ECLI:NL:RBUTR:2000:AA8507
Rechtbank Utrecht
- Hoger beroep
- P.W. van Schendel
- M.A. Broekhuis
- G.W. Brands-Bottema
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens onjuiste voorlichting door vakbond CNV met betrekking tot pensioenregeling
In deze zaak vorderen [appellant 1] en [appellant 2], leden van de CNV Bedrijvenbond, schadevergoeding van de vakbond CNV. De eisers stellen dat CNV hen onjuist heeft voorgelicht over de pensioenregeling die hen de mogelijkheid bood om op 60-jarige leeftijd met 80% van hun laatstverdiende salaris met pensioen te gaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat CNV in haar communicatie niet heeft vermeld dat de afgesproken pensioenpremie van 15,62% onvoldoende was voor een volledige dekking van de pensioenvoorzieningen. Dit heeft geleid tot onduidelijkheid bij de eisers over de gevolgen van vervroegd uittreden voor hun pensioenopbouw. De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers afgewezen, omdat zij niet hebben aangetoond dat de onjuiste voorlichting van CNV hen daadwerkelijk schade heeft berokkend. De rechtbank oordeelt dat de lidmaatschapsverhouding tussen de eisers en CNV niet kan worden gelijkgesteld aan een contractuele overeenkomst, en dat CNV niet in strijd heeft gehandeld met de redelijkheid en billijkheid. De rechtbank heeft bovendien geoordeeld dat de eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd dat de onjuiste informatie hen heeft weerhouden van het instemmen met het december-akkoord. De proceskosten zijn gecompenseerd, gezien de onvolledige voorlichting van CNV.