ECLI:NL:RBUTR:2003:AI1630
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Betaling van toekomstige facturen en garanties door FGH Bank N.V.
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht, stond de vraag centraal of FGH Bank N.V. een garantie had gegeven voor de betaling van toekomstige facturen van eiseres, een besloten vennootschap gevestigd te 's-Gravenhage. De rechtbank heeft verschillende getuigenverklaringen onderzocht die betrekking hadden op een bijeenkomst op 18 januari 2001, waar de situatie van de financiering van het project Damsigt werd besproken. Getuige 2, die namens FGH sprak, verklaarde dat hij geen garantie had gegeven voor de betaling van toekomstige facturen. Dit werd ondersteund door andere getuigen, waaronder getuige 3, die bevestigde dat er geen expliciete garantie was gegeven. Getuige 4, een projectontwikkelaar, en getuige 5, een extern bouwmanager, gaven aan dat er wel vertrouwen was uitgesproken in de betaling, maar ook zij bevestigden dat er geen garantie was gegeven. Getuige 6, directeur van eiseres, was de enige die stelde dat er wel een garantie was gegeven, maar zijn verklaring werd niet ondersteund door de overige getuigen. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet had bewezen dat FGH een betalingsgarantie had verstrekt. De vordering van eiseres werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 27 augustus 2003.