ECLI:NL:RBUTR:2000:AA8304
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- T.H.P. de Roos
- E.F. Bueno
- P. Dondorp
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak en veroordeling in strafzaak met betrekking tot wapenbezit en doodslag
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 14 november 2000, stond de verdachte terecht op beschuldiging van moord en wapenbezit. De tenlastelegging omvatte zowel primair als subsidiair ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft op 10 november 2000 een wijziging van de tenlastelegging toegestaan. De verdachte werd vrijgesproken van de moord- en doodslagbeschuldigingen, omdat niet wettig en overtuigend was bewezen dat hij betrokken was bij de dood van het slachtoffer. De rechtbank concludeerde dat de verdachte weliswaar in de buurt was van de plaats delict, maar dat er onvoldoende bewijs was om zijn betrokkenheid bij de dood van het slachtoffer vast te stellen. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte over het wapen niet voldeed aan de eisen van 'voorhanden hebben' zoals gedefinieerd in de Wet wapens en munitie.
De rechtbank achtte echter wel bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van een schietballpoint met bijbehorende munitie. De rechtbank overwoog dat het bezit van dergelijke wapens een gevaar vormt voor de samenleving en dat dergelijk gedrag niet getolereerd kan worden. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder was veroordeeld. De rechtbank legde een gevangenisstraf van drie maanden op, waarbij de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering werd gebracht. Tevens werd een pistoolaansteker onttrokken aan het verkeer, terwijl andere in beslag genomen goederen aan de verdachte werden teruggegeven. De rechtbank besloot tot onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte, na het opheffen van het bevel tot voorlopige hechtenis.