ECLI:NL:RBUTR:2003:AK3479
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.H. Weijsenfeld
- M.L. van der Bel
- F.M.D. Aardema
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in strafzaak met gerede twijfel over betrokkenheid
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Utrecht op 12 september 2003 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van verschillende strafbare feiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. De rechtbank heeft gerede twijfel geuit over de betrokkenheid van de verdachte bij het ten laste gelegde, gebaseerd op verschillende feiten en omstandigheden. De verdachte was op de avond van de schietpartij in de nabijheid van de woning van medeverdachte H. V., maar was niet in de woning zelf aanwezig. Daarnaast heeft de verdachte op 21 december 2002 meerdere keren telefonisch contact gehad met zijn vader en medeverdachte H. V., maar uit de aard van deze gesprekken bleek niet dat hij op de hoogte was van afspraken die verband hielden met het ten laste gelegde feit. Hierdoor heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten.
De rechtbank heeft ook de teruggave van inbeslaggenomen goederen gelast, in dit geval een telefoon die aan de verdachte was ontnomen. Tevens heeft de rechtbank het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De uitspraak is gedaan na onderzoek op de terechtzittingen van 27 juni, 27 augustus en 29 augustus 2003. De officier van justitie werd ontvankelijk verklaard in de vervolging, ondanks een verweer van de raadsvrouwe over de ontvankelijkheid vanwege een overschrijding van de maximale detentietermijn in Spanje. De rechtbank oordeelde dat deze overschrijding geen gevolgen had voor de ontvankelijkheid van de officier van justitie. De uitspraak is gedaan in tegenspraak, waarbij de raadsvrouwe mr. S. Milani aanwezig was.