ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ3112
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens koersschade na niet tijdige betaling in huurkoopovereenkomst
In deze zaak vorderde de naamloze vennootschap [eiseres], gevestigd te Curaçao, schadevergoeding van [gedaagde], wonende te Vorselaar, België, wegens koersschade die zij had geleden als gevolg van een niet tijdige betaling door [gedaagde] in het kader van een huurkoopovereenkomst. De overeenkomst was op 27 september 1996 gesloten en verplichtte [gedaagde] om maandelijks een bedrag in Arubaanse guldens te betalen. [Eiseres] stelde dat de betaling, die pas op 12 oktober 2005 plaatsvond, resulteerde in een verlies van EUR 107.593,02 door de waardedaling van de Arubaanse gulden ten opzichte van de euro. Daarnaast vorderde [eiseres] een bedrag van EUR 3.404,30 aan parkkosten over een bepaalde periode.
De rechtbank oordeelde dat de vordering van [eiseres] tot schadevergoeding wegens koersschade niet kon worden toegewezen. De rechtbank stelde vast dat de verbintenis tussen partijen in overwegende mate binnen de Arubaanse rechtssfeer lag, waardoor artikel 6:125 van het Burgerlijk Wetboek voor Aruba niet van toepassing was. Dit artikel biedt de mogelijkheid om schadevergoeding te vorderen in geval van waardevermindering door koersschommelingen, maar alleen als de verbintenis niet in de Arubaanse rechtssfeer ligt. De rechtbank concludeerde dat [eiseres] geen recht had op vergoeding van de koersschade.
Wat betreft de vordering van [eiseres] tot betaling van de parkkosten, oordeelde de rechtbank dat deze vordering in beginsel toewijsbaar was, maar dat [eiseres] een groter bedrag van [gedaagde] had ontvangen, waardoor de vordering ook op dit punt werd afgewezen. De rechtbank wees uiteindelijk alle vorderingen van [eiseres] af en veroordeelde haar in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] tot op heden waren begroot op EUR 3.962,00. Het vonnis werd uitgesproken door mr. J.W. Wagenaar op 22 november 2006.