Uitspraak
VONNIS
I.P.Killian en is in het openbaar uitgesproken op woensdag 23 juni 2004.
Rechtbank Utrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 23 juni 2004 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [eiseres] B.V., en haar werknemer, aangeduid als [gedaagde]. De procedure volgde op een dagvaarding van 13 januari 2004, waarin [eiseres] vorderde dat [gedaagde] een bedrag van € 140.000,-- zou terugbetalen, dat hij op 30 december 2003 zonder toestemming van [eiseres] van de bedrijfsrekening naar zijn privé-rekening had overgemaakt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] als werknemer bevoegd was om bankhandelingen te verrichten, maar dat deze bevoegdheid niet omvatte het overmaken van grote bedragen voor persoonlijke doeleinden zonder toestemming van [eiseres]. [gedaagde] heeft betwist dat de overboeking zonder toestemming heeft plaatsgevonden en stelde dat het bedrag als een lening was bedoeld voor het opzetten van een eigen bedrijf. De rechtbank oordeelde echter dat [gedaagde] niet voldoende bewijs had geleverd voor deze claim en dat hij in strijd met zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst had gehandeld.
De rechtbank heeft geoordeeld dat [gedaagde] het bedrag van € 140.000,-- aan [eiseres] moet terugbetalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van beslaglegging op 13 januari 2004. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van [eiseres]. De uitspraak is gedaan door mr. K. Killian en is openbaar uitgesproken op 23 juni 2004.