ECLI:NL:RBUTR:2000:AA8412

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
21 november 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
Kort-gedingnr.121969/KG ZA 00-1058/YT
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.A.M.E. van der Burg-van Geest
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van onroerende zaak door onbekende krakers en gedaagde sub 1

In deze zaak heeft eiseres, de stichting BO-EX, gedaagden in kort geding gedagvaard met als doel de ontruiming van de woning aan de Rijnlaan 114 te Utrecht. De gedaagden, aangeduid als [gedaagde sub 1] en de onbekende krakers, zijn niet verschenen op de dienende dag, 13 november 2000, waarop BO-EX verstek heeft gevraagd. De vordering van BO-EX houdt in dat alle gedaagden de woning zullen ontruimen, waarbij de termijn voor ontruiming is verlengd tot 5 januari 2001. De proceskosten zijn vastgesteld op f 1.500,--.

Tijdens de zitting heeft BO-EX haar vordering toegelicht en haar eis verminderd, wat door [gedaagde sub 1] niet is betwist. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de identiteit van [gedaagde sub 1], die ook betrokken is in een ander kort geding. De rechtbank concludeert dat [gedaagde sub 1] niet in dit geding is gedagvaard, maar in het andere geding.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering van BO-EX jegens [gedaagde sub 1] en de onbekende krakers als onweersproken en gegrond kan worden toegewezen. De rechtbank verleent verstek tegen de onbekende krakers en bepaalt dat zij de onroerende zaak uiterlijk op 5 januari 2001 moeten verlaten. Tevens wordt BO-EX gemachtigd om de tenuitvoerlegging van het vonnis te bewerkstelligen met behulp van justitie en politie, indien nodig. De kosten van het geding worden aan de gedaagden opgelegd.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE UTRECHT
VONNIS van de president van de
arrondissementsrechtbank te Utrecht
in het kort geding van:
de stichting
STICHTING BO-EX,
in deze zaak woonplaats kiezende te Utrecht,
ten kantore van de advocaat en procureur mr. A. Baris,
e i s e r e s,
procureur: mr. A. Baris,
- t e g e n -
1. [gedaagde sub 1],
wonende te Utrecht, Rijnlaan 114,
g e d a a g d e n,
procureur: mr. J.W. Menkveld,
alsmede
2. de personen die verblijven in de
onroerende zaak, staande en gelegen
te Utrecht, plaatselijk bekend als
Rijnlaan 114,
g e d a a g d e n,
NIET VERSCHENEN.
1. Het verloop van het geding
Eiseres, hierna te noemen: BO-EX, heeft gedaagden in kort geding doen dagvaarden. De gedaagden zullen hierna afzonderlijk als [gedaagde sub 1] respectievelijk de onbekende krakers worden aangeduid.
Op de dienende dag, 13 november 2000, heeft BO-EX verstek gevraagd tegen de onbekende krakers, die niet verschenen zijn, en heeft zij van eis geconcludeerd overeenkomstig de inhoud van het exploot van dagvaarding, waarvan een fotokopie aan dit vonnis is gehecht.
Gebleken is dat [gedaagde sub 1 in het kort geding met kort-gedingnr.121986/KG ZA 00-1057/YT], die op de dagvaarding eveneens als gedaagde staat vermeld, niet op Rijnlaan 114, doch op Rijnlaan 112 verblijft, zoals hierna onder 3.1 nader zal worden overwogen. De vordering komt daarom hierna slechts ten aanzien van [gedaagde sub 1] en de onbekende krakers aan de orde.
BO-EX heeft vervolgens bij monde van mr. Baris voornoemd haar vordering doen toelichten mede aan de hand van op voorhand toegezonden producties. Bij die gelegenheid heeft zij haar eis verminderd zoals hierna onder 2.1 wordt weergegeven. Tegen deze vermindering van de eis als zodanig heeft [gedaagde sub 1] geen bezwaar gemaakt.
Mr. Menkveld voornoemd heeft hierop namens [gedaagde sub 1] het woord gevoerd.
Ten slotte hebben de verschenen partijen vonnis gevraagd.
2. De vordering.
2.1. Voor de volledige inhoud en de grondslagen van de vordering wordt verwezen naar de aangehechte dagvaarding. Kort weergegeven houdt de vordering in dat alle gedaagden de woning aan de Rijnlaan 114 te Utrecht zullen ontruimen. Ter zitting heeft BO-EX haar vordering aldus verminderd dat de gevorderde termijn wordt verlengd tot 5 januari 2001 en dat voor de proceskosten een bedrag gevorderd wordt van f 1.500,-- in totaal, derhalve voor het procureurssalaris en de verschotten tezamen.
3. De beoordeling van de vordering
3.1. Ten aanzien van de identiteit van [gedaagde sub 1 in het kort geding met kort-gedingnr.121986/KG ZA 00-1057/YT] is onduidelijkheid ontstaan. Zij staat niet alleen vermeld op de dagvaarding die in dit kort geding is uitgebracht, doch ook op de dagvaarding die is uitgebracht in het kort geding met nummer 121986/KG ZA 00-1057 in de zaak van BO-EX tegen de krakers van Rijnlaan 112. Volgens de aan BO-EX verstrekte exploten van dagvaarding zou in beide gevallen aan [gedaagde sub 1 in het kort geding met kort-gedingnr.121986/KG ZA 00-1057/YT] de dagvaarding persoonlijk zijn afgegeven, hetgeen niet overeenstemt met de vermelding op de afschriften van de exploten die de deurwaarder ter plaatse heeft overhandigd of achtergelaten. Nu [gedaagde sub 1 in het kort geding met kort-gedingnr.121986/KG ZA 00-1057/YT] ter zitting werd bijgestaan door mr. Menkveld en zij daar zelf desgevraagd heeft verklaard dat zij niet op Rijnlaan 114, doch op Rijnlaan 112 verblijft, wordt er van uitgegaan dat zij niet in dit geding, doch in het genoemde geding betreffende Rijnlaan 112 is gedagvaard.
3.2. Inhoudelijk heeft [gedaagde sub 1] geen verweer gevoerd tegen de verminderde vordering zoals weergegeven onder 2.1, zodat deze vordering jegens haar als onweersproken en op de wet gegrond voor toewijzing vatbaar is.
3.3. Ten aanzien van de - eventuele - onbekende krakers wordt geoordeeld dat met betrekking tot het exploot van dagvaarding de bij de wet voorgeschreven formaliteiten en een redelijke termijn in acht zijn genomen, zodat het gevraagde verstek behoort te worden verleend.
3.4. Voorts geldt ten aanzien van hen dat de spoedeisendheid van de zaak uit het gestelde en gevorderde voldoende aannemelijk is geworden.
3.5. Ook voor het overige kan jegens de onbekende krakers de onder 2.1 omschreven vordering niet als onrechtmatig of ongegrond worden beschouwd, zodat deze jegens hen eveneens voor toewijzing vatbaar is.
3.6. Uit het voorgaande volgt dat de bedoelde vordering jegens alle gedaagden zal worden toegewezen. Daarbij zal, nu de termijn voor de ontruiming nog loopt tot 5 januari 2001, de gevorderde termijn voor de tenuitvoerlegging tegen een ieder eerst na die datum ingaan.
3.7. [gedaagde sub 1] en de - eventuele - onbekende krakers zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
4. De beslissing
De president:
4.1. verleent verstek tegen de onbekende krakers, die niet zijn verschenen;
4.2. veroordeelt [gedaagde sub 1] en de onbekende krakers om de onroerende zaak, staande en gelegen te Utrecht aan de Rijnlaan 114, uiterlijk op 5 januari 2001 te verlaten en te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en goederen en om deze onroerende zaak geheel leeg en ontruimd ter beschikking van BO-EX te stellen;
4.3. machtigt BO-EX om met behulp van de sterke arm van justitie en politie de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen, indien [gedaagde sub 1] en de onbekende krakers na de in 4.2 genoemde termijn in gebreke blijven te voldoen aan hetgeen overigens in 4.2 is bepaald;
4.4. bepaalt dat dit vonnis tot twee maanden na 5 januari 2001 kan worden ten uitvoer gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in de onder 4.2 genoemde onroerende zaak bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer zich dat voordoet;
4.5. veroordeelt [gedaagde sub 1] en de onbekende krakers in de kosten van dit geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van BO-EX begroot op ( 1.500,-- (éénduizend vijfhonderd gulden) in totaal voor het salaris van haar procureur en de verschotten tezamen;
4.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.M.E. van der Burg-van Geest, fungerend president, en is in het openbaar uitgesproken op 21 november 2000.