ECLI:NL:RBUTR:2007:BA0554
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gezamenlijk gezag van een ouder met een ander na overlijden van de andere ouder
In deze zaak hebben verzoekers, de tante en de vader van de minderjarige, een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Utrecht. Het verzoek betreft de gezamenlijke uitoefening van het gezag over de minderjarige, geboren op 24 december 2002. De moeder van het kind is op 25 september 2004 overleden, en de vader was sindsdien belast met het gezag. De tante, die de zuster van de overleden moeder is, heeft een nauwe band met de minderjarige en zorgt regelmatig voor haar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tante en de minderjarige een nauwe persoonlijke betrekking hebben, zoals bedoeld in artikel 1:253t BW.
De rechtbank heeft in haar beoordeling overwogen dat de situatie van de overleden moeder gelijk te stellen is met het geval waarin het kind geen andere ouder heeft. Hierdoor zijn de extra voorwaarden van artikel 1:253t lid 2 BW niet van toepassing. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen belangen van de minderjarige zijn die zich verzetten tegen het verzoek. Op 1 maart 2007 heeft de rechtbank besloten dat de tante en de vader gezamenlijk belast worden met het gezag over de minderjarige. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en is openbaar uitgesproken door de kinderrechter, mr. E.A.A. van Kalveen, in aanwezigheid van de griffier, mr. C. Knoops.