had vermeld. Dit was cruciaal voor de beoordeling van de omvang van het boedelsaldo, dat zowel positief als negatief kon zijn. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de verzoeker is om alle benodigde gegevens te verstrekken voor een juiste beoordeling.
De rechtbank concludeerde dat het ontbreken van de waarde van de woning en andere noodzakelijke gegevens, zoals de waarde van de levensverzekering en de inboedel, niet kon worden beschouwd als een kennelijke rekenfout of schrijffout die voor herstel in aanmerking kwam. Artikel 31 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering werd hierbij ingeroepen. De rechtbank wees het verzoek om verbetering dan ook af, en bevestigde dat het verzoek tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap onvoldoende bepaald was, omdat essentiële informatie ontbrak.
De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. Z.J. Oosting, (kinder)rechter, in aanwezigheid van mr. N.I. Ganzevoort, griffier. De zaak betreft de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, waarbij de man had verzocht om vaststelling van de verdeling, maar de rechtbank oordeelde dat dit verzoek niet voldoende was onderbouwd.