ECLI:NL:RBUTR:2003:AO0069
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake valsgeldtransactie tussen de Coöperatieve Rabobank 'Vechten Plassen' U.A. en gedaagde
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 10 december 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Coöperatieve Rabobank 'Vechten Plassen' U.A. en een gedaagde, die betrokken was bij een valsgeldtransactie. De Rabobank had een rekening-courant overeenkomst met de gedaagde, waarbij deze op verschillende momenten Bahreinse Dinars (BHD) had gestort. Na controle bleek dat de gestorte BHD vals waren, wat leidde tot een debitering van de rekening-courant van de gedaagde door de Rabobank. De Rabobank vorderde betaling van het debetsaldo, terwijl de gedaagde de Rabobank aansprak voor het debiteren van zijn rekening zonder recht of titel. De rechtbank oordeelde dat de Rabobank niet tijdig had gereclameerd over de valsheid van de BHD die op 20 en 21 juni 2002 waren gestort, waardoor de Rabobank haar rechten had verwerkt. De rechtbank gaf de Rabobank de gelegenheid om bewijs te leveren dat alle door de gedaagde gestorte BHD vals waren. De uitspraak benadrukt de zorgplicht van banken bij het accepteren van vreemde valuta en de verantwoordelijkheden van cliënten in het betalingsverkeer.