ECLI:NL:RBUTR:2004:AP7092

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
7 juli 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
168183/HAZA 03-2011
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en ontbinding van overeenkomsten inzake het SprintPlan van Spaarbeleg

In deze zaak vorderen eisers, ouders van vier kinderen, de vernietiging of ontbinding van overeenkomsten die zij met Spaarbeleg hebben gesloten met betrekking tot het financieel product SprintPlan. De eisers stellen dat zij onder dwaling hebben gehandeld, omdat zij door de informatie van Spaarbeleg en haar tussenpersoon de indruk hebben gekregen dat het SprintPlan een spaarproduct was dat een gegarandeerd eindbedrag opleverde. De rechtbank oordeelt dat de eisers hun dwaling aan zichzelf te wijten hebben, omdat zij onvoldoende aandacht hebben besteed aan de verstrekte informatie. De rechtbank concludeert dat Spaarbeleg tekort is geschoten in haar zorgplicht door niet volledig en begrijpelijk te informeren over de financiële risico's van het SprintPlan. De rechtbank wijst de vordering tot vernietiging af, maar staat de eisers toe om de ontbinding van de overeenkomsten te vorderen, omdat Spaarbeleg niet aan haar zorgplicht heeft voldaan. De zaak wordt aangehouden voor bewijslevering door Spaarbeleg over de vraag of de eisers de overeenkomsten ook zouden hebben gesloten als zij wel goed geïnformeerd waren.

Uitspraak

VONNIS
van de rechtbank Utrecht, meervoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken, in de zaak van:
1. [eiser sub 1],
2. [eiser sub 2],
3. [eiser sub 3],
4. [eiser sub 4],
ten deze vertegenwoordigd door haar ouders (eisers sub 1 en 2),
5. [eiser sub 5],
ten deze vertegenwoordigd door haar ouders (eisers sub 1 en 2),
allen wonende te [woonplaats],
e i s e r s,
hierna te noemen: [eisers],
procureur: mr. E.L.A. van Emden,
- t e g e n -
de naamloze vennootschap
AEGON BANK N.V.,
handelende onder de naam Spaarbeleg,
statutair gevestigd en
kantoorhoudende te Nieuwegein,
g e d a a g d e,
hierna te noemen: Spaarbeleg,
procureur: mr. B.F. Keulen.
1.
Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende processtukken:
- dagvaarding van 25 september 2003, met producties;
- conclusie van antwoord, met producties;
- tussenvonnis van 14 januari 2004, waarin een comparitie van partijen is gelast;
- comparitie van partijen na antwoord, gehouden op 15 maart 2004.
Partijen hebben vervolgens vonnis gevraagd.
De enkelvoudige kamer van deze rechtbank heeft de zaak vervolgens verwezen naar de meervoudige kamer van deze rechtbank.
2.
De feiten
2.1.
Eisers sub 1 en 2 zijn de ouders van eisers sub 3 tot en met sub 5.
2.2.
Gedaagde is een financiële instelling die onder de naam Spaarbeleg overeenkomsten sluit met betrekking tot financiële producten, waaronder het zogenaamde SprintPlan.
2.3.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Spaarbelegger B.V. (een 100% dochtermaatschappij van Spaarbeleg) houdt zich (onder meer) bezig met het sluiten van overeenkomsten met tussenpersonen/franchisenemers die bemiddelen bij de totstandkoming van overeenkomsten met betrekking tot financiële producten van Spaarbeleg. De Spaarbelegger B.V. heeft een dergelijke overeenkomst onder meer gesloten met [naam tussenpersoon], handelende onder de naam de Spaarbelegger (verder te noemen: [tussenpersoon]).
2.4.
In april 2000 heeft [tussenpersoon] aan [eisers] informatie verstrekt over het SprintPlan van Spaarbeleg en hen inschrijfformulieren voor deelname aan het SprintPlan ter hand gesteld. Op de achterzijde van deze formulieren is een samenvatting van de toepasselijke algemene voorwaarden vermeld, die - voor zover relevant - luidt als volgt:
"5. Op de aanvangsdatum van een SprintPlan-contract worden voor de Deelnemer een aantal (fracties van) participaties van de desbetreffende serie aangekocht. De aankoopsom wordt gefinancierd door Spaarbeleg. Het maandbedrag van een Deelnemer dient tenminste NLG 100 en ten hoogste NLG 600 te bedragen. Het door de Deelnemer betaalde maandbedrag is rente over de aankoopsom van de voor hem gekochte (fracties van) participaties. De (fracties van) participaties worden op naam van Stichting SpaarbelegGiro gesteld, die deze voor rekening en risico van de Deelnemer gaat houden. (...)
