ECLI:NL:RBUTR:2004:AQ5566

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
14 juli 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
175131/HA ZA 04-595
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot voeging van hervormde gemeenten in civiele procedure

In deze zaak, die voor de Rechtbank Utrecht werd behandeld, ging het om een incident tot voeging van verschillende hervormde gemeenten in een civiele procedure. De eiseressen, bestaande uit meerdere kerkelijke rechtspersonen, stelden een incidentele vordering in om als gevoegde partij op te treden in de hoofdzaak tegen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), die rechtsopvolgster is van de Nederlandse Hervormde Kerk. De rechtbank beoordeelde de ontvankelijkheid van de eiseressen in het incident, waarbij werd vastgesteld dat de vordering tijdig was ingesteld. De rechtbank benadrukte dat de PKN zich had gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de incidentele vordering van sommige eiseressen, maar zich tegen de vordering van andere eiseressen had verzet, omdat zij geen rechtspersoonlijkheid bezaten.

De rechtbank overwoog dat alleen natuurlijke personen en rechtspersonen bevoegd zijn om als partij in een burgerlijk geding op te treden. De beoordeling van de rechtspersoonlijkheid van de eiseressen in het incident vond plaats op het moment van de indiening van de vordering. De rechtbank concludeerde dat de (wijk-)gemeenten, die onder de Nederlandse Hervormde Kerk vallen, aan de vereisten voor rechtspersoonlijkheid voldoen, terwijl de wijkgemeenten in dit geval niet als zelfstandige rechtspersonen konden worden beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de incidentele vordering tot voeging van de eiseressen in het incident sub 1 en 4 werd toegewezen, terwijl de eiseressen in het incident sub 2, 3 en 5 niet-ontvankelijk werden verklaard.

De beslissing over de proceskosten werd aangehouden, en de zaak werd vastgesteld voor verdere behandeling op een later moment. Dit vonnis werd uitgesproken op 14 juli 2004 door de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken.

Uitspraak

VONNIS
van de rechtbank te
Utrecht, enkelvoudige kamer voor de
behandeling van burgerlijke zaken,
in de zaak van:
1. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Middelharnis,
2. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Wijkgemeente 1,
gevestigd te Oldebroek,
3. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Wijkgemeente 3,
gevestigd te IJsselmuiden en Grafhorst,
4. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Deelgemeente "De Bron",
gevestigd te Urk,
5. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Wijkgemeente 3,
gevestigd te Nijkerk,
e i s e r e s s e n in het incident tot voeging,
procureur: mr. dr. J.J.H. Post,
in de zaak van:
1. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Aalst,
2. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Abbenbroek,
3. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Achterberg,
4. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Andelst,
5. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Blauwkapel-Groenekan,
6. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Doornspijk,
7. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Elspeet en Vierhouten,
8. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Elst (Utrecht),
9. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Gameren,
10. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Garderen,
11. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te 's-Grevelduin
en Vrijhoeve Capelle,
12. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Harskamp,
13. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Heesbeen,
14. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente (Pleinkerk),
gevestigd te Houten,
15. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Wijkgemeente "Morgenster", gevestigd te Katwijk aan Zee,
16. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Wijkgemeente "De Noord", gevestigd te Katwijk aan Zee,
17. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Kesteren,
18. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Leerbroek,
19. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Loon op Zand,
20. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Lunteren,
21. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Maartensdijk en Hollandsche Rading,
22. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Melissant,
23. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Montfoort,
24. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Nederhemert,
25. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Nieuwaal,
26. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente "Rehoboth",
