ECLI:NL:RBUTR:2000:AA7164
Rechtbank Utrecht
- Voorlopige voorziening
- P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving bestemmingsplan en bestuursdwang door gemeente Bunnik
In deze zaak hebben verzoekers, bestaande uit A, B en C, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik. Deze besluiten, gedateerd 16 september 2000, hielden in dat verzoekers voor 19 september 2000 om 17.00 uur de op een parkeerterrein geplaatste caravans en woonwagens dienden te verwijderen. De rechtbank heeft op 18 september 2000 de verzoeken behandeld, waarbij verzoeker A in persoon aanwezig was, bijgestaan door mr.drs. E. Olof, advocaat te Zeist. Verweerder werd vertegenwoordigd door mr. C.N.J. Kortmann, advocaat te Amsterdam, bijgestaan door A. Klarenbeek en mr. R.J. Lievaart.
De rechtbank overwoog dat ingevolge het geldende bestemmingsplan 'Landelijk Gebied' de bestemming van het perceel recreatieve doeleinden is, en dat het gebruik van de grond door verzoekers in strijd is met dit bestemmingsplan. De rechtbank concludeerde dat verweerder bevoegd was om bestuursdwang toe te passen en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het afzien van handhaving rechtvaardigden. Verzoekers waren op de hoogte van de illegale situatie en er was geen reële mogelijkheid om het gebruik van het parkeerterrein te legaliseren.
De president van de rechtbank heeft uiteindelijk de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de aanschrijving om de caravans en woonwagens te verwijderen aanvaardbaar was. Tevens zijn verzoekers niet in de proceskosten van verweerder veroordeeld, omdat er geen termen aanwezig waren voor een dergelijke veroordeling. De mondelinge uitspraak is gedaan door de fungerend president op 18 september 2000.