ECLI:NL:RBUTR:2007:BA2881
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.F. Bueno
- I. Bruna
- A. Muller
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van seksuele handelingen met betwiste instemming
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 6 april 2007, stond de verdachte terecht op beschuldiging van het plegen van seksuele handelingen tegen de wil van de aangeefster op 16 juli 2006. De aangeefster stelde dat de handelingen tegen haar wil waren, terwijl de verdachte volhield dat er geen sprake was van dwang en dat de handelingen met wederzijdse instemming hadden plaatsgevonden. Tijdens de zitting op 26 maart 2007 zijn zowel de aangeefster als de verdachte gehoord, maar de rechtbank kon niet vaststellen wie van beiden de waarheid sprak. Er waren aanknopingspunten in het dossier die zowel de verklaringen van de aangeefster als die van de verdachte ondersteunden, maar geen van deze aanknopingspunten was overtuigend genoeg om de rechtbank te doen twijfelen aan de onschuld van de verdachte.
De rechtbank oordeelde dat er niet wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. Gezien de feiten en omstandigheden, en het gebrek aan overtuigend bewijs, sprak de rechtbank de verdachte vrij. Dit vonnis werd uitgesproken door de rechters E.F. Bueno, I. Bruna en A. Muller, met mr. K.D.M. Buitenweg als griffier. Mr. I. Bruna was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.