ECLI:NL:RBUTR:2005:AT4488

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
20 april 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
187585/HAZA 04-2605
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strikte conformiteit bankgarantie en uitzonderingen op grond van redelijkheid en billijkheid

In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 20 april 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen de rechtspersoon naar Duits recht, Pillard Feuerungen GmbH, en de coöperatie Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A., h.o.d.n. Rabobank Nederland. Pillard vorderde betaling van een bedrag van € 29.120,00 op basis van een bankgarantie die door Rabobank Nederland was verstrekt ten gunste van Pillard en ten laste van Stramproy Projects and Systems B.V. De bankgarantie was oorspronkelijk voor een bedrag van € 26.000,00, maar was later verhoogd en verlengd. Op 27 juli 2004 heeft Pillard een fax gestuurd naar Rabobank Nederland om aanspraak te maken op de bankgarantie, maar deze fax is nooit aangekomen omdat het origineel bij TNT zoekgeraakt is.

De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of de eis dat de claim per aangetekende post of per koerier moet worden gedaan strikt moet worden geïnterpreteerd. De rechtbank oordeelde dat, hoewel strikte toepassing van de voorwaarden van de bankgarantie in principe geboden is, er in dit geval aanleiding is om een uitzondering te maken op het beginsel van strikte conformiteit op grond van redelijkheid en billijkheid. De rechtbank overwoog dat de belangen van zowel Pillard als Stramproy gediend zijn bij een correcte afhandeling van de claim, en dat het niet ontvangen van de fax niet aan Pillard kan worden toegerekend.

De rechtbank heeft de vordering van Pillard toegewezen en Rabobank Nederland veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is Rabobank Nederland veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de omstandigheden van het geval rechtvaardigen dat de strikte voorwaarden van de bankgarantie niet in dit geval strikt worden toegepast, en dat Rabobank Nederland in strijd met de redelijkheid en billijkheid handelde door zich op het niet vervuld zijn van de voorwaarde te beroepen.

