ECLI:NL:RBUTR:2003:AL8279

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
1 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
160978/HAZA 03-908
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toerekenbare tekortkoming in de uitvoering van een overeenkomst tot levering en montage van een akoestisch plafond

In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 1 oktober 2003 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Projectsystemen B.V. en meerdere gedaagden. Projectsystemen had een overeenkomst gesloten met een aannemer voor de levering en montage van een akoestisch plafond in een appartementencomplex. De gedaagde partij, die verantwoordelijk was voor de montage, heeft een metalen frame aangebracht, maar dit frame raakte beschadigd door werkzaamheden van andere partijen. Na de montage van het plafond ontstonden er klachten over de kwaliteit, wat leidde tot een onderzoek door de leverancier van het plafond, Coatacoustic B.V. Deze concludeerde dat de gebreken aan het plafond te wijten waren aan het ondeugdelijk aangebrachte frame. Projectsystemen vorderde schadevergoeding van de gedaagde partij, die op haar beurt ook een vordering indiende in reconventie voor onbetaalde facturen.

De rechtbank oordeelde dat de gedaagde tekort was geschoten in haar verplichtingen door het frame niet deugdelijk te herstellen, maar dat Projectsystemen de gedaagde niet in de gelegenheid had gesteld om de gebreken te herstellen. Dit leidde tot de conclusie dat de gedaagde niet in verzuim was, behalve voor de materiaalkosten van de nieuwe plafondplaten. De rechtbank hield verdere beslissingen aan en verwees de zaak naar een rolzitting voor het nemen van een akte door Projectsystemen over de kosten van de nieuwe plafondplaten.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van partijen in een overeenkomst en de noodzaak om elkaar de gelegenheid te geven om gebreken te herstellen voordat verzuim kan worden ingeroepen. De zaak illustreert ook de complexiteit van aansprakelijkheid in contractuele relaties, vooral wanneer meerdere partijen betrokken zijn bij de uitvoering van een project.

Uitspraak

VONNIS
van de rechtbank Utrecht, enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met
beperkte aansprakelijkheid
PROJECTSYSTEMEN B.V.,
gevestigd te Nijkerk,
e i s e r e s in conventie,
v e r w e e r s t e r in reconventie,
procureur: mr. D. van de Lockant-Geschiere,
- t e g e n -
1. de vennootschap onder firma [gedaagde 1], gevestigd te [vestigingingsplaats],
2. [gedaagde 2], wonende te [woonplaats],
3. [gedaagde 3], wonende te [woonplaats],
4. [gedaagde 4], wonende te [woonplaats],
5. [gedaagde 5], wonende te [woonplaats],
g e d a a g d e n in conventie,
e i s e r s in reconventie,
procureur: mr. J.A. van Laar.
Partijen worden hierna respectievelijk Projectsystemen en (in enkelvoud) [gedaagde] genoemd.
1.
Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende processtukken:
- de dagvaarding, met producties;
- conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie, met producties;
- ambtshalve gewezen tussenvonnis van 2 juli 2003, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- proces-verbaal van comparitie van partijen van 21 augustus 2003.
Partijen hebben vervolgens vonnis gevraagd.
2.
De feiten
In conventie en in reconventie
2.1.
Projectsystemen heeft begin april 2002 een overeenkomst gesloten met aannemer [de aannemer] te Amsterdam tot levering en montage van een akoestisch plafond, hierna: het plafond, in het project appartement De Driesprong te Loosdrecht. Leverancier van dit plafond was Coatacoustic B.V. (hierna: Coatacoustic).
2.2.
Partijen zijn in april 2002 overeengekomen dat [gedaagde] de montage van het plafond op zich zou nemen tegen een prijs van € 20,- per m2, exclusief blikwerk en bevestigingsmaterialen. Voordat [gedaagde] met de werkzaamheden is gestart, heeft zij aan Projectsystemen medegedeeld dat de door de opdrachtgever gewenste plafondhoogte problemen zou opleveren, onder meer met betrekking tot de randaansluitingen, elektra en andere voorzieningen.
2.3.
Omstreeks 8 april 2002 is [gedaagde] gestart met het aanbrengen van een metalen frame, bestaande uit C- en U-profielen, ten behoeve van de te bevestigen plafondpanelen. Nadat het frame was bevestigd heeft [gedaagde] de werkzaamheden moeten staken, omdat de elektricien en de loodgieter leidingen moesten aanleggen.
2.4.
In de tweede helft van augustus 2002 is [gedaagde] teruggekeerd op het project. Daar bleek dat het metalen frame als gevolg van de werkzaamheden van de elektricien en de loodgieter was beschadigd. [Gedaagde] heeft de schade besproken met de uitvoerder van de aannemer, [uitvoerder], en vervolgens in opdracht van Projectsystemen herstelwerkzaamheden uitgevoerd aan het frame. Na het uitvoeren van de herstelwerkzaamheden heeft [gedaagde] de plafondplaten gemonteerd.