7. Na afloop van een SprintPlan-contract vindt eindafrekening plaats. Alsdan betaalt Spaarbeleg aan de Deelnemer het bedrag dat na de einddatum wordt uitgekeerd op de alsdan voor de Deelnemer gehouden (fracties van) participaties, verminderd met de voor het SprintPlan-contract geldende aankoopsom en verder verminderd met al hetgeen de Deelnemer alsdan uit hoofde van het SprintPlan-contract aan Spaarbeleg verschuldigd mocht zijn. (...)
10. (...) Indien het saldo van de eindafrekening negatief is, is de Deelnemer verplicht tot bijbetaling van het negatieve saldo aan Spaarbeleg."
[eisers] hebben vijf van dergelijke inschrijfformulieren ingevuld (althans doen invullen) en ondertekend.
2.5.
Bij brief van 15 mei 2000 heeft Spaarbeleg aan [eisers] onder meer het volgende medegedeeld:
"Wij zijn verheugd u te mogen begroeten als Deelnemer aan het Spaarbeleg SprintPlan. Een verstandige keuze. Met SprintPlan gaat er direct groot bedrag voor u aan de slag, terwijl u zelf slechts een klein bedrag per maand betaalt.(...)
Uw SprintPlan certificaat met bijbehorende Algemene Voorwaarden treft u hierbij aan. (...)
Kort na de aanvangsdatum van uw SprintPlan zult u een rekeningoverzicht ontvangen, waarop de aankoop van uw participaties in het AEGON GarantieFonds staat vermeld.
Uiteraard heeft u tot de ingangsdatum van uw SprintPlan nog de gebruikelijke bedenktijd. Binnen deze termijn kunt u uw SprintPlan zonder kosten of verplichtingen opzeggen. (...)"
Bij deze brief waren de volgende stukken gevoegd:
- de SprintPlan brochure;
- de volledige tekst van de Algemene Voorwaarden Spaarbeleg SprintPlan;
- de SprintPlan Overeenkomst.
De inhoud van deze stukken zal - voor zover relevant - hierna worden weergegeven.
De SprintPlan-brochure:
"(...) Op basis van het gekozen maandbedrag, schiet Spaarbeleg direct een groot bedrag voor. (...) Makkelijk en aantrekkelijk is bovendien, dat u geen kennis van beleggen hoeft te hebben. De beleggingsexperts van AEGON beheren het AEGON GarantieFonds. (...)
Het werkt heel eenvoudig. Uw maandbedrag is een vergoeding (rente) voor het bedrag dat Spaarbeleg u voorschiet. Hoe lager die rente is, hoe groter het bedrag dat we u kunnen voorschieten. Door de lage rente van dit moment (8%) gaat er direct groot bedrag voor u aan de slag! En daar profiteert u optimaal van omdat het rendement op dit voorgeschoten bedrag voor u is. Het bedrag wordt belegd in het AEGON GarantieFonds. Na 5 jaar wordt de waarde van deze belegging uitgekeerd, minus het door Spaarbeleg voorgeschoten bedrag.(...)
Maar misschien nog interessanter: het GarantieFonds biedt u de garantie dat het voorgeschoten bedrag na 5 jaar nooit in waarde kan dalen. U loopt dus alleen risico over uw rentebetalingen. (…)
Stel u doet mee voor f 150,- per maand. Spaarbeleg belegt dan direct f 22.500,- voor u. Als de Samengestelde Index 12% per jaar stijgt, is de waarde van de belegging na 5 jaar f 39.653,-. Na aftrek van het voorgeschoten bedrag ontvangt u dan f 17.153,-. (...)
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. (...) Als de beurs onverwacht tegenvalt, loopt u risico over uw rentebetalingen. (...)
Eerder stoppen kan ook. U krijgt dan de waarde van uw SprintPlan, na aftrek van het voorgeschoten bedrag en 5% boeterente, uitgekeerd. Bij tussentijdse beëindiging komt de garantie op het voorgeschoten bedrag te vervallen."
De volledige tekst van de Algemene Voorwaarden Spaarbeleg SprintPlan:
“5.1 Op de aanvangsdatum van een Spaarbeleg SprintPlan-contract worden voor rekening en risico van de Cliënt een aantal (fracties van) Participaties van de desbetreffende serie aangekocht. De Aankoopsom wordt gefinancierd door AEGON Bank, die ervoor zorgt dat de Aankoopsom tijdig aan het AEGON GarantieFonds wordt betaald. De desbetreffende (fracties van) Participaties worden op naam van Stichting AEGON BeleggingsGiro gesteld, die deze voor rekening en risico van de Cliënt gaat houden. Vanaf het moment waarop deze transactie is verricht, is de Cliënt Deelnemer in de desbetreffende Portefeuille.