Uitspraak

VONNIS
van de rechtbank Utrecht, enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken, sector civiel, in de zaak van:
de rechtspersoon naar Duits recht
PILLARD FEUERUNGEN GMBH,
gevestigd te Taunusstein (Duitsland),
e i s e r e s,
procureur: mr. B.G. Eldermans,
- t e g e n -
de rechtspersoonlijkheid bezittende coöperatie
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BOERENLEENBANK B.A.,
h.o.d.n. Rabobank Nederland,
gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
g e d a a g d e,
procureur: mr. S. Brenninkmeijer.
Partijen zullen hierna respectievelijk “Pillard” en “Rabobank Nederland” worden genoemd.
1.
Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende processtukken:
- dagvaarding met producties;
- akte houdende aanvulling producties zijdens Pillard;
- conclusie van antwoord met producties;
- tussenvonnis d.d. 5 januari 2005 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- proces-verbaal van de op 22 februari 2005 gehouden comparitie van partijen.
Partijen hebben vervolgens vonnis gevraagd.
2.
De feiten
2.1
Pillard doet zaken met Stramproy Projects and Systems B.V. (hierna: “Stramproy”).
2.2
Rabobank Nederland heeft op 7 januari 2004 een bankgarantie (hierna:”de bankgarantie”) verstrekt ten gunste van Pillard en ten laste van Stramproy voor een bedrag van € 26.000,--. De tekst van deze bankgarantie is in de Engelse taal opgesteld en luidt, voor zover relevant, als volgt:
(…)
we the undersigned (…) (Rabobank Nederland) (…) hereby unconditionally and irrevocably guarantee that, on receipt of each written notice by registered mail from Creditor [Pillard; toevoeging rechtbank], dated en received not earlier than 16 february 2004, purportedly signed by an officer of Creditor, stating that Debtor [Stramproy; toevoeging rechtbank] has not met in whole or in part its obligation to pay the remaining part of the order amount of maximally EUR 26.000,00 (…) on or before 15 february (…) we shall pay to Creditor the amount still to be paid (…)
This bank guarantee shall (…) expire at close of banking hours in NL-Utrecht on 27. February 2004 (expiry) at the latest, and any claim must be received at our office before expiry.
(…)
2.3
De duur van de periode waarvoor de bankgarantie geldig was is een aantal keren verlengd. Bij één van die verlengingen is het bedrag waarvoor Rabobank Nederland zich garant heeft gesteld verhoogd van € 26.000,00 naar € 29.120,00. De bankgarantie is laatstelijk verlengd bij brief van Rabobank Nederland aan Pillard d.d. 25 juni 2004 en wel tot en met 30 juli 2004. Deze brief heeft de volgende inhoud:
(…)
Our guarantee is now valid upto and including 30 juli 2004. Claims, if any, must be sent to us by registered mail or by courier and must be in our possession on or before this date in order to be valid.
All other conditions remain unchanged.
2.4
Op 27 juli 2004 heeft Pillard aan Rabobank Nederland een fax gestuurd, die diezelfde dag door Rabobank Nederland is ontvangen, waarvan de inhoud luidt als volgt:
Via courier T N T to:
Rabobank Nederland
(…)
Betreff/Subject: GA119952ZUD
BANKGUARANTEE DD. 07.01.2004 EUR 29.120,--
BY ORDER OF STRAMPROY PROJECTS & SYSTEMS B.V.
IN FAVOUR OF OURSELVES – VALID UPTO AND INCLUDING 30-07-2004
(…)
with reference to above mentioned guarantee we declare that our debtor, Stramproy has not met its obligation to pay the remaining part of the order amount of EUR 29.120,--
Therefore we herewith demand the amount still to be paid.
(…)
P.S.: Copy will by sent in advance by fax
Het origineel van deze fax is op 27 juli 2004 aangeboden aan TNT met het verzoek deze te bezorgen bij Rabobank Nederland. Het origineel is bij TNT zoekgeraakt en dus nooit bij Rabobank Nederland aangekomen.
2.5
Stramproy is op 29 juli 2004 failliet gegaan.
2.6
Rabobank Nederland heeft geweigerd tot betaling van het gegarandeerde bedrag over te gaan. Bij brief 5 november 2004 heeft Pillard Rabobank Nederland tevergeefs gesommeerd tot betaling en aanspraak gemaakt op de wettelijke vertragingsrente indien niet binnen 5 werkdagen (derhalve uiterlijk 12 november 2005) zou zijn betaald.
3.
De vordering en het verweer
3.1
Pillard vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Rabobank Nederland zal veroordelen tot betaling van:
a € 29.120,00 in hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2004;
b € 642,60, aan buitengerechtelijke incassokosten;
c de proceskosten.
3.2
Pillard baseert haar vordering in hoofdsom op nakoming van de bankgarantie.
3.3
Rabobank Nederland heeft tegen de vordering gemotiveerd verweer gevoerd. Dit verweer zal hierna bij de beoordeling worden besproken.
4.
De beoordeling
4.1
Tussen partijen staat vast dat Rabobank Nederland tot uitbetaling van een bedrag ad € 29.120,-- aan Pillard uit hoofde van de bankgarantie zou zijn overgegaan als de brief die als faxbericht door Pillard aan Rabobank Nederland werd gezonden op 27 juli 2004 haar ook per koerier of aangetekende post uiterlijk 30 juli 2004 zou hebben bereikt. De volgende vragen zijn ter beoordeling aan de rechtbank voorgelegd.
