9. DE BESLISSING:
De rechtbank beslist als volgt:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder 16/100011-98 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 16/205296-00 1 primair en 2 en de onder 16/100011-98 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten, zoals vermeld in bijlage III van dit vonnis, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezenverklaarde strafbaar is en dat dit de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een GEVANGENISSTRAF voor de tijd van 18 maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 3 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast.
Stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij 1 ten dele toe.
Veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan deze benadeelde partij, wonende te *, te betalen ¦ 571.000,00 (zegge vijfhonderdeenenzeventigduizend gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering voor wat betreft het hiervoor omschreven gedeelte. Bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer 1 te betalen ¦ 571.000,00 (zegge vijfhonderdeenenzeventigduizend gulden) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 187 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 571.000,00 ten behoeve van het slachtoffer 1, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij een bedrag van
¦ 571.000,00 te betalen komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien verdachte aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 571.000,00 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 571.000,00 ten behoeve van het slachtoffer komt te vervallen).
Wijst de vordering van de benadeelde partij 2 toe.
Veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan deze benadeelde partij, wonende te *, te betalen ¦ 8.000,00 (zegge achtduizend gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer 2 te betalen ¦ 8.000,00 (zegge achtduizend gulden) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 8.000,00 ten behoeve van het slachtoffer 2, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 8.000,00 te betalen komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien verdachte aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 8.000,00 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 8.000,00 ten behoeve van het slachtoffer komt te vervallen).
Wijst de vordering van de benadeelde partij 3 ten dele toe.
Veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan deze benadeelde partij, wonende te *, te betalen ¦ 13.000,00 (zegge dertienduizend gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering voor wat betreft het hiervoor omschreven gedeelte. Bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer 3 te betalen ¦ 13.000,00 (zegge dertienduizend gulden) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 5 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 13.000,00 ten behoeve van het slachtoffer 3, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij een bedrag van
¦ 13.000,00 te betalen komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien verdachte aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 13.000,00 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 13.000,00 ten behoeve van het slachtoffer komt te vervallen).
Wijst de vordering van de benadeelde partij 4 toe.
Veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan deze benadeelde partij, wonende te *, te betalen ¦ 9.500,00 (zegge negeneneenhalfduizend gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer 4 te betalen ¦ 9.500,00 (zegge negeneneenhalfduizend gulden) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 9.500,00 ten behoeve van het slachtoffer 4, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij een bedrag van
¦ 9.500,00 te betalen komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien verdachte aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 9.500,00 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 9.500,00 ten behoeve van het slachtoffer komt te vervallen).
Wijst de vordering van de benadeelde partij 5 ten dele toe.
Veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan deze benadeelde partij, wonende te *, te betalen ¦ 14.015,00 (zegge veertienduizendenvijftien gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering voor wat betreft het hiervoor omschreven gedeelte. Bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer 5 te betalen ¦ 14.015,00 (zegge veertienduizendenvijftien gulden) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 5 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 14.015,00 ten behoeve van het slachtoffer 5, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 14.105,00 te betalen komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien verdachte aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 14.015,00 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 14.015,00 ten behoeve van het slachtoffer komt te vervallen).
Wijst de vordering van de benadeelde partij 6 ten dele toe.
Veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan deze benadeelde partij, wonende te *, te betalen ¦ 119.500,00 (zegge honderdnegentieneneenhalfduizend gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering voor wat betreft het hiervoor omschreven gedeelte. Bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer 6 te betalen ¦ 119.500,00 (zegge honderdnegentieneneenhalfduizend gulden) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 40 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 119.500,00 ten behoeve van het slachtoffer 6, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij een bedrag van
¦ 119.500,00 te betalen komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien verdachte aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 119.500,00 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 119.500,00 ten behoeve van het slachtoffer komt te vervallen).
Wijst de vordering van de benadeelde partij 7 ten dele toe.
Veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan deze benadeelde partij, wonende te *, te betalen ¦ 9.500,00 (zegge negeneneenhalfduizend gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering voor wat betreft het hiervoor omschreven gedeelte. Bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer 7 te betalen ¦ 9.500,00 (zegge negeneneenhalfduizend gulden) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 9.500,00 ten behoeve van het slachtoffer 7, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij een bedrag van
¦ 9.500,00 te betalen komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien verdachte aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 9.500,00 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 9.500,00 ten behoeve van het slachtoffer komt te vervallen).
Wijst de vordering van de benadeelde partij 8 ten dele toe.
Veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan deze benadeelde partij, wonende te *, te betalen ¦ 10.500,00 (zegge tieneneenhalfduizend gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering voor wat betreft het hiervoor omschreven gedeelte. Bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer 8 te betalen ¦ 10.500,00 (zegge tieneneenhalfduizend gulden) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 4 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 10.500,00 ten behoeve van het slachtoffer 8, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij een bedrag van
¦ 10.500,00 te betalen komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien verdachte aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 10.500,00 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 10.500,00 ten behoeve van het slachtoffer komt te vervallen).
Wijst de vordering van de benadeelde partij 9 ten dele toe.
Veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan deze benadeelde partij, wonende te *, te betalen ¦ 77.181,00 (zegge zevenenzeventigduizend en honderdeenentachtig gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering voor wat betreft het hiervoor omschreven gedeelte. Bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer 9 te betalen ¦ 77.181,00 (zegge zevenenzeventigduizend en honderdeenentachtig gulden) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 25 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 77.181,00 ten behoeve van het slachtoffer 9, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij een bedrag van
¦ 77.181,00 te betalen komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien verdachte aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 77.181,00 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 77.181,00 ten behoeve van het slachtoffer komt te vervallen).
Wijst de vordering van de benadeelde partij 10 toe.
Veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan deze benadeelde partij, wonende te *, te betalen ¦ 30.000,00 (zegge dertigduizend gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer 10 te betalen ¦ 30.000,00 (zegge dertigduizend gulden) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 10 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 30.000,00 ten behoeve van het slachtoffer 10, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 30.000,00 te betalen komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien verdachte aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 30.000,00 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 30.000,00 ten behoeve van het slachtoffer komt te vervallen).
Wijst de vordering van de benadeelde partij 11 ten dele toe.
Veroordeelt de verdachte - samen met zijn mededader of, wanneer die mededader niet betaald alleen - tegen kwijting aan deze benadeelde partij, wonende te *, te betalen ¦ 228.000,00 (zegge tweehonderdenachtentwintigduizend gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering voor wat betreft het hiervoor omschreven gedeelte. Bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer 11 te betalen ¦ 228.000,00 (zegge tweehonderdenachtentwintigduizend gulden) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 75 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien de verdachte of zijn mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 228.000,00 ten behoeve van het slachtoffer 11, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 228.000,00 te betalen komt te vervallen (zulks vice versa, dat wil zeggen: indien verdachte of zijn mededader aan de benadeelde partij een bedrag van ¦ 228.000,00 heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ¦ 228.000,00 ten behoeve van het slachtoffer komt te vervallen).
Wijst de vordering van de beledigde partij 1 ten dele toe.
Veroordeelt de verdachte - samen met zijn mededader of, wanneer die mededader niet betaald alleen - tegen kwijting aan deze beledigde partij, wonende te *, te betalen ¦ 1.500,00 (zegge vijftienhonderd gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de beledigde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Verklaart de beledigde partij niet-ontvankelijk in de vordering voor wat betreft het hiervoor omschreven gedeelte. Bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Wijst de vordering van de beledigde partij 2 ten dele toe.
Veroordeelt de verdachte - samen met zijn mededader of, wanneer die mededader niet betaald alleen - tegen kwijting aan deze beledigde partij, wonende te *, te betalen ¦ 1.500,00 (zegge vijftienhonderd gulden).
Veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de beledigde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Verklaart de beledigde partij niet-ontvankelijk in de vordering voor wat betreft het hiervoor omschreven gedeelte. Bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Dit vonnis is gewezen door:
mrs. A.H. Weijsenfeld, C. Slothouber en H.R. Bax, bijgestaan door mr. M.J. Ouweneel als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 november 2000.