gevestigd te Nieuwleusen,
27. de kerkelijke rechtspersoon
Buitengewone Wijkgemeente "Elim",
gevestigd te Numansdorp,
28. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Oosterwolde (Gelderland),
29. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Opheusden,
30. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Wijkgemeente II (Centrum), gevestigd te Oud-Beijerland,
31. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Ouddorp,
32. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Ouderkerk aan den IJssel,
33. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Poederoijen en Loevestein,
34. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Poortvliet,
35. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Wijkgemeente IV,
gevestigd te Putten,
36. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Deelgemeente "Rohoboth", gevestigd te Rijssen,
37. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Schoonrewoerd,
38. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Sint-Maartensdijk,
39. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Buitengewone Wijkgemeente "Ichthuskerk",
gevestigd te Soest,
40. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Spijk,
41. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Staphorst,
42. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Stellendam,
43. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Wijkgemeente 3 (Oost) ,
gevestigd te Veenendaal,
44. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Buitengewone Wijkgemeente "Eben-Haëzer",
gevestigd te Vianen,
45. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Buitengewone Wijkgemeente, gevestigd te Voorburg,
46. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Buitengewone Wijkgemeente "Beth-El",
gevestigd te Vriezenveen,
47. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Waarder,
48. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Wijkgemeente Oost,
gevestigd te Woudenberg,
49.de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Wouterswoude,
50. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Wijk,
51. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Zetten,
52. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Zuilichem,
53. de kerkelijke rechtspersoon
Hervormde Gemeente,
gevestigd te Zwartebroek/Terschuur,
e i s e r e s s e n in de hoofdzaak,
g e d a a g d e n in het incident,
procureur: mr. dr. J.J.H. Post,
- t e g e n -
de kerkelijke rechtspersoon
Protestantse Kerk in Nederland,
rechtsopvolgster onder algemene titel van de kerkelijke rechtspersoon Nederlandse Hervormde Kerk,
gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
g e d a a g d e in de hoofdzaak,
g e d a a g d e in het incident,
procureur: mr. B.F. Keulen.
Partijen worden in dit vonnis aangeduid als eiseressen in het incident, de Gemeenten en de PKN.
1.
Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende processtukken:
- dagvaarding d.d. 5 maart 2004, met producties;
- incidentele conclusie van eiseressen in het incident tot voeging in de hoofdzaak;
- conclusie van antwoord van de PKN in het incident.
Partijen hebben vervolgens vonnis in het incident gevraagd.
2.
De beoordeling van de incidentele vordering
2.1
De incidentele vordering tot toelating als gevoegde partij is tijdig ingesteld.
2.2.
De vordering is - blijkens de incidentele conclusie tot voeging - ingesteld tegen de partijen in de hoofdzaak: de Gemeenten en de Nederlandse Hervormde Kerk (verder gevestigd te noemen: de NHK). Bij akte van 1 mei 2004 is de NHK echter gefuseerd met de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden tot de "Protestantse Kerk in Nederland". De PKN is daarmee rechtsopvolgster onder algemene titel van de NHK geworden. Dit betekent dat de naam van de rechtspersoon, waartegen de vordering in de hoofdzaak en de vordering in dit incident zich richt, dient te worden gewijzigd van "Nederlandse Hervormde Kerk" in "Protestantse Kerk in Nederland". Deze wijziging is in de kop van dit vonnis reeds doorgevoerd.
2.3.
PKN heeft zich ten aanzien van de incidentele vordering tot voeging van eiseressen in het incident sub 1 en 4 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de overige eiseressen in het incident stelt zij zich op het standpunt, dat zij in hun vordering niet-ontvankelijk zijn, aangezien zij geen rechtspersoonlijkheid bezitten.
2.4.
De rechtbank overweegt als volgt. Uitgangspunt is dat de bevoegdheid om als partij in een burgerlijk geding op te treden alleen toekomt aan natuurlijke personen en aan rechtspersonen. Dit betekent dat in het onderhavige geval dient te worden beoordeeld of eiseressen in het incident - nu zij niet als natuurlijke personen kunnen worden aangemerkt - rechtspersoonlijkheid bezitten.
