ECLI:NL:RBUTR:2004:AQ6496
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking in het kader van een girale betaling
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 4 augustus 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Coöperatieve Rabobank Midden-Twente U.A. (hierna: de bank) en [gedaagde 1] c.s. De bank vorderde een bedrag van € 147.000,-- van [gedaagde 1] en de besloten vennootschap Espam Management B.V. (hierna: Espam), omdat zij dit bedrag onverschuldigd aan hen had betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] op 11 januari 2003 een bedrag van € 147.000,-- had overgeboekt van de bankrekening van T&L Verzekeringen B.V. naar de rekening van Espam, zonder dat hij daartoe bevoegd was. De rechtbank oordeelde dat de bank niet had mogen overgaan tot deze betaling, omdat er geen rechtsgeldige betalingsopdracht was gegeven door de bevoegde persoon binnen T&L Verzekeringen B.V. Hierdoor was de bank verarmd en [gedaagde 1] c.s. ongerechtvaardigd verrijkt.
De rechtbank heeft de vordering van de bank toegewezen, omdat aan de vereisten voor toewijzing van de geldvordering op grond van ongerechtvaardigde verrijking was voldaan. De rechtbank oordeelde dat de betaling niet gerechtvaardigd was, aangezien de overboeking niet was verricht ter voldoening van een erkende vordering van Espam jegens T&L Verzekeringen B.V. De rechtbank heeft [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk veroordeeld om het bedrag van € 147.000,-- aan de bank te betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en verklaarde dat de door de bank gelegde beslagen rechtmatig waren.
De uitspraak benadrukt de juridische principes van onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking, en de verantwoordelijkheden van partijen in het kader van girale betalingen. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van de bank toegewezen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.