ECLI:NL:RBUTR:2004:AR3091
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- mr. T. Dompeling
- A. Heijboer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke geschil over illegale bebouwing
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht op 30 september 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonende te Soest, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest. Het verzoek betreft een voorlopige voorziening in het kader van een besluit van 6 juli 2004, waarbij het bezwaar van eiser tegen een eerder besluit van 12 december 2003 ongegrond is verklaard. Dit eerdere besluit verplichtte eiser om een einde te maken aan de illegale situatie op zijn perceel, waar onder andere een schuur was verbouwd tot woning en andere illegale bouwwerken aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verbouwing van de schuur tot woning in strijd is met het geldende bestemmingsplan, dat de bestemming 'agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden' heeft. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder ten onrechte geen uitvoering heeft gegeven aan de Handleiding bestemmingsplannen buitengebied 2001, waarin mogelijkheden voor splitsing van woningen zijn opgenomen. Echter, de voorzieningenrechter oordeelt dat er geen concreet zicht op legalisering van de illegale situatie bestaat en dat de gemeenteraad de bestemming heeft aangepast aan de feitelijke situatie, waardoor slechts één woning is toegestaan.
Het beroep op het gelijkheidsbeginsel van eiser wordt eveneens verworpen, omdat de voorzieningenrechter van oordeel is dat er geen sprake is van gelijke gevallen. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor handhaving van bestemmingsplannen en de beperkingen die gelden voor illegale bebouwing in het landelijk gebied.