ECLI:NL:RBUTR:2003:AF8870
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.A.M.E. van der Burg-van Geest
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van een fitnesscentrum voor letselschade door kantelend fitnessapparaat
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 14 mei 2003 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres sub 1] en de commanditaire vennootschap Insulinde Apotheek CV als eisers, en [gedaagde], handelende onder de naam Fysio Physics, als gedaagde. De zaak betreft een letselschadeclaim die voortvloeit uit een ongeval dat plaatsvond op 31 januari 2000, waarbij [eiseres sub 1] tijdens het gebruik van een roeiapparaat in het fitnesscentrum gewond raakte door een kantelend fitnessapparaat, de pulley. De rechtbank heeft het verloop van de procedure en de feiten rondom het ongeval uitvoerig besproken, waarbij onder andere de rol van de gedaagde en de veiligheidsnormen in de fitnessbranche aan de orde kwamen.
De rechtbank oordeelde dat [gedaagde] niet onrechtmatig heeft gehandeld. Er was geen bewijs dat de pulley bij normaal gebruik kon kantelen en er bestond geen verplichting om fitnessapparaten te verankeren. De rechtbank concludeerde dat de kans op een ongeval door het kantelen van de pulley verwaarloosbaar klein was en dat de gedaagde voldoende veiligheidsmaatregelen had genomen. De vorderingen van [eiseres sub 1] en de Apotheek werden afgewezen, en [eiseres sub 1] en de Apotheek werden veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is een belangrijke uitspraak over de aansprakelijkheid van fitnesscentra en de zorgplicht die zij hebben ten opzichte van hun klanten.