Ingevolge artikel 2 lid 1 BW bezitten kerkgenootschappen alsmede hun zelfstandige onderdelen en lichamen waarin zij zijn verenigd, rechtspersoonlijkheid. In de literatuur en jurisprudentie wordt onder kerkgenootschap verstaan: een organisatie van aangeslotenen welke zich de gemeenschappelijke godsverering van de aangeslotenen op de grondslag van gemeenschappelijke godsdienstige opvattingen ten doel stelt en welke beoogt als zelfstandig kerkgenootschap - en niet als onderdeel van een kerkgenootschap - aan het civiele rechtsverkeer deel te nemen. Voor een positieve beantwoording van de vraag of een godsdienstige organisatie een dergelijk oogmerk heeft, is naar het oordeel van de rechtbank in ieder geval vereist dat zij op grond van haar eigen geschreven of ongeschreven statuut (of op grond van andere bindende regelingen) deel kan nemen aan het civielrechtelijke rechtsverkeer.
Van een zelfstandig onderdeel van een kerkgenootschap is sprake, indien het kerkgenootschap zelf de organisatie als onderdeel beschouwt, het onderdeel een religieus karakter heeft en het onderdeel volgens zijn eigen - geschreven of ongeschreven - statuut kan deelnemen aan het civielrechtelijke rechtsverkeer.
2.5.
De beoordeling of aan de vereisten voor bezit van rechtspersoonlijkheid is voldaan dient plaats te vinden naar het moment waarop de onderhavige incidentele vordering is ingesteld, derhalve 28 april 2004. Op dat moment was de kerkorde van de PKN nog niet in werking getreden (dat gebeurde pas op 1 mei 2004). Dit betekent dat voor de beantwoording van de ontvankelijkheidsvraag niet de kerkorde van de PKN, doch de Kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk en de op deze kerkorde berustende Ordinanties van belang zijn. Uit artikel I van de Kerkorde volgt dat deze van toepassing is op alle Hervormde gemeenten in Nederland. Dit betekent dat de (wijk-)gemeenten, zowel in het geval zou moeten worden aangenomen dat zij "kerkgenootschappen" zijn in de zin van artikel 2:2 lid 1 BW, als in het geval zij als "zelfstandige onderdelen" moeten worden beschouwd, aan de Kerkorde en de daarop berustende Ordinanties gebonden zijn, tenzij zij ervoor zouden kiezen om niet meer binnen de NHK te functioneren. Niet gesteld of gebleken is dat eiseressen in het incident zich op het moment van het instellen van de onderhavige incidentele vordering hadden losgemaakt van de NHK. Blijkens de inleidende dagvaarding wensen zij binnen de NHK te blijven functioneren, maar niet binnen de PKN.
2.6.
Uit de Kerkorde en de daarop berustende Ordinanties dient te worden afgeleid dat de (wijk-)gemeenten aan het vereiste religieuze karakter voldoen.
Artikel XI van de Kerkorde luidt:
"In haar kerkdiensten komt de gemeente samen tot de dienst des Woords, de dienst der sacramenten, de dienst der gebeden en de dienst der Barmhartigheid."
2.6.
Vervolgens dient beoordeeld te worden of eiseressen in het incident volgens hun eigen - geschreven of ongeschreven - statuut, dan wel andere bindende regelingen kunnen deelnemen aan het civielrechtelijke rechtsverkeer.
In de artikelen 5 en 6 van Ordinantie 16 is dienaangaande het volgende bepaald:
"Artikel 5
De vertegenwoordiging van de gemeente in en buiten rechte
1. De gemeente wordt in alle vermogensrechtelijke zaken, voorzover niet van diakonale aard, in en buiten rechte vertegenwoordigd door het college van kerkvoogden.
2. Het college van kerkvoogden is daarbij - met inachtneming van de regelen gesteld in ordinantie 18-17 - bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen.
3. Ter uitvoering van een besluit van het college van kerkvoogden wordt de gemeente tegenover derden gebonden door de handtekening van de voorzitter en de secretaris van het college van kerkvoogden, terwijl bij belet of ontbreken van dezen het college van kerkvoogden eerst uit zijn midden en anders uit de kerkeraad tijdelijk één of meer plaatsvervangers aanwijst.
Artikel 6
De vertegenwoordiging in en buiten rechte van centrale gemeenten
1. In centrale gemeenten vormen de wijkgemeenten geen afzonderlijke rechtspersonen.
2. De centrale gemeente wordt in alle vermogensrechtelijke zaken, voor zover niet van diakonale aard, in en buiten rechte vertegenwoordigd door het college van kerkvoogden.