2.5.
[Gedaagde] heeft voor de door haar uitgevoerde werkzaamheden, inclusief de herstelwerkzaamheden, aan Projectsystemen in totaal een bedrag van € 6.422,- gefactureerd. Projectsystemen heeft hierop in totaal een bedrag van € 3.762,- betaald.
2.6.
In verband met klachten ter zake van het door [gedaagde] gemonteerde plafond heeft Coatacoustic op 16 oktober 2002 een onderzoek ingesteld. Bij brief van 18 oktober 2002 heeft Coatacoustic vervolgens aan Projectsystemen geschreven, kort gezegd, dat de aan het plafond geconstateerde onregelmatigheden onmogelijk gerepareerd kunnen worden en dat zij adviseert het bestaande plafond te verwijderen en te vervangen door een nieuw coatacousticplafond. Voorts schrijft Coatacoustic in deze brief:
"Enkel en alleen Coatacoustic B.V. levert en monteert vanaf heden nog het naadloze acoustische plafondsysteem teneinde dergelijke voorvallen te voorkomen."
2.7.
Na een offerte van Coatacoustic van 19 oktober 2002 heeft Projectsystemen, bij opdrachtbevestiging van diezelfde datum, Coatacousic opdracht gegeven tot herstel c.q. vernieuwing van het plafond voor een aanneemsom van in totaal € 31.200,- . Na een inspectie van het plafond door de architect, de hoofdaannemer en Coatacoustic op 23 oktober 2002, heeft Coatacoustic op 8 november 2002 aan Projectsystemen een offerte voor meerwerk gezonden voor een bedrag van € 21.995,- in verband met extra te treffen voorzieningen. Coatacoustic heeft het nieuwe plafond uiteindelijk geleverd en geplaatst voor een bedrag van € 53.195,-.
2.8.
Bij brief van 29 oktober 2002 heeft Projectsystemen [de gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de kosten als gevolg van de afkeuring van het door [gedaagde] aangebrachte plafond. [Gedaagde] heeft deze aansprakelijkheid van de hand gewezen.
2.9.
In 2002 heeft [gedaagde], in verband met door haar in opdracht van Projectsystemen verrichte werkzaamheden, aan Projectsystemen de navolgende facturen gezonden:
- factuur d.d. 21 april 2002, nummer 99413, met omschrijving "voor u gewerkt bij SBS6 te A'dam, voor een bedrag van € 570,-;
- factuur d.d. 6 september 2002, nummer 99478, met omschrijving "voor u gewerkt in Maartensdijk, project EDI" voor een bedrag van € 342,-;
- factuur d.d. 22 september 2002, nummer 99486, met omschrijving "voor u gewerkt in Amersfoort, project de Soeverein" voor een bedrag van € 1.380,-;
- factuur d.d. 27 september 2002, nummer 99490, met omschrijving "voor u gewerkt in A'foort, project De Soeverein" voor een bedrag van € 1.920,-;
- factuur d.d. 27 oktober 2002, nummer 99499, met omschrijving "voor u gewerkt in Amersfoort, project de Soeverein" voor een bedrag van € 1.327,99.
Projectsystemen heeft deze facturen onbetaald gelaten.
2.10.
Bij brief van 2 december 2002 heeft Projectsystemen [gedaagde] gesommeerd tot betaling van de kosten van het nieuwe plafond, vermeerderd met rente en incassokosten en verminderd met een bedrag van € 9.365,61 op grond van verrekening met vorderingen van [gedaagde] op Projectsystemen.
3.
De vorderingen en het verweer
In conventie en in reconventie
3.1
Projectsystemen vordert in conventie [gedaagde], bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 45.371,39, vermeerderd met de wettelijke rente over € 43.829,39 vanaf 12 december 2002 tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Projectsystemen baseert haar vordering op toerekenbaar tekortschieten van [gedaagde] in de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden, in die zin dat [gedaagde] het plafond zo ondeugdelijk heeft gemonteerd, dat uiteindelijk een volledige vernieuwing van dat plafond noodzakelijk was.
3.3.
[Gedaagde] vordert in reconventie, na vermindering van eis, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, Projectsystemen te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 8.199,99, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2003 en met veroordeling van Projectsystemen in de proceskosten.
3.4.
[Gedaagde] baseert deze vordering op de hiervoor onder 2.5. en 2.9. genoemde facturen, waarop de reeds door Projectsystemen betaalde bedragen in verband met het project De Driesprong in mindering moeten worden gebracht.
3.5.
Partijen hebben over en weer in conventie en in reconventie verweer gevoerd. Deze verweren komen hierna, voor zover bij de beoordeling van de vordering van belang, aan de orde.
4.
De beoordeling
In conventie
4.1.
Uit hetgeen over en weer is gesteld volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de door Coatacoustic vastgestelde gebreken aan het door [gedaagde] gemonteerde plafond te wijten zijn aan gebreken in het metalen frame dat door [gedaagde] was aangebracht en waarop de plafondplaten zijn gemonteerd. [Gedaagde] heeft immers erkend dat, om een vlak en glad plafond te verkrijgen, het metalen frame eigenlijk opnieuw aangebracht moest worden.
[Gedaagde] stelt evenwel dat hij in eerste instantie een deugdelijk frame heeft aangebracht, maar dat dit frame ernstig beschadigd is geraakt door de werkzaamheden van de elektricien en de loodgieter. Door Projectsystemen wordt dit niet, althans niet gemotiveerd, betwist. Projectsystemen stelt zich evenwel op het standpunt dat zij [gedaagde] opdracht heeft gegeven het beschadigde frame te herstellen, welke opdracht [gedaagde] heeft aanvaard en uitgevoerd. Dat dit laatste niet deugdelijk is gebeurd maakt, zo begrijpt de rechtbank, dat [gedaagde] voor de door haar opgevoerde kosten aansprakelijk is.
4.2
[Gedaagde] erkent dat zij opdracht heeft gekregen de geconstateerde beschadigingen te herstellen, doch stelt dat zij Projectsystemen heeft gewaarschuwd dat deugdelijk herstel niet mogelijk was. In dit verband heeft [gedaagde] aangevoerd dat haar geen tijd werd gegund om voor een dergelijk deugdelijk herstel zorg te dragen. Zij heeft vervolgens, om Projectsystemen ter wille te zijn, meer beperkte herstelwerkzaamheden uitgevoerd.
4.3
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde], door aanvaarding van de opdracht tot herstel van de schade aan het metalen frame, de verplichting op zich heeft genomen voor deugdelijk herstel van dit frame zorg te dragen. Door zulks niet te doen is [gedaagde] tekortgeschoten in voormelde verplichting. Indien en voor zover deugdelijk herstel enkel mogelijk was door vervanging van het volledige frame, had het op haar weg gelegen Projectsystemen uitdrukkelijk daarop te wijzen, alsmede haar te wijzen op de risico's van een beperkt herstel. Dat dit is gebeurd is niet gebleken. Met name volgt zulks niet uit de verklaring van [gedaagde 2] ter gelegenheid van de comparitie van partijen. [Gedaagde 2] verklaart immers dat hij uit uitlatingen van de uitvoerder van de aannemer heeft afgeleid dat het niet mogelijk was het metalen frame en al het leidingwerk te vervangen en dat daarom werd besloten er maar het beste van te maken. Ook overigens heeft [gedaagde] geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit zou kunnen worden afgeleid dat, als ze in rechte zouden komen vast te staan, de tekortkoming van [gedaagde] niet aan haar zou kunnen worden toegerekend.
4.4
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichtingen jegens Projectsystemen. De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of [gedaagde] in verzuim is komen te verkeren. De rechtbank is van oordeel dat dit slechts deels het geval is. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 4 februari 2000, NJ 2000,258, voor zover hier van belang, overwogen dat, in een geval dat een schuldenaar aanvankelijk een ondeugdelijke prestatie heeft geleverd, doch deze vatbaar is voor herstel door alsnog een deugdelijke prestatie te leveren of het gebrek in de geleverde prestatie te herstellen, en van de schuldeiser gevergd kan worden dat hij de schuldenaar daartoe in de gelegenheid stelt, verzuim te dien aanzien in beginsel pas zal intreden nadat de schuldeiser de schuldenaar op de voet van artikel 6:82 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) de gelegenheid tot herstel heeft gegeven.
In bovengenoemde uitspraak heeft de Hoge Raad voorts overwogen dat in het geval de schuldenaar de gelegenheid heeft alsnog deugdelijk na te komen, de mogelijkheid bestaat dat de schuldeiser ten gevolge van het gebrek in de aanvankelijk geleverde prestatie schade heeft geleden die hij niet zou hebben geleden indien aanstonds deugdelijk was gepresteerd, en die niet door de vervangende prestatie wordt weggenomen. In zoverre is de tekortkoming dan niet voor herstel vatbaar en is de nakoming blijvend onmogelijk in de zin van de artikelen 6:74 en 6:81 BW. In dat geval is geen verzuim vereist en is de schuldenaar aansprakelijk voor de geleden schade.
