ECLI:NL:RBUTR:2005:AT3156
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over het aanbrengen van folie op autoruiten en de gevolgen voor de verkeersveiligheid
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 14 februari 2005 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een sanctie van € 86,00 opgelegd gekregen wegens het aanbrengen van een folie op de voorste zijruit van zijn voertuig, waardoor deze ruit er aanmerkelijk donkerder uitzag dan de overige ruiten. De gedraging vond plaats op 10 september 2003 te Driebergen-Rijsenburg. De officier van justitie had het beroep ongegrond verklaard, waarna betrokkene in beroep ging.
Tijdens de zitting op 31 januari 2005 werd de zaak behandeld. De kantonrechter oordeelde dat de folie op de zijruit een 'onnodig voorwerp' is in de zin van artikel 5.2.42 lid 1 onder b van het Voertuigreglement, dat voorschrijft dat de voorruit en zijruiten van personenauto's niet mogen zijn voorzien van onnodige voorwerpen die het uitzicht van de bestuurder belemmeren. De kantonrechter baseerde zijn oordeel op de metingen die zijn verricht met een speciaal meetmiddel, de TintMan, dat voldeed aan de Europese richtlijn voor lichtdoorlating.
De kantonrechter concludeerde dat de lichtdoorlating van de zijruit met de folie niet voldeed aan de vereisten, aangezien er geen hogere percentages lichttransmissie werden gemeten dan 9%, terwijl voor zijruiten minimaal 70% lichtdoorlating is vereist. Betrokkene kon onvoldoende bewijs leveren dat de constatering van de verbalisant onjuist was. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden.