ECLI:NL:RBUTR:2002:AE0875
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake arbeidsongeschiktheidsverzekering en verzekerde hoedanigheid
In deze zaak, die voor de rechtbank Utrecht is behandeld, gaat het om een geschil tussen eiser, een voormalig directeur en kok, en AMEV Schadeverzekering N.V. over de uitkering van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Eiser stelt dat hij recht heeft op uitkeringen op basis van zijn verzekering, ondanks dat hij formeel zijn functie als bestuurder had verloren. AMEV betwist dit en stelt dat eiser per 1 juli 1993 zijn verzekerde hoedanigheid heeft verloren. De rechtbank overweegt dat eiser, ondanks de aandelenoverdracht, feitelijk dezelfde werkzaamheden heeft verricht en dat er geen formele eisen zijn gesteld aan zijn beroepshoedanigheid in de polis. De rechtbank verwerpt de stelling van AMEV dat er geen recht op inkomsten meer was, omdat eiser in de jaren 1996 en 1997 tantièmes heeft ontvangen. De rechtbank concludeert dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering van kracht is en dat eiser recht heeft op uitkeringen voor de periode waarin hij arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft behoefte aan deskundigen om de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser te beoordelen en verwijst de zaak naar de rolzitting voor verdere uitlatingen van partijen. Het vonnis is gewezen op 27 maart 2002.