4.5
Uit de stellingen van partijen leidt de rechtbank af dat Projectsystemen [gedaagde] niet in de gelegenheid heeft gesteld om de schade aan het plafond te herstellen, althans om bij te dragen aan het herstel van de schade aan het plafond. [Gedaagde] is immers pas op het moment dat Coatacoustic met het aanbrengen van het nieuwe plafond was gestart op de hoogte gesteld van de gebreken aan het door haar aangebrachte plafond. Daarvoor noch daarna is haar de gelegenheid geboden een bijdrage te leveren aan het herstel van het plafond.
Projectsystemen heeft op dit punt aangevoerd dat een ingebrekestelling van [gedaagde] en een sommatie tot herstel in het onderhavige geval zinloos was, omdat Coatacoustic niet langer bereid was haar plafondplaten via een derde te leveren.
De rechtbank is van oordeel dat Projectsystemen [gedaagde] onmiddellijk had dienen te verwittigen van het standpunt van haar opdrachtgever met betrekking tot het door [gedaagde] gemonteerde plafond en dat zij haar in staat had moeten stellen de gebreken te herstellen. [Gedaagde] had immers het recht om zichzelf een beeld te vormen van de gebreken waarvoor zij aansprakelijk is gesteld en om betrokken te worden bij het herstel van deze gebreken, op een voor haar minst bezwarende (en kostbare) wijze. [Gedaagde] had dan, zo nodig zelf, in overleg kunnen treden met Coatacoustic en de aannemer met betrekking tot de wijze waarop de herstelwerkzaamheden zouden worden uitgevoerd en haar aandeel daarin. De door Projectsystemen gestelde houding van Coatacoustic kan in dit licht niet aan [gedaagde] worden tegengeworpen. Te minder, nu niet valt in te zien waarom Coatacoustic, mits deugdelijk omtrent de positie van [gedaagde] in deze voorgelicht, bezwaar zou kunnen hebben gehad tegen inschakeling van [gedaagde] bij het herstel. Gesteld nog gebleken is immers dat [gedaagde] haar werkzaamheden, had beschadiging van haar werk door elektricien en loodgieter niet plaats gevonden, niet zorgvuldig zou hebben uitgevoerd.
4.6.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat [gedaagde] voor de opgevoerde kosten niet in verzuim is komen te verkeren, behoudens voor de schade bestaande uit de materiaalkosten van de nieuwe plafondplaten. Deze schade dient door [gedaagde] te worden vergoed, aangezien daarvoor geen verzuim van [gedaagde] is vereist. Had [gedaagde] immers aanstonds deugdelijk gepresteerd, dan had Projectsystemen deze kosten niet hoeven te dragen. Uit de overgelegde stukken noch uit de stellingen van partijen is af te leiden hoeveel de nieuwe plafondplaten hebben gekost. Projectsystemen zal dan ook bij akte in de gelegenheid worden gesteld deze kosten te specificeren. [Gedaagde] zal hierop nog bij akte mogen reageren.
4.7.
Wat betreft de de gevorderde buitengerechtelijke kosten overweegt de rechtbank dat Projectsystemen niet heeft aangetoond dat de gestelde verrichtingen meer hebben omvat dan een enkele (eventueel herhaalde) sommatie of het enkel doen van een niet aanvaard schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De daarop betrekking hebbende kosten moeten, nu een geding is gevolgd, worden aangemerkt als betrekking hebbende op verrichtingen waarvoor de in de artikelen 237 t/m 240 Rv bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten. De rechtbank zal de betreffende vordering dan ook afwijzen.
In reconventie
4.8.
Projectsystemen heeft het in reconventie gevorderde bedrag niet betwist, met dien verstande dat zij, bij monde van [getuige], statutair directeur van Projectsystemen, ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft verklaard dat zij de onder 2.10 als eerst genoemde factuur met nummer 99413 nimmer heeft ontvangen. Projectsystemen heeft echter niet de verschuldigdheid ter zake het gevorderde bedrag betwist, zodat de vordering in reconventie in beginsel in zijn geheel toewijsbaar is. Nu de vordering in conventie mede wordt bepaald door verrekening met de vordering in reconventie en de hoogte van het in conventie toe te wijzen bedrag thans nog niet vast staat, zal de rechtbank eerst bij eindvonnis het in reconventie gevorderde toewijzen.
In conventie en in reconventie
4.9.
De rechtbank zal de beslissing omtrent de proceskostenveroordeling in conventie en in reconventie aanhouden.
5.
De beslissing
De rechtbank:
In conventie
5.1.
Verwijst de zaak naar de rolzitting van 15 oktober 2003 voor het nemen van een akte door Projectsystemen over hetgeen in nummer 4.6 is vermeld.
In conventie en in reconventie
5.2.
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver en is in het openbaar uitgesproken op woensdag 1 oktober 2003.
w.g. griffier w.g. rechter