ECLI:NL:RBUTR:2006:AY9706

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
2 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/500206-06
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van overval op slijterij door onvoldoende bewijs en onbetrouwbare identificatie

In de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van een overval op een slijterij, heeft de Rechtbank Utrecht op 2 oktober 2006 uitspraak gedaan. De verdachte werd herkend door de aangever middels een fotoconfrontatie, maar de rechtbank oordeelde dat deze identificatie onvoldoende betrouwbaar was. Twee verbalisanten hadden de verdachte op de datum van de overval gezien in een trui die veel voorkomend en weinig onderscheidend was. Dit leidde tot twijfels over de betrouwbaarheid van de identificatie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de overtuiging te krijgen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van de beschuldigingen. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dezelfde datum.

De tenlastelegging was opgenomen in de dagvaarding, waarvan een kopie als bijlage aan het vonnis was gehecht. De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de inhoud van de dagvaarding als hier ingevoegd geldt. De beslissing van de rechtbank was duidelijk: er was niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan, en hij werd daarom vrijgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer(s): 16/500206-06
Datum uitspraak: 2 oktober 2006
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken op tegenspraak
gewezen in de zaak tegen:
[verdachte]
Raadsman: mr. A.M.F. Fabisch.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 oktober 2006.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.
Vrijspraak
Verdachte is herkend door de aangever middels een fotoconfrontatie. Daarnaast hebben twee verbalisanten verdachte op en omstreeks de datum van de overval in een soortgelijke trui als door de overvaller gedragen, gezien. Het is een feit van algemene bekendheid dat genoemde trui weinig onderscheidend en veel voorkomend is. Voorts zijn de nodige kanttekeningen te plaatsen bij de gebruikte fotoconfrontatie, waardoor naar het oordeel van de rechtbank de identificatie onvoldoende betrouwbaar is.
Op grond van het vorenstaande heeft de rechtbank niet op grond van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en zal hem daarom vrijspreken.
DE BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mrs C. van Linschoten, N.V.M. Gehlen en A.M.M.E. Doekes-Beijnes, bijgestaan door S. Schatz als griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 oktober 2006.