ECLI:NL:RBUTR:2003:AF4560

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
31 januari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
284836 EJ 02-13049
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en toekenning vergoeding na reorganisatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 31 januari 2003 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen de besloten vennootschap Ballast Nedam Engineering B.V. en een werknemer. De werknemer, geboren op 19 juli 1958, was sinds 2 januari 1989 in dienst bij de rechtsvoorganger van de verzoekende partij. Het laatstgenoten brutoloon van de werknemer bedroeg € 4.100,-- per vier weken. De verzoekende partij heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, stellende dat er door een reorganisatie geen passend werk meer beschikbaar was voor de werknemer. De verwerende partij heeft de stellingen van de verzoekende partij betwist en aangevoerd dat hem geen verwijt kon worden gemaakt voor de ontstane situatie.

De kantonrechter heeft besloten dat een mondelinge behandeling van het verzoek achterwege kon blijven en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de omstandigheden zodanig waren veranderd dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve diende te eindigen, maar dat de werknemer geen verwijt kon worden gemaakt. De kantonrechter heeft vervolgens een vergoeding toegekend aan de werknemer, zoals weergegeven in het verzoekschrift, en de proceskosten gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen.

De beschikking houdt in dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbindt met ingang van 1 april 2003 en de vergoeding toekent aan de werknemer. Deze beschikking is gegeven door mr. S.M. van Lieshout, kantonrechter te Utrecht, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2003.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
SECTOR KANTON, LOCATIE UTRECHT
Beschikking in de zaak van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BALLAST NEDAM ENGINEERING B.V., gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Nieuwegein,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. A.G.M. Lieshout, advocaat te Utrecht,
tegen:
[werknemer], [woonplaats]
verwerende partij,
gemachtigde: mr. R.A. van Seumeren, advocaat te Amsterdam.
Verloop van de procedure
Verzoekende partij heeft een verzoekschrift ingediend.
Verwerende partij heeft een verweerschrift ingediend.
De kantonrechter heeft beslist dat mondelinge behandeling van het verzoek achterwege kan blijven.
Hierna is uitspraak bepaald.
Motivering
Verwerende partij, geboren op 19 juli 1958, is op 2 januari 1989 in dienst van (de rechtsvoorganger van) verzoekende partij getreden.
Het laatstgenoten brutoloon bedraagt € 4.100,-- per vier weken.
Verzoekende partij vraagt ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen.
Verzoekende partij heeft daartoe aangevoerd, dat er voor verwerende partij ten gevolge van reorganisatie geen passend werk meer beschikbaar is.
Verwerende partij heeft de stellingen van verzoekende partij geheel dan wel gedeeltelijk betwist en is van mening dat hem van de ontstane situatie in ieder geval geen verwijt kan worden gemaakt.
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist of het verzoek verband houdt met het bestaan van enig opzegverbod.
Op grond van hetgeen over en weer is aangevoerd, is de kantonrechter van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de omstandigheden zodanig zijn veranderd, dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen, doch dat verwerende partij daarvan geen verwijt kan worden gemaakt.
De kantonrechter ziet voorts aanleiding aan verwerende partij een vergoeding toe te kennen.
In aanmerking nemende hetgeen partijen hieromtrent naar voren hebben gebracht, acht de kantonrechter een vergoeding zoals weergegeven in het verzoekschrift niet onbillijk.
Nu toekenning van deze vergoeding verzoekende partij geen aanleiding geeft tot intrekking van het verzoek, kan aanstonds worden beslist.
De proceskosten worden gecompenseerd.
Beslissing
de kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 april 2003 en kent aan verwerende partij ten laste van verzoekende partij een vergoeding toe zoals weergegeven in het verzoekschrift;
compenseert de proceskosten in die zin, dat partijen de eigen kosten dragen.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.M. van Lieshout, kantonrechter te Utrecht, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2003.