5.2 Het door de Deelnemer op zijn inschrijfformulier vermelde maandbedrag is rente over de Aankoopsom van de voor hem aangekochte (fracties van) Participaties. (...)
7.1 Bij afloop van het Spaarbeleg SprintPlan-contract van een Deelnemer op een einddatum van de desbetreffende Portefeuille, maken AEGON Bank en Stichting AEGON BeleggingsGiro voor die Deelnemer een eindafrekening op, die binnen twee weken na de einddatum aan de Deelnemer wordt toegezonden. Op de eindafrekening wordt vermeld:
(a) het bedrag dat na de einddatum wordt uitgekeerd op de (fracties van) Participaties die Stichting AEGON BeleggingsGiro alsdan voor Deelnemer houdt, (b) de voor het desbetreffende Spaarbeleg SprintPlan-contract geldende (restant-) Aankoopsom en (c) al hetgeen de Deelnemer alsdan verder nog uit hoofde van zijn Spaarbeleg SprintPlan-contract aan AEGON Bank verschuldigd mocht zijn. Het saldo van de eindafrekening is het bedrag van de onder (a) bedoelde post, verminderd met het gezamenlijke bedrag van de onder (b) en (c) bedoelde posten. (...)
7.3 Indien het in artikel 7.1 bedoelde saldo van de eindafrekening negatief mocht zijn, is de Deelnemer verplicht tot bijbetaling van dit saldo aan AEGON Bank. (...)
8.4 In geval van vervroegde opzegging of beëindiging vindt vervroegde eindafrekening plaats. Het bepaalde (...) in artikel 7, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat (i) de in artikel 7.1 onder (a) bedoelde post van de eindafrekening wordt vervangen door een bedrag dat gelijk is aan de Dagwaarde van de (fracties van) Participaties die Stichting AEGON BeleggingsGiro alsdan voor de Deelnemer houdt; (...)
9.3 Alle voor- en nadelen verbonden aan Participaties die Stichting AEGON BeleggingsGiro voor een Deelnemer houdt, zijn voor rekening en risico van de desbetreffende Deelnemer."
De SprintPlan-overeenkomst:
“ (...)
Belegd bedrag: f 90.000,00
Belegd in: AEGON GarantieFonds juni 00/05
Rente: 8,00% (...)
Garantiewaarde: f 90.000,00
(...)”
3.
De vordering en het verweer
3.1.
[Eisers] hebben - kort weergegeven - gevorderd:
primair: dat de rechtbank voor recht verklaart dat de tussen [eisers] en Spaarbeleg gesloten SprintPlan-overeenkomsten (hierna te noemen: de SprintPlan-overeenkomsten) zijn vernietigd en dat zij Spaarbeleg veroordeelt om alle door hen in het kader van deze SprintPlan-overeenkomsten aan Spaarbeleg betaalde bedragen aan hen terug te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van deze procedure;
subsidiair: dat de rechtbank voor recht verklaart dat de tussen [eisers] en Spaarbeleg gesloten SprintPlan-overeenkomsten zijn ontbonden en dat zij Spaarbeleg veroordeelt alle door hen in het kader van deze SprintPlan-overeenkomsten aan Spaarbeleg betaalde bedragen aan hen terug te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van deze procedure.
3.2.
Spaarbeleg heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van [eisers] in hun vordering, althans tot afwijzing van deze vordering.
3.3.
De grondslagen van de vorderingen en het verweer komen in het volgende voor zoveel nodig aan de orde.
4.
De beoordeling
Dwaling
4.1.
Primair stellen [eisers] zich op het standpunt dat de SprintPlan-overeenkomsten met Spaarbeleg tot stand zijn gekomen onder invloed van dwaling. Op die grond hebben [eisers] de vernietiging van deze overeenkomsten ingeroepen.
Volgens [eisers] heeft Spaarbeleg door de mededelingen van één van haar tussenpersonen ([tussenpersoon]) en de inhoud van de door haar aan [eisers] verstrekte schriftelijke informatie bij hen de onjuiste indruk gewekt dat het SprintPlan een spaarplan was dat aan deelnemers, op voorwaarde van maandelijkse stortingen van f 600,-- gedurende vijf jaar, een eindbedrag garandeerde van f. 90.000,-- per afgesloten SprintPlan-overeenkomst.
[Tussenpersoon] heeft - aldus [eisers] - aan hen vóór de totstandkoming van de SprintPlan-overeenkomsten uitdrukkelijk medegedeeld:
- dat het SprintPlan van Spaarbeleg een spaarplan was dat een eindbedrag garandeerde van f. 90.000,--;
- dat het SprintPlan géén leaseproduct was en
- dat [eisers] geen enkel financieel risico zouden lopen.
