ECLI:NL:RBUTR:2001:AB1795
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- J. Ebbens
- M.N. Noorman
- Rechtspraak.nl
Aanlegvergunning voor het Gagelbos in strijd met bestemmingsplan Overvecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 27 maart 2001 uitspraak gedaan over de verlening van een aanlegvergunning voor het Gagelbos, dat gepland was in de polder De Gagel nabij Utrecht. Eiseres, Stichting Menno van Coehoorn, had bezwaar aangetekend tegen het besluit van verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Utrecht, dat op 15 april 1999 een vergunning had verleend aan de Landinrichtingscommissie voor de aanleg van het bos. Eiseres stelde dat de aanleg in strijd was met het bestemmingsplan 'Overvecht' en dat er onvoldoende rekening was gehouden met de militair-historische waarde van het gebied, dat genomineerd was voor de werelderfgoedlijst van UNESCO.
De rechtbank oordeelde dat de vergunning terecht was verleend. De rechtbank overwoog dat de aanleg van het Gagelbos een belangrijke bijdrage levert aan de recreatiebehoefte in het stedelijk gebied en dat de belangen van recreatie zwaarder wogen dan de bezwaren van eiseres. De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid de belangenafweging had gemaakt en dat de aanleg van het Gagelbos niet onomkeerbare schade zou toebrengen aan de militair-historische waarde van het gebied. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en wees de proceskosten af.
De uitspraak benadrukt het belang van recreatie in de ruimtelijke ordening en de mogelijkheden voor vrijstelling van bestemmingsplannen in het kader van de anticipatieprocedure. De rechtbank bevestigde dat de belangen van de recreatie in dit geval zwaarder wogen dan de bezwaren van eiseres, en dat de procedure zorgvuldig was doorlopen. De rechtbank wees erop dat de aanpassing van de plannen naar aanleiding van de bezwaren van eiseres getuigt van een zorgvuldige belangenafweging door verweerder.