ECLI:NL:RBUTR:2005:AU1968
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding koopovereenkomst en gevolgen van niet tijdig indienen van stukken
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 31 augustus 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en de besloten vennootschap DE HAARZUILENSE PROJECTONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ B.V. (HPM) over de ontbinding van een koopovereenkomst. De koopovereenkomst betrof de verkoop van een woonhuis door [eiseres] aan HPM, waarbij HPM de intentie had om het pand te slopen en appartementen te ontwikkelen. Een belangrijke bepaling in de overeenkomst was de ontbindende voorwaarde die stelde dat de overeenkomst kon worden ontbonden indien er voor een bepaalde datum, in dit geval 1 september 2004, geen onvoorwaardelijke bouwvergunning was verleend voor de bouw van veertien appartementen.
HPM heeft op 21 juli 2004 aan de makelaar van [eiseres] laten weten dat zij zich op de ontbindende voorwaarde wilde beroepen, omdat het onwaarschijnlijk was dat de bouwvergunning tijdig zou worden verleend. [Eiseres] was het hier niet mee eens en vorderde onder andere betaling van een boete en schadevergoeding. De rechtbank heeft onderzocht of HPM zich rechtsgeldig op de ontbindende voorwaarde kon beroepen. De rechtbank concludeerde dat HPM niet beschikte over een onvoorwaardelijke bouwvergunning op de gestelde datum en dat HPM voldoende inspanningen had verricht om deze te verkrijgen.
De rechtbank oordeelde dat de ontbindende voorwaarde rechtsgeldig was ingeroepen door HPM, waardoor de koopovereenkomst was ontbonden. De vorderingen van [eiseres] werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van het tijdig indienen van relevante stukken en de gevolgen van het niet voldoen aan contractuele verplichtingen in het kader van ontbindende voorwaarden.