In werkelijkheid bleek het SprintPlan echter een aandelenleaseplan te zijn waarbij een deelnemer maandelijks een bedrag van f. 600,-- aan rente over een bij Spaarbeleg afgesloten lening van f. 90.000,-- betaalt, met welke lening Spaarbeleg vervolgens voor rekening en risico van de deelnemer participaties koopt in het Aegon GarantieFonds.
Volgens [eisers] zouden zij de SprintPlan-overeenkomsten bij een juiste voorstelling van zaken niet hebben gesloten.
4.2.
Spaarplan heeft betwist dat [tussenpersoon] de door [eisers] gestelde mededelingen heeft gedaan, alsmede gesteld dat eventuele mededelingen van deze tussenpersoon over het SprintPlan niet aan haar kunnen worden toegerekend. Voorts heeft zij betoogd dat uit de door haar verstrekte schriftelijke informatie voldoende duidelijk blijkt dat het SprintPlan geen spaarplan is, maar een aandelenleaseplan.
Ten aanzien van de mededelingen van [tussenpersoon]
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt.
Voor zover zou komen vast te staan dat [tussenpersoon] de door [eisers] gestelde mededelingen aan hen zou hebben gedaan, is daarmee nog niet de conclusie gerechtvaardigd dat deze mededelingen ook aan Spaarbeleg dienen te worden toegerekend. Slechts onder bijzondere omstandigheden is Spaarbeleg aansprakelijk voor mededelingen die tussenpersonen over haar producten doen. De omstandigheid dat [tussenpersoon] zijn onderneming dreef onder dezelfde of een vergelijkbare handelsnaam als een dochtermaatschappij van Spaarbeleg en dat hij adviseerde over en bemiddelde bij het afsluiten van financiële producten van Spaarbeleg, is onvoldoende om de gestelde mededelingen van [tussenpersoon] aan Spaarbeleg toe te rekenen.
De schriftelijke informatie van Spaarbeleg
4.4.
De rechtbank stelt voorop dat van consumenten zoals [eisers], die een groot bedrag willen investeren in een financieel product (in casu in totaal f. 180.000,-- (het totaalbedrag aan rente dat [eisers] uit hoofde van de vijf SprintPlan-overeenkomsten over de gehele contractsperiode aan Spaarbeleg verschuldigd zijn)) mag worden verwacht dat zij de in dat kader aan hen beschikbaar gestelde informatie met de nodige aandacht en oplettendheid bestuderen.
4.5.
Vaststaat dat [tussenpersoon] aan [eisers] vóór de totstandkoming van de SprintPlan-overeenkomsten inschrijvingsformulieren van Spaarbeleg ter hand heeft gesteld, en dat op de achterzijde van dit formulier een samenvatting van de toepasselijke algemene voorwaarden was afgedrukt. Partijen verschillen van mening over het feit of ook de SprintPlan-brochure vóór de verzending van de ingevulde inschrijfformulieren aan Spaarbeleg aan [eisers] is verstrekt. Naar het oordeel van de rechtbank is dit echter niet van belang. Immers, de acceptatie door Spaarbeleg van deze inschrijfformulieren (i.e. de aanvaarding van het aanbod van [eisers] om de SprintPlan-overeenkomsten aan te gaan) vindt plaats onder de opschortende voorwaarde dat de Deelnemer niet voorafgaand aan de aanvangsdatum van een SprintPlan-contract kenbaar maakt alsnog van het sluiten van een SprintPlan-contract af te zien (artikel 2 van de Algemene Voorwaarden). Binnen deze bedenktijd (die ingevolge artikel 3 van de Algemene Voorwaarden ongeveer twee weken bedraagt) kan de Deelnemer kenbaar maken van de SprintPlan-overeenkomst af te zien en daarmee zonder kosten of verplichtingen voorkomen dat de SprintPlan-overeenkomst tot stand komt. Spaarbeleg heeft [eisers] ook expliciet op deze bedenktijd gewezen in het inschrijfformulier en de brief die het zogenaamde Welkomstpakket (de SprintPlan-brochure, de volledige tekst van de Algemene Voorwaarden en de SprintPlan-overeenkomst) begeleidde. Dit betekent dat de onderhavige vijf SprintPlan-overeenkomsten pas totstandgekomen zijn, nadat de bedenktijd ongebruikt was verstreken en [eisers] van het toegezonden Welkomstpakket (waaronder de SprintPlan-brochure) kennis hadden kunnen nemen. De rechtbank zal dan ook bij de beoordeling van het beroep op dwaling betekenis toekennen aan de inhoud van de SprintPlan-brochure, de volledige tekst van de Algemene Voorwaarden en de SprintPlan-overeenkomst zelf.
