ECLI:NL:RBUTR:2004:AP5401
Rechtbank Utrecht
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Geschil over de verkoop van medische hulpmiddelen en CE-markering
In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Utrecht, betreft het een kort geding tussen Mediprof Holland B.V. en KCI Medical B.V. over de verkoop van medische hulpmiddelen, specifiek een wondbehandelingssysteem. Mediprof had eerder een verbod gekregen om een systeem voor wondbehandeling met onderdruk te verkopen, maar stelt nu dat zij geen dwangsommen heeft verbeurd omdat het systeem inmiddels door Dermaprof wordt aangeboden, dat niet betrokken was bij het eerdere vonnis. KCI vordert in reconventie dat Mediprof en Dermaprof worden verboden om betrokken te zijn bij de verkoop van het systeem, omdat zij menen dat het systeem niet voldoet aan de wettelijke eisen voor medische hulpmiddelen, waaronder de CE-markering.
De voorzieningenrechter heeft de feiten en de juridische context van de zaak grondig onderzocht. Mediprof en KCI zijn beide actief in de fabricage en verkoop van medische artikelen. KCI is exclusief licentienemer van een VAC-systeem, dat onderhevig is aan patenten. Mediprof heeft in het verleden een pomp aangeboden die niet CE-gemarkeerd was voor de toepassing waarvoor deze nu wordt aangeboden. De rechter heeft vastgesteld dat Dermaprof, die het systeem nu aanbiedt, de benodigde CE-markering heeft voor de Kerlix-gazen die zij gebruikt.
De rechter oordeelt dat KCI niet aannemelijk heeft gemaakt dat Mediprof in strijd met het eerdere vonnis heeft gehandeld. De voorzieningenrechter heeft daarom de vordering van KCI afgewezen en bepaald dat Mediprof geen dwangsommen verbeurd heeft. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 22 juni 2004.