ECLI:NL:RBUTR:2005:AU1622
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.L. Keijzer
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van de Wet op het Consumentenkrediet op effectenleaseconstructies
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 17 augustus 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en AEGON BANK N.V., handelend onder de naam Spaarbeleg. De eiser had een vordering ingesteld tegen Spaarbeleg, waarbij hij stelde dat de overeenkomst die hij had gesloten met Spaarbeleg nietig was op basis van verschillende artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, en dat hij recht had op schadevergoeding vanwege misleidende reclame. De overeenkomst betrof een Spaarbeleg SprintPlan, waarbij de eiser een bedrag had betaald van € 3.607,71. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) mogelijk van toepassing is op deze overeenkomst, maar dat niet kon worden vastgesteld of Spaarbeleg ten tijde van het sluiten van de overeenkomst over de benodigde vergunning beschikte. De kantonrechter heeft Spaarbeleg in de gelegenheid gesteld om zich hierover uit te laten en heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor aanbieders van financiële producten om zich te houden aan de wetgeving ter bescherming van consumenten, vooral in het geval van complexe financiële producten zoals effectenleaseconstructies. De kantonrechter concludeert dat de wet ook van toepassing kan zijn op nieuwe vormen van consumentenkrediet, mits deze naar hun strekking als krediettransactie kunnen worden gekwalificeerd.