4.6.
Naar het oordeel van de rechtbank hebben [eisers] uit de door Spaarbeleg verstrekte informatie zelfs bij oppervlakkige lezing niet kunnen en mogen afleiden dat het SprintPlan een spaarproduct was. In de samenvatting van de Algemene Voorwaarden en de SprintPlan-brochure is op duidelijke wijze uiteengezet hoe het SprintPlan werkt.
De samenvatting van de Algemene Voorwaarden:
"(...) Op de aanvangsdatum van een SprintPlan-contract worden voor de Deelnemer een aantal (fracties van) participaties van de desbetreffende serie aangekocht. De aankoopsom wordt gefinancierd door Spaarbeleg. Het maandbedrag van een Deelnemer dient tenminste NLG 100 en ten hoogste NLG 600 te bedragen. Het door de Deelnemer betaalde maandbedrag is rente over de aankoopsom van de voor hem gekochte (fracties van) participaties. De (fracties van) participaties worden op naam van Stichting SpaarbelegGiro gesteld, die deze voor rekening en risico van de Deelnemer gaat houden. (...)
Na afloop van een SprintPlan-contract vindt eindafrekening plaats. Alsdan betaalt Spaarbeleg aan de Deelnemer het bedrag dat na de einddatum wordt uitgekeerd op de alsdan voor de Deelnemer gehouden (fracties van) participaties, verminderd met de voor het SprintPlan-contract geldende aankoopsom en verder verminderd met al hetgeen de Deelnemer alsdan uit hoofde van het SprintPlan-contract aan Spaarbeleg verschuldigd mocht zijn. (...)"
De SprintPlan-brochure:
"Uw maandbedrag is een vergoeding (rente) voor het bedrag dat Spaarbeleg u voorschiet. Hoe lager die rente is, hoe groter het bedrag dat we u kunnen voorschieten. Door de lage rente van dit moment (8%) gaat er direct groot bedrag voor u aan de slag! En daar profiteert daar optimaal van omdat het rendement op dit voorgeschoten bedrag voor u is. Het bedrag wordt belegd in het AEGON GarantieFonds. Na 5 jaar wordt de waarde van deze belegging uitgekeerd, minus het door Spaarbeleg voorgeschoten bedrag.(...)"
Bij oplettende bestudering van deze informatie hadden [eisers] kunnen en moeten begrijpen dat het SprintPlan inhield dat de deelnemer maandelijks een bedrag aan rente zou betalen over een bij Spaarbeleg afgesloten lening, en dat Spaarbeleg vervolgens met deze lening voor rekening en risico van de deelnemer participaties zou kopen in het Aegon GarantieFonds.
4.7.
Uit het voorgaande volgt dat voor zover [eisers] in de door hen gestelde zin gedwaald hebben terzake van de inhoud van de SprintPlan-overeenkomsten, zij deze dwaling aan zichzelf te wijten hebben, en niet aan de door Spaarbeleg verstrekte schriftelijke informatie. De rechtbank wijst het beroep van [eisers] op dwaling, en de daarop gebaseerde primaire vordering dan ook af.
Schending zorgplicht
4.8.
Subsidiair hebben [eisers] aangevoerd dat Spaarbeleg in zodanige mate tekortgeschoten is in de nakoming van de op de haar rustende zorgplicht dat zij gerechtigd zijn de SprintPlan-overeenkomsten te ontbinden. De schending van deze zorgplicht bestaat volgens hen uit het volgende:
- Spaarbeleg heeft zich niet verdiept in de financiële omstandigheden en behoeften van [eisers];
- Spaarbeleg heeft geen risicoprofiel van [eisers] opgesteld met betrekking tot de ervaring, de beleggingsdoelstellingen, de bereidheid om risico’s te nemen en het vermogen om de risico’s te dragen;
- Spaarbeleg heeft aan [eisers] geen financieel product aangeboden dat past bij hun behoeften en mogelijkheden;
- Spaarbeleg heeft nagelaten aan [eisers] een deugdelijke voorlichting over het SprintPlan te geven.
4.9
Op een financiële instelling als Spaarbeleg rust bij het afsluiten van financiële producten met consumenten een zorgplicht, die inhoudt dat zij op basis van haar kennis over de betreffende consument (de beleggingservaring, de bereidheid om financiële risico’s te lopen en de mogelijkheden om deze risico’s te dragen) hem of haar optimaal dient te adviseren over het bij hem of haar passende product en voorts volledig, juist en op een voor de gemiddelde consument begrijpelijke wijze dient te informeren over de aard en de inhoud van het geadviseerde product en de omvang van de daaraan verbonden financiële risico’s. Deze zorgplicht vloeit niet alleen voort uit het feit dat Spaarbeleg op het gebied van financiële dienstverlening deskundig is of mag worden geacht, terwijl deze deskundigheid bij consumenten over het algemeen ontbreekt, doch tevens uit de beschermingsgedachte die ten grondslag ligt aan de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten (93/22/EEG) almede de Wet Toezicht Effectenverkeer en de Nadere Regeling Toezicht Effectenverkeer.
De omvang van deze zorgplicht hangt af van de kenmerken van de betreffende consument, de aard van het betreffende financiële product, alsmede de omvang van de financiële risico’s die de betreffende consument bij het afsluiten van het betreffende product loopt.
4.1
Teneinde de omvang van de hiervoor omschreven zorgplicht in het onderhavige geval vast te stellen, zal in het navolgende worden onderzocht wat de kenmerken van de onderhavige consument en het onderhavige product zijn.
Vaststaat dat [eisers] geen deskundige belegger is, en slechts twee maal eerder een financieel product bij Spaarbeleg heeft afgesloten. Niet gesteld of gebleken is dat Spaarbeleg voor het overige (de bereidheid van [eisers] om financiële risico’s te lopen en de financiële mogelijkheden om deze risico’s te dragen) over enige relevante kennis met betrekking tot [eisers] beschikte.
Het onderhavige door Spaarbeleg aan [eisers] aangeboden product (het SprintPlan) kenmerkt zich door de volgende, ingewikkelde, financiële constructie:
1. de deelnemer sluit een lening bij Spaarbeleg en betaalt daarvoor maandelijks rente (in casu fl. 600,00 per maand per Sprintplan-contract);
2. de lening wordt door Spaarbeleg niet aan de deelnemer ter beschikking gesteld, doch meteen gebruikt om (fracties van) participaties in een door haar beheerd althans aan haar gelieerd beleggingsfonds te kopen;
3. de participaties worden niet op naam van de deelnemer, doch op naam van een aan Spaarbeleg gelieerde stichting gesteld;
4. de deelnemer heeft geen invloed op de samenstelling van de participaties;
5. na vijf jaar wordt de waarde van de participaties verminderd met het bedrag van de lening (en eventuele andere door de deelnemer verschuldigde bedragen) aan de deelnemer uitgekeerd;
6. indien de waarde van de participaties minder bedraagt dan de hoogte van de lening, is de deelnemer - bij voltooiing van de contractsduur van 5 jaar - ten gevolge van een door Spaarbeleg getroffen voorziening het gedeelte van de lening dat niet door de waarde van de participaties wordt gedekt, niet aan Spaarbeleg verschuldigd;
7. de looptijd van de SprintPlan-overeenkomst staat bij aanvang vast (vijf jaar);
8. de SprintPlan-overeenkomst kan tussentijds opgezegd worden; alsdan vervalt wel de onder 6 weergegeven garantie;
9. de hoogte van het belegde bedrag staat bij aanvang vast (in casu fl. 90.000,00 per SprintPlan-contract).
Aan het SprintPlan zijn aanzienlijke financiële risico’s verbonden:
1.Indien de voor rekening en risico van de deelnemer gekochte participaties over de contractsperiode van vijf jaar minder in waarde stijgen dan de rente die de deelnemer voor de lening heeft betaald, levert het SprintPlan voor de deelnemer per saldo verlies op. Immers, het rendement van de lening (de waarde van de participaties verminderd met de aankoopsom van de lening) bedraagt alsdan minder dan hetgeen voor de lening aan rente is betaald. Dit verlies kan - bij de keuze voor het maximale maandbedrag (rente) van fl. 600,00 per maand (waarvoor [eisers] hebben gekozen) - oplopen tot fl. 36.000,00 per SprintPlan-contract (fl. 600,00 x 12 maanden x vijf jaar). [eisers] hebben vijf SprintPlan-overeenkomsten voor het maximale bedrag afgesloten. Voor hen kon het verlies aldus oplopen tot fl. 180.000,00 (5 x fl. 36.000,00). Alleen bij een stijging van de waarde van de aangekochte participaties boven de toepasselijke rente levert het SprintPlan voor de deelnemer winst op.
2.Indien de deelnemer- bijvoorbeeld wegens betalingsonmacht- de SprintPlan-overeenkomsten vervroegd wenst op te zeggen, loopt hij het risico dat hij of zij niet alleen verlies lijdt door het niet terugverdienen van de betaalde rente, maar ook - indien de waarde van de participaties op dat moment gelegen is onder het bedrag van de lening- dat zij dit deel van de lening aan Spaarbeleg zal moeten terugbetalen. Alsdan geldt de garantie van de waarde van de afgesloten lening, zoals vermeld in de SprintPlan-brochure (en zoals hiervoor weergegeven onder 6), niet. [eisers] hebben vijf SprintPlan-overeenkomsten (en daarmee tevens vijf leningen) afgesloten voor het maximale bedrag van fl. 90.000,00 per SprintPlan-contract (derhalve in totaal voor een bedrag van fl. 450.000,00). Een eventuele verplichting van [eisers] om bij vervroegde opzegging alleen al een deel van dit bedrag aan Spaarbeleg terug te moeten betalen, zou in het geval van [eisers] een zeer groot financieel risico opleveren. Voorts is een deelnemer bij vervroegde opzegging een boeterente verschuldigd van 5% van de aankoopsom (hetgeen in het onderhavige geval neer zou komen op in totaal f. 22.500,--).
4.11
Gezien het ontbreken van kennis bij Spaarbeleg over de specifieke situatie van [eisers], de ingewikkelde aard van het financiële product en de aanzienlijke, daaraan verbonden financiële risico’s is de rechtbank van oordeel dat de onder 4.9 omschreven zorgplicht ook met betrekking tot het onderhavige product (SprintPlan) in volle omvang gold. De omstandigheid dat de looptijd, het belegde bedrag en het fonds waarin door Spaarbeleg zou worden belegd, reeds bij aanvang vaststonden, dat de overeenkomsten opzegbaar waren en dat een voorziening was getroffen voor een garantie van de waarde van de afgesloten leningen, is - in het licht van hetgeen hiervoor onder 4.10 is overwogen - van onvoldoende gewicht om hierin verandering te brengen.
4.12
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Spaarbeleg in ieder geval niet voldaan aan haar zorgplicht, voor zover deze betrekking heeft op haar verplichting om [eisers] volledig, juist en op een voor hen begrijpelijke wijze te informeren over de omvang van de aan het SprintPlan verbonden financiële risico’s, en wel op grond van het volgende.
Zoals hiervoor reeds is overwogen, kunnen eventuele door [tussenpersoon] aan [eisers] gedane mededelingen niet aan Spaarbeleg worden toegerekend. Dit geldt derhalve eveneens voor eventuele mededelingen van [tussenpersoon] die in positieve zin van invloed zijn op de vervulling van de zorgplicht door Spaarbeleg. Dit brengt mee dat de rechtbank in het navolgende slechts zal beoordelen of Spaarbeleg door middel van de verstrekking van de onder 2.4 en 2.5 weergegeven schriftelijke informatie aan haar zorgplicht heeft voldaan.
De rechtbank stelt vast dat in de door Spaarbeleg verstrekte schriftelijke informatie slechts in algemene termen over het bestaan van financiële risico’s wordt gesproken.
De SprintPlan-brochure:
"(...)het GarantieFonds biedt u de garantie dat het voorgeschoten bedrag na 5 jaar nooit in waarde kan dalen. U loopt dus alleen risico over uw rentebetalingen. (...)
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. (...) Als de beurs onverwacht tegenvalt, loopt u risico over uw rentebetalingen. (...)
Bij tussentijdse beëindiging komt de garantie op het voorgeschoten bedrag te vervallen."
De Algemene Voorwaarden Spaarbeleg SprintPlan:
"Alle voor- en nadelen verbonden aan Participaties die Stichting AGON BeleggingsGiro voor een Deelnemer houdt, zijn voor rekening en risico van de desbetreffende Deelnemer."
In de door Spaarbeleg verstrekte informatie wordt niet gewezen op de omvang van de mogelijke financiële risico’s, terwijl deze - zoals hiervoor reeds is overwogen - aanzienlijk kunnen zijn (bij voltooiing van de contractsduur: tot fl. 36.000,00 per SprintPlan-contract). Integendeel, in de SprintPlan-brochure geeft Spaarbeleg slechts voorbeelden die uitgaan van een optimistisch scenario (een Samengestelde Index van 12 procent).
De omstandigheid dat een eventuele vervroegde opzegging van de SpintPlan-overeenkomsten ertoe kan leiden dat zelfs een deel van de lening dient te worden terugbetaald, is in de algemene voorwaarden vermeld, doch op een zodanige wijze dat het niet begrijpelijk kan worden geacht voor de gemiddelde consument. Immers, deze consequentie van vervroegde opzegging dient afgeleid te worden uit het feit dat bij vervroegde opzegging alsdan de dagwaarde van de participaties (artikel 8.4) in plaats van het bedrag dat na de einddatum wordt uitgekeerd op de (fracties van) Participaties (artikel 7.1), verminderd met het bedrag van de lening aan de deelnemer wordt uitgekeerd.
In de SprintPlan-brochure is dit wel één keer duidelijk vermeld ("Bij tussentijdse beëindiging komt de garantie op het voorgeschoten bedrag te vervallen."), doch zonder dat gewezen wordt op de omvang van de daaraan verbonden financiële risico’s.
Een volledige en juiste voorlichting brengt naar het oordeel van de rechtbank bij een ingewikkelde financiële constructie als bij het onderhavige SprintPlan, voorts mee dat Spaarbeleg deelnemers in haar informatie had moeten wijzen op het feit dat alleen bij een waardestijging van de participaties die hoger is dan de betaalde rente, door de deelnemer winst zou worden gemaakt. Een dergelijke mededeling ontbreekt echter in de door Spaarbeleg aan [eisers] verstrekte informatie.
4.13
Uit het voorgaande volgt dat Spaarbeleg tekortgeschoten is in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht. Anders dan Spaarbeleg heeft gesteld, is in het onderhavige geval voor het ontstaan van de tekortkoming geen ingebrekestelling vereist, nu de nakoming van de zorgplicht reeds blijvend onmogelijk is. Immers, de nakoming van de zorgplicht had vóór de totstandkoming van de SprintPlan-overeenkomsten moeten plaatsvinden en kan niet alsnog plaatsvinden. Dit betekent dat [eisers] in beginsel gerechtigd zijn de vijf SprintPlan-overeenkomsten te ontbinden, tenzij de tekortkoming - gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis - deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Dit laatste zou het geval kunnen zijn, indien aannemelijk is dat [eisers] de vijf SprintPlan-overeenkomsten ook zouden hebben gesloten, indien Spaarbeleg wel aan haar zorgplicht had voldaan.
4.14
Volgens [eisers] waren zij ten tijde van het afsluiten van de onderhavige SprintPlan-overeenkomsten niet bereid om met het investeren van hun geld financiële risico’s te lopen. Indien Spaarbeleg hen op de omvang van de aan het SprintPlan verbonden financiële risico's had gewezen, zouden zij de SprintPlan-overeenkomsten niet hebben gesloten, aldus [eisers].
Spaarbeleg stelt zich op het standpunt dat [eisers] de SprintPlan-overeenkomsten ook zouden hebben gesloten, indien zij haar zorgplicht wel zou zijn nagekomen, aangezien [eisers] de uit deze overeenkomsten voortvloeiende verplichtingen konden voldoen en geïnteresseerd waren in beleggingsproducten.
Nu de bewijslast dat de tekortkoming geen ontbinding rechtvaardigt, rust op de tekortschietende partij, zal Spaarbeleg in de gelegenheid worden gesteld bewijs te leveren van haar stelling dat [eisers] de SprintPlan-overeenkomsten ook zouden hebben gesloten, indien Spaarbeleg hen wel op de aan het SprintPlan verbonden risico's had gewezen. In het kader van deze bewijslevering zal onder meer van belang zijn of [tussenpersoon] - zoals hij in zijn door Spaarbeleg overlegde verklaring heeft gesteld - [eisers] uitdrukkelijk op de omvang van de financiële risico’s heeft gewezen, en of [eisers] desondanks tot het afsluiten van de vijf SprintPlan-overeenkomsten zijn overgegaan.
4.15
De rechtbank zal iedere verdere beslissing aanhouden.
5.
De beslissing
De rechtbank:
5.1
Laat Spaarbeleg toe tot het leveren van het bewijs als bedoeld in nummer 4.14;
5.2
Bepaalt dat als Spaarbeleg het bewijs door middel van getuigen wil leveren, de getuigenverhoren zullen worden gehouden voor het lid van de meervoudige kamer van deze rechtbank, mr. D.C.P.M. Straver, op dinsdag 31 augustus 2004 te 13.30 uur in het gebouw van deze rechtbank, Vrouwe Justitiaplein 1 te Utrecht;
5.3
Bepaalt dat de partij die op dit tijdstip niet kan verschijnen, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de secretaresse (mevrouw H. Alberts, kamer A2-16) van mr. Straver om een nadere dagbepaling dient te vragen, zulks onder opgave van de verhinderdata van beide partijen;
5.4
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. R.J. Verschoof, D.C.P.M. Straver en L.M.G. de Weerd en is in het openbaar uitgesproken op woensdag 7 juli 2004.
w.g. griffier w.g. rechter