ECLI:NL:RBUTR:2005:AT9296
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.H.M. Jansen
- A.J. Smit
- N.J. van Weelden-de Ruijter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in dodelijk ongeval door stoeipartij op perron
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 13 juli 2005, stond de verdachte terecht voor de beschuldiging van doodslag en dood door schuld, naar aanleiding van een dodelijk ongeval dat plaatsvond op het perron van station Den Dolder. De rechtbank heeft op 29 juni 2005 een zitting gehouden, waar de tenlastelegging aan de verdachte werd voorgelegd. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte opzet of voorwaardelijk opzet had op de dood van het slachtoffer. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden van het ongeval, waaronder de dronken staat van zowel de verdachte als het slachtoffer en de onverantwoorde stoeipartij, niet voldoende waren om tot een veroordeling te komen.
De benadeelde partij had een vordering ingediend voor schadevergoeding, maar aangezien de verdachte niet werd veroordeeld, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. De rechtbank besloot ook het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte op te heffen. De uitspraak benadrukte dat, hoewel de verdachte een verwijt te maken viel voor zijn apathische houding na het ongeval, dit niet voldoende was voor een strafrechtelijke veroordeling voor dood door schuld. De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit.