ECLI:NL:RBUTR:2006:AY0521
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- A. Heijboer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot verlening van een binnenplanse vrijstelling en bouwvergunning voor de verbouwing van een pand tot een sport- en danscentrum
In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, waarbij een binnenplanse vrijstelling en bouwvergunning is verleend voor de verbouwing van een pand tot een sport- en danscentrum. De rechtbank heeft op 6 juli 2006 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, waarbij het beroep van eisers gegrond is verklaard. De rechtbank oordeelt dat de gehanteerde vrijstellingsbepaling van de Verordening Voorschriften voor de Bebouwde Kom 1958 (VBK) onverkort van toepassing is. De rechtbank concludeert dat het gebouw voor een sport- en danscentrum niet kan worden aangemerkt als een gebouw dat een algemeen nut dient, noch als een gebouw voor de gezondheidszorg. Dit oordeel is gebaseerd op de jurisprudentie en de specifieke omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft de beslissing van verweerder vernietigd en hem opgedragen om binnen zes weken na bekendmaking van de uitspraak een nieuw besluit te nemen op de bezwaren van eisers. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers, die zijn begroot op € 644,-. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de vrijstellingsbepalingen in het kader van de ruimtelijke ordening en de noodzaak om de belangen van omwonenden in overweging te nemen.