ECLI:NL:RBUTR:2006:AY4707
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident en de verhouding tussen artikel 108 en 107 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Utrecht, is op 19 juli 2006 een vonnis gewezen in een bevoegdheidsincident. De eiseres, een besloten vennootschap, had een geschil met meerdere gedaagden, waaronder ook andere besloten vennootschappen en een particulier. De gedaagden vorderden dat de rechtbank zich onbevoegd verklaarde, omdat er een forumkeuzebeding was overeengekomen waarin de rechtbank Amsterdam als exclusief bevoegde rechter was aangewezen voor geschillen die voortvloeien uit een koopovereenkomst. De eiseres voerde verweer en stelde dat de rechtbank Utrecht bevoegd was, omdat de gedaagden in het arrondissement gevestigd waren en er voldoende samenhang bestond tussen de vorderingen tegen de verschillende gedaagden.
De rechtbank oordeelde dat artikel 108 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering prevaleert boven artikel 107, wat betekent dat als partijen een specifieke rechter hebben aangewezen in een forumkeuzebeding, deze rechter niet kan worden afgehouden op basis van andere bevoegdheidsregels. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd om de hoofdzaak te behandelen en verwees de zaak naar de rechtbank Amsterdam, waarbij de kosten van het incident voor de eiseres werden vastgesteld op EUR 452,00. Dit vonnis benadrukt het belang van forumkeuzebedingen en de gevolgen daarvan voor de bevoegdheid van rechters in civiele zaken.