ECLI:NL:RBUTR:2006:AY8633
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- J.D. Koteris
- Rechtspraak.nl
Schorsing van kapvergunning wegens gebrek aan onderzoek naar luchtkwaliteitseffecten
In deze zaak hebben verzoekers, allen wonende te Loenen aan de Vecht, een voorlopige voorziening aangevraagd tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loenen, waarbij een kapvergunning is verleend voor de kap van 37 bomen op het perceel Keizer Ottolaan 15. De verzoekers zijn van mening dat de kap van deze bomen negatieve gevolgen zal hebben voor de luchtkwaliteit en de leefbaarheid in de omgeving. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen onderzoek is gedaan naar de effecten van de kap op de luchtkwaliteit, wat in strijd is met de zorgvuldigheidseisen die aan bestuursorganen worden gesteld. Dit gebrek in de besluitvorming is des te ernstiger omdat er geen herplantplicht is opgelegd, waardoor de negatieve effecten van de kap niet kunnen worden gecompenseerd.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geoordeeld dat er sprake is van onverwijlde spoed en heeft de kapvergunning geschorst. De rechter heeft overwogen dat het belang van de verzoekers bij het behoud van de bomen en de daarmee samenhangende luchtkwaliteit zwaarder weegt dan het belang van de gemeente bij de uitvoering van de bouwplannen. De voorzieningenrechter heeft de gemeente Loenen opgedragen om het besluit van 28 juni 2006 te schorsen tot zes weken na de beslissing op het bezwaar. Tevens zijn de verzoekers in hun griffierechten vergoed.