ECLI:NL:RBUTR:2005:AT3573
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Cessie vordering en bewijslevering in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de rechtbank Utrecht, is de besloten vennootschap Parfip Nederland B.V. (hierna: Parfip) als eiseres opgetreden tegen twee gedaagden, die voorheen als vennoten verbonden waren aan de vennootschap onder firma [K] XL Damesmode. De zaak betreft een vordering van Parfip tot betaling van een bedrag van € 7.475,21, vermeerderd met rente en kosten, die zij stelt te hebben overgenomen van Proximedia Nederland B.V. De rechtbank heeft de procedure opgestart na een dagvaarding van 14 juli 2004, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis waarin een comparitie van partijen is gelast.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 29 maart 2001 heeft Proximedia een overeenkomst gesloten met de V.O.F. [K] XL Damesmode. Parfip heeft in de periode van 1 juli 2001 tot 1 juli 2004 diverse facturen aan de V.O.F. gezonden. De V.O.F. heeft de overeenkomst op 18 juni 2001 opgezegd en is op 27 augustus 2003 opgeheven. Parfip heeft vervolgens de vordering ingesteld, maar de gedaagden hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring van Parfip.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat Parfip niet heeft aangetoond dat zij de vorderingen van Proximedia op de gedaagden rechtsgeldig heeft overgenomen. Voor een geldige cessie is vereist dat er een akte van cessie is en dat de debiteur hiervan op de hoogte is gesteld. Parfip heeft nagelaten een dergelijke akte over te leggen, waardoor de rechtbank concludeert dat Parfip niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering. De kosten van de procedure zijn voor rekening van Parfip, die als in het ongelijk gestelde partij wordt aangemerkt.