3. Het college van kerkvoogden is daarbij - met inachtneming van de rege-len gesteld in ordinantie 18-17 - bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen.
4. Ter uitvoering van een besluit van een college van kerkvoogden wordt de centrale gemeente tegenover derden gebonden door de handtekening van de voorzitter en de secretaris van het college van kerkvoogden, terwijl bij belet of ontbreken van dezen het college van kerkvoogden eerst uit zijn midden en anders uit de kerkvoogden der wijkgemeenten tijdelijk één of meer plaatsvervangers aanwijst."
2.7.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de hiervoor geciteerde bepalingen dat de (centrale) gemeenten wel en de wijkgemeenten niet aan het civielrechtelijke verkeer kunnen deelnemen. Dit is slechts anders indien er sprake is van een buitengewone wijkgemeente, ten aanzien waarvan het breed moderamen van de generale synode heeft bepaald dat zij gelijkgesteld dient te worden aan een 'gewone' gemeente. Van een buitengewone wijkgemeente is i.c. echter geen sprake. Voorts is in de artikelen 5 en 6 van Ordinantie 16 geen mogelijkheid opgenomen om bij plaatselijke regeling van de inhoud van deze bepalingen af te wijken, zodat eventuele andersluidende plaatselijke regelingen van eiseressen in het incident sub 2,3 en 5 in de rechtspositie van deze wijkgemeenten geen verandering kunnen brengen. Voor deelgemeenten (eiseres sub 4 in het incident) gelden ingevolge artikel 10b lid 1 van Ordinantie 2 in beginsel dezelfde regels als voor andere gemeenten.
2.8.
Dit betekent dat de (deel-)gemeenten (eiseressen in het incident sub 1 en sub 4) rechtspersoonlijkheid bezitten, al dan niet als kerkgenootschap. De rechtbank laat in het midden of de gemeenten als "kerkgenootschappen" dan wel als "zelfstandige onderdelen" van een kerkgenootschap in de zin van artikel 2:2 lid 1 BW dienen te worden beschouwd, nu dit niet van belang is voor de beoordeling van hun ontvankelijkheid in de onderhavige incidentele vordering, en daarvoor voorts verstrekking van nadere inlichtingen door partijen benodigd is.
De wijkgemeenten (eiseressen in het incident sub 2,3 en 5) hebben geen eigen rechtspersoonlijkheid en dienen dan ook in beginsel niet-ontvankelijk in hun vordering te worden verklaard. Dit is slechts anders, indien daardoor een onaanvaardbaar gebrek aan rechtsbescherming zou optreden. Daarvan is in casu echter geen sprake. Ten eerste kunnen wijkgemeenten via hun centrale gemeente als procespartij in een civiele procedure optreden. Ten tweede - voor zover de belangen van de centrale- en de wijkgemeenten niet parallel zouden lopen - kunnen de leden van de wijkgemeenten individueel als natuurlijke personen in een civiele procedure als procespartij optreden.
2.9.
De rechtbank zal de incidentele vordering tot voeging, nu deze voor het overige niet is weersproken en op de wet is gegrond, toewijzen.
2.10.
De rechtbank houdt de beslissing ten aanzien van de proceskosten aan.
3.
De beslissing
De rechtbank:
in het incident
3.1
verklaart eiseressen in het incident sub 2,3 en 5 niet-ontvankelijk in hun incidentele vordering;
3.2
laat eiseressen in het incident sub 1 en sub 4 toe als gevoegde partij;
3.3
houdt de beslissing omtrent de kosten van dit incident aan totdat in de hoofdzaak zal zijn beslist;
in de hoofdzaak
3.3
bepaalt dat de zaak zal worden uitgeroepen ter rolle van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van bur-gerlijke zaken van deze rechtbank van woensdag 25 augustus 2004 te 9.00 uur voor conclusie van antwoord aan de zijde van de PKN;
3.4
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver, en uitgesproken op woensdag 14 juli 2004.
w.g. griffier w.g. rechter