a Dient het vereiste dat het beroep op de bankgarantie (hierna: “de claim”) per aangetekende post dan wel per koerier dient te worden gedaan strikt conform te worden geïnterpreteerd? En, zo de eerste vraag bevestigend dient te worden beantwoord,
b brengt de redelijkheid en billijkheid mee dat in dit geval een uitzondering dient te worden gemaakt op het beginsel van strikte conformiteit.
Strikte conformiteit
4.2
Strikte toepassing van de door Rabobank Nederland gestelde voorwaarden is naar het oordeel van de rechtbank geboden, gezien het karakter van een bankgarantie als de onderhavige en de functie die dergelijke garanties in het handelsverkeer vervullen en gelet op de positie van Rabobank Nederland die zowel de belangen van Stramproy als van Pillard in het oog moet houden. De in r.o. 4.1 onder a weergegeven vraag dient dan ook bevestigend te worden beantwoord.
Redelijkheid en billijkheid
4.3
Op grond van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid kan een uitzondering op het beginsel van strikte conformiteit worden aangenomen (zie HR 26 maart 2004, NJ 2004, 309).
De rechtbank is van oordeel dat zo’n uitzonderingssituatie zich hier voordoet en overweegt daartoe als volgt.
4.4
Rabobank Nederland heeft bij conclusie van antwoord aangegeven dat zij altijd om een originele brief vraagt, die aangetekend of per koerier moet worden verzonden, omdat verzending per fax fraudegevoelig is. Van een verzending die per koerier of aangetekend is verstuurd is, volgens Rabobank Nederland redelijk te achterhalen of deze daadwerkelijk door de begunstigde is verzonden; bij een fax kan dat niet of nauwelijks. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft Rabobank Nederland desgevraagd verklaard dat zij wil aannemen dat de fax van 27 juli 2004 van Pillard afkomstig was. Zij heeft daarbij aangegeven geen reden te hebben om aan te nemen dat dit anders zou zijn. Omdat Rabobank Nederland er van uit ging dat het origineel van de brief die haar op 27 juli 2004 was gefaxt, haar per koerier, zoals aangekondigd, zou bereiken, heeft zij op 30 juli 2004 dan ook aan de lokale Rabobank te Stramproy bericht dat de claim in overeenstemming is bevonden met de voorwaarden waaronder de bankgarantie was gesteld en dat zij gehouden was tot betaling. Op 2 augustus 2004 heeft zij vervolgens de curator in het faillissement van Stramproy van de claim in kennis gesteld.
4.5
Uit hetgeen Rabobank Nederland aldus naar voren heeft gebracht volgt dat de voorwaarde betreffende de wijze van verzending van de claim (hierna: “de voorwaarde”) zowel het belang van Pillard als van Stramproy beoogde te dienen. Het belang van Pillard is immers gelegen in het voorkomen van enige betaling uit hoofde van de bankgarantie die niet door haarzelf is verzocht. In het belang van Stramproy is eveneens dat geen uitbetaling plaatsvindt indien daarom niet door Pillard zelf is verzocht. Aangezien in dit geval niet ter discussie staat dat de claim verzonden op 27 juli 2004 per fax daadwerkelijk afkomstig is van Pillard wordt geen der belangen die de voorwaarde beoogt te dienen geschaad door tot uitbetaling van het gegarandeerde bedrag over te gaan. Daarentegen wordt het belang van Pillard bij betaling uit hoofde van de bankgarantie geschaad door vast te houden aan het beginsel van strikte conformiteit. Dit betekent dat strikte toepassing van de voorwaarde in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Rabobank Nederland handelt derhalve in strijd met de redelijkheid en billijkheid door zich op het niet vervuld zijn van de voorwaarde te beroepen.
Conclusie
4.6
Hetgeen in r.o. 4.5 is overwogen brengt met zich dat de vordering in hoofdsom zal worden toegewezen. De wettelijke rente over de hoofdsom zal worden toegewezen vanaf 12 november 2004, omdat Rabobank Nederland met ingang van die dag als gevolg van de ingebrekestelling d.d. 5 november 2004 (zie r.o. 2.6) in verzuim is komen te verkeren.
Buitengerechtelijke kosten en proceskosten
4.7
Pillard heeft vergoeding van buitengerechtelijke kosten gevorderd tot een bedrag van
€ 642,60. Pillard stelt dat de buitengerechtelijke kosten betrekking hebben op de tijd die gemoeid was met de studie van het dossier, bevattende alle correspondentie voorafgaande aan de behandeling van de zaak. Deze kosten moeten worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt
geacht een vergoeding in te sluiten. Dit onderdeel van de vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.8
Rabobank Nederland zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
5.
De beslissing
De rechtbank:
5.1
veroordeelt Rabobank Nederland om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Pillard te betalen een bedrag van € 29.120,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 november 2004 tot aan de dag van voldoening;
5.2
veroordeelt Rabobank Nederland in de proceskosten aan de zijde van Pillard gevallen, tot op deze uitspraak begroot op € 735,40 aan verschotten en op € 1.158,00 aan salaris;
5.3
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver en is in het openbaar uitgesproken op woensdag 20 april 2005.
w.g. griffier w.g. rechter