ECLI:NL:RBUTR:2002:AE6811
Rechtbank Utrecht
- Hoger beroep
- M. van Schendel
- A. Bianchi
- J. Messer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake pensioenrechten en zekerheidstelling door Xelion B.V.
In deze zaak, die voor de Rechtbank Utrecht werd behandeld, ging het om een hoger beroep van Xelion B.V. tegen een eerdere uitspraak met betrekking tot pensioenrechten van de heer [gedaagde]. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er een bindende eindbeslissing was genomen over de pensioenaanspraken van [gedaagde] en dat Xelion voldoende zekerheid moest stellen voor de nakoming van haar verplichtingen uit de pensioenbrief. Tijdens het pleidooi voerde [gedaagde] aan dat de rechtbank onterecht had geoordeeld dat er geen uitdrukkelijk besluit was genomen over de pensioenopbouw. Hij stelde dat de goedkeuring van de jaarrekening door de AVA als een dergelijk besluit moest worden beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de eerdere beslissing bindend was, tenzij er nieuwe feiten naar voren kwamen. Xelion had geen nieuwe feiten aangedragen en de rechtbank bleef bij haar eerdere oordeel. De rechtbank oordeelde dat Xelion de actuariële waarden van de pensioenrechten van [gedaagde] moest laten berekenen en dat de zekerheidstelling zou vervallen zodra het pensioen ondergebracht zou worden bij een verzekeringsmaatschappij. De rechtbank vernietigde het vonnis van de kantonrechter voor zover het de beslissing over de zekerheidstelling betrof en legde Xelion op om de pensioenrechten van [gedaagde] te berekenen en de benodigde zekerheid te stellen. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval Xelion in gebreke bleef met de naleving van de uitspraak. De kosten van de procedure werden aan Xelion opgelegd, aangezien zij merendeels in het ongelijk was gesteld.