ECLI:NL:RBUTR:2005:AU8343
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Erkenning van Marokkaanse Kafala als adoptie naar Nederlands recht
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 5 oktober 2005 uitspraak gedaan over een verzoek tot erkenning van een Marokkaanse kafala als adoptie naar Nederlands recht. Verzoekster heeft op 10 maart 2005 een verzoekschrift ingediend, waarin zij vroeg om erkenning van de Marokkaanse adoptie van een kind, dat in Marokko woont. De zaak is behandeld in een openbare terechtzitting op 7 september 2005. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers, echtelieden wonende te Utrecht, op 24 november 1989 in Marokko zijn gehuwd en twee kinderen hebben. Verzoekster heeft de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit, terwijl verzoeker ook de Marokkaanse nationaliteit heeft. Het kind in kwestie, dat door de verzoekers is opgenomen, is wees en woont bij een oom in Marokko.
De rechtbank heeft de 'Acte de Kafala' van 1 augustus 2003, die door de oom van het kind is ondertekend, in overweging genomen. Deze akte houdt in dat de oom de zorg voor het kind overdraagt aan de verzoekers. Verzoekster heeft zich beroepen op de Wet Conflictenrecht Adopties (WCA) en verzocht om erkenning van de kafala als adoptie, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de WCA niet van toepassing is op adopties die buiten Nederland zijn uitgesproken in 2003. Bovendien is de rechtbank van mening dat de kafala niet gelijkgesteld kan worden met een adoptie, omdat de kafala geen wijziging in de afstammingsrelaties van het kind met de verzoekers tot gevolg heeft. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verzoekers onvoldoende bewijs hebben geleverd dat de kafala als adoptie kan worden erkend, en heeft het verzoek afgewezen.