geboren op [1967] te [geboorteplaats] .
Deze aanvulling op voormeld vonnis bevat de inhoud van de ter terechtzitting van 28 oktober 1997 voorgehouden bewijsmiddelen als bedoeld in art. 359, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering en de redengevende feiten en omstandigheden als bedoeld in art. 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
ten aanzien van het onder 1 meer subsidiair bewezenverklaarde:
1. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 28 oktober 1997, voor zover - zakelijk weergegeven- inhoudende:
Vanaf november 1995 ben ik een aantal keren met [A] meegeweest als hij goederen wilde verkopen c.q. goederen wilde afleveren. Ik moest goederen uitladen en geld aanpak ken. Ik kreeg daar een percentage van de opbrengst voor. In totaal ben ik 3 á 4 keer met [A] naar Den Haag geweest. Ik ben wel eens in de telefoonwinkel in Den Haag geweest.
2. Een ambtsedig proces-verbaal nr. PL0940/96-003976 d.d. 7 maart 1996, opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , beiden brigadier van politie (blz. 70 e.v. van het proces verbaal nr. 96-000370), voor zover -zakelijk weergegeven- inhoudende als verklaring van
Ik doe aangifte van diefstal c.q. verduistering in dienstbetrekking. De verdachte(n) heeft/ hebben de goederen welke het bedrijf Hewlett Packard toebehoren weggenomen en zich zonder toestemming toegeëigend. Ik ben in loondienst bij het bedrijf [bedrijf] B.V. Dit bedrijf werkt in opdracht van en voor het computerbedrijf Hewlett Packard. Uit het magazijn van Hewlett Packard te [vestigingsplaats] bleek op 3 februari 1996 na telling dat er harddisks weg waren. Het waren 510 harddisks, merk Hewlett Packard, type C 3324 A, artikelnummer: 0950-2601, omschrijving L2 1 1GB SE disk-drive. Deze hard-disks, waarop Hewlett Packard staat vermeld, zijn verpakt in een doorzichtig folie en voorzien van oranje sticker. De laatste partij hard-disks, zijnde 500 stuks, zijn binnengekomen op 16 november 1995.
3. Een ambtsedig proces-verbaal nr. PL0940/96-004727 d.d. 15 maart 1996 met bijlage, opgemaakt door [verbalisant 3] , hoofdagent van politie en [verbalisant 2] voornoemd (blz. 74 van het proces-verbaal nr. 96-000370), voor zover -zakelijk weerge geven- inhoudende als verklaring van [aangever] :
Ik doe aangifte van diefstal c.q. verduistering in dienstbetrekking. De verdachte(n) heeft/ hebben de goederen welke het bedrijf Hewlett Packard toebehoren weggenomen en zich zonder toestemming toegeëigend. Ik ben in loondienst bij het bedrijf [bedrijf] B.V. Dit bedrijf werkt in opdracht van en voor het computerbedrijf Hewlett Packard. Bij telling op 29 juli 1995 bleek dat er uit het magazijn van Hewlett Packard te [vestigingsplaats] 699 tape-streamers verdwenen waren. Deze tape-streamers waren van drie verschillende types.
4. Een ambtsedig proces-verbaal nr. PL 0940/96-004702 d.d. 15 maart 1996, opgemaakt door [verbalisant 3] en [verbalisant 2] voornoemd (blz. 87 van het proces verbaal nr. 96/000370), voor zover -zakelijk weergegeven- inhoudende als verklaring van
[aangever] :
Ik doe aangifte van diefstal c.q. verduistering in dienstbetrekking. De verdachte(n) heeft/ hebben de goederen welke het bedrijf Hewlett Packard toebehoren weggenomen en zich zonder toestemming toegeëigend. De dattapes (datrecorders) en toners behoren geheel aan Hewlett toe. Ik ben in dienst van het bedrijf [bedrijf] B.V. Dit bedrijf werkt in opdracht van en voor het computerbedrijf Hewlett Packard. Op 3 november (de recht bank begrijpt: 1995) werd een in het magazijn van Hewlett Packard te [vestigingsplaats] een order klaargezet om naar Veghel te vervoeren. Bij deze order zat een partij van 150 datrecorders. In Veghel bleek dat deze partij niet bij de order was aangekomen.Verder bleek dat er in die tijd ook een partij toners uit het magazijn verdwenen was. Het betrof hier een aantal van 13.050 stuks. Deze toners stonden op 3 pallets in de M-stelling. Deze toners waren zogenaamde toner cartridges.
5. Een ambtsedig proces-verbaal d.d. 13 maart 1996, opgemaakt door [verbalisant 2] en [verbalisant 3] voornoemd (blz. 277 e.v. van het proces-verbaal nr. 96- 000370), voor zover -zakelijk weergegeven- inhoudende als verklaring van [getuige 1] : Ik ben twee en een half jaar geleden gaan werken bij het bedrijf [bedrijf] , gevestigd [vestigingsplaats] . Bij dat bedrijf heb ik [A] leren kennen. Ik werkte in het magazijn van dat bedrijf en verzorgde transportorders. [bedrijf] zit in een groot pand waar ook Hewlett Packard gevestigd is. Ik werk in principe in het magazijngedeelte voor Hewlett Packard Nederland. Ik ben via het uitzendbureau [uitzendbureau] via een detacheringscontract werkzaam bij het genoemde bedrijf. Mijn werkzaamheden houden in dat ik orders moet klaar maken voor transport.
[A] vroeg of ik computeronderdelen voor hem wilde regelen van Hewlett Packard.
[A] zei, dat ik die goederen klaar moest zetten bij laaddok 18. [A] zou dan zorgen dat het weggehaald werd.
In de week van januari 1996 heb ik twee keer een partij hard-disks klaar gezet. Ik heb toen ook van [A] gehoord dat het gelukt is.
6. Een ambtsedig proces-verbaal d.d. 13 maart 1996, opgemaakt door [verbalisant 2] en [verbalisant 3] (blz. 286 e.v. van het proces-verbaal nr. 96/000370), voor zover
-zakelijk weergegeven- inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
Op 23 januari 1996 heb ik het eerste gedeelte van de
partij voor [A] klaargezet bij de deur van dok 18. Ik schat dat dat er ongeveer 125 waren. Op 24 januari 1996 zag ik dat de doos niet meer bij de deur van dok 18 stond. Op 24 januari 1996 heb ik de tweede partij voor [A] klaargezet. Ik schat dat dit weer ongeveer 125 stuks betrof.
Op 25 januari 1996 was deze doos weg. blz. 290
Opmerking verbalisanten: Wij toonden de verdachte een harde schijf van Hewlett Packard, verpakt in een grijs doorzichtig cellofaan.
U toont mij nu een harde schijf van Hewlett Packard. Ik kan u zeggen dat ik soortgelijke harde schijven heb klaargezet voor [A] . Voor mijn gevoel zien deze er precies hetzelfde uit. De verpakking en de grootte van de schijven komen in ieder geval overeen.
7. Een ambtsedig proces-verbaal d.d. 14 maart 1996, opgemaakt door [verbalisant 2] en [verbalisant 3] voornoemd (blz. 297 e.v. van het proces-verbaal nr. 96/00037- 0), voor zover -zakelijk weergegeven- inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
blz. 299
In de zomer van 1995 heb ik drie pallets met in totaal 700 tapestreamers klaar gezet bij dok 16. De partij van 700 bestond uit drie verschillende type tapestreamers. De tape streamers werden opgehaald met een vrachtauto.
8. Een ambtsedig proces-verbaal d.d. 18 maart 1996, opgemaakt door [verbalisant 2] en [verbalisant 3] voornoemd (blz. 315 e.v. van het proces-verbaal nr. 96/00037- 0), voor zover -zakelijk weergegeven- inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
blz.316
Op 3 november 1995 kreeg ik een pakbon om een bestelling klaar te maken voor Veghel. Op deze bestelling stond ook een aantal datrecorders.
In de M stelling stond een partij toners, waar [A] om had gevraagd. Deze partij stond er
al erg lang, zeker al een half jaar oud. Deze toners heten eigenlijk Toner-cartridges. In
totaal waren het ongeveer 10.000 toners. blz. 317
De partij toners en de 150 datrecorders had ik dus klaargezet bij Dok 16. Ik had met [A] van te voren al afgesproken, dat hij de goederen op 3 november 1995 zou laten halen bij dok 16. Op die dag zag ik dat de chauffeur van [A] aan kwam rijden bij het bedrijf.
Ik zag dat de goederen weg waren. In de week na 3 november 1995 is [A] bij mij gekomen. Hij zei toen dat de toners niet meer goed waren. Hij vertelde dat de houdbaar heidsdatum ervan verlopen was. Verder vertelde hij mij dat hij de datrecorders had kunnen verkopen via [verdachte] . [A] heeft mij verteld dat de partij datrecorders naar de persoon in Den Haag gingen.
9. Een ambtsedig proces-verbaal d.d. 26 juni 1996, opgemaakt door [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , resp. brigadier en hoofdagent van politie (blz. 52 e.v. van het pro ces-verbaal nr. 96/000370C), voor zover -zakelijk weergegeven- inhoudende als verklaring van [getuige 2] :
blz. 52
Ik wil verklaren wat er gebeurd is met de door [verdachte] en [A] aangeboden com puteronderdelen. Ik heb [verdachte] leren kennen via [B] . [verdachte] kwam wel eens bij [B] in de telefoonwinkel voor zijn telefoon of voor een pieper.
Een tijd na juli 1995, ongeveer in de herfst, werd ik door [B] gebeld, dat hem zoge naamde DAT-streamers waren aangeboden. [B] zei toen tegen mij, dat [verdachte] met een gozer, die [A] heette bij hem was gekomen. Hij had een partij van die strea mers en liet er twee of drie bij [B] achter om deze te proberen. Er werden ongeveer 100 van de DAT-streamers van het merk H.P. aangeboden en afgenomen door [B] . Hij nam ze in ontvangst van naar ik later hoorde [verdachte] en de gozer die [A] heette. [B] heeft de streamers zelf aan [verdachte] betaald.
Nadat de partij streamers was verkocht, kwamen [verdachte] en [A] weer bij [B] . [B] zei dat hij een partij inktpatronen kon kopen van [verdachte] en [A] . Ik dacht dat het
12.000 stuks waren. Er werd een gedeelte van de partij weer teruggegeven aan [verdachte] in verband met de verlopen datum.
[verdachte] en [A] waren een keer bij [B] thuis. Zij boden toen een partij harde schijven (harddisks) aan. [verdachte] en [A] hadden er ongeveer 100 bij zich.
De schijven werden gekocht door [B] . Er zat een oranje sticker op de verpakking. Later kwam ik er achter dat de schijven van het merk Hewlett Packard waren.
Enkele dagen later werd er weer een partij door [verdachte] en [A] aangeboden. Het bleek om ongeveer 120 schijven te gaan. Door [verdachte] en [A] werd deze partij bij mij thuis gebracht.
Kort hierop hebben wij nog een partij aangeboden gekregen. Ook toen kwam [verdachte] weer met [A] naar [B] . Zij boden weer harde schijven aan. Ik denk dat het ongeveer 120 schijven waren. Deze partij moet wel weer bij [B] afgeleverd zijn. Ik kreeg van [B] weer een gedeelte of de helft van de winst op de partij.
ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde
11. De verklaring van verdachte ten aanzien van het onder bewezenverklaarde verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 28 oktober 1998, voor zover - zakelijk weergegeven- inhoudende:
Op 10 april 1996 had ik in mijn woning te [woonplaats] een hennepkwekerij. Ik had ongeveer 100 hennepplanten.
12. Een ambtsedig proces-verbaal d.d. 25 april 1996, opgemaakt door [verbalisant 6] , inspecteur van politie (blz. 73 van het proces-verbaal nr. PV-000370A), voor zover -zakelijk weerge geven- inhoudende als zijn verklaring:
Op 10 april 1996 was ik aanwezig bij een huiszoeking door de Rechter-Commissaris in de flatwoning [adres] te [woonplaats] . Tijdens de huiszoeking werd in de tweede kleine slaapkamer een bouwsel aangetroffen waarin vermoedelijk hennep werd gekweekt. Er stonden 98 zwarte kunststof potten met in elke pot een kennelijke hennepplant.
Van een viertal willekeurige planten heb ik een gedeelte van het bovenste deel van de plant uitgeknipt in verband met een in te stellen laboratoriumonderzoek.
13. Een ambtsedig proces-verbaal d.d. 3 mei 1996 met bijlage, opgemaakt door [verbalisant 6] voornoemd (blz. 79 van het proces-verbaal nr. PV-000370), voor zover -zakelijk weergegeven inhoudende als zijn verklaring:
Het monster, gedeelten van een viertal willekeurige planten Q 16, is voor onderzoek overgebracht naar het Gerechtelijk Laboratorium van het Ministerie van Justitie te Rijswijk.
14. Een rapport nr. 96.05.01. van het Gerechtelijk Laboratorium van het Ministerie van Justitie te Rijswijk, inzake [verdachte] , op 3 juni 1996 door A.J. Poortman-van der Meer opgemaakt op de algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover - zakelijk weergegeven- inhoudende als verklaring van voornoemde deskundige:
Van een viertal willekeurige planten heb ik een gedeelte van het bovenste deel van de plant uitgeknipt in verband met een in te stellen laboratoriumonderzoek.
een monster groenbruin is hennep plantenmateriaal
Deze