ECLI:NL:RBUTR:2004:AR6156
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillissement en betalingsopdracht na faillissement; verrekening
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 17 november 2004 uitspraak gedaan in een faillissementskwestie waarbij de curator, mr. Cornelis de Jong, vorderingen heeft ingesteld tegen de Coöperatieve Rabobank Nederweert E.O. U.A. De curator vorderde betaling van twee bedragen, te weten € 14.937,60 en € 157,66, die volgens hem ten onrechte door de bank waren verrekend met vorderingen van de bank op de failliete vennootschappen Meijssen Loon 3 B.V. en Meijssen Loon 11 B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bank betalingen heeft uitgevoerd op basis van opdrachten die na de faillietverklaring zijn gegeven, wat in strijd is met de Faillissementswet. De rechtbank oordeelde dat de curator recht had op ongedaanmaking van deze debiteringen, omdat de bank niet bevoegd was om de betalingen te verrekenen met haar vorderingen op de failliet verklaarde vennootschappen. De rechtbank heeft de vorderingen van de curator gedeeltelijk toegewezen, waarbij de bank werd veroordeeld tot betaling van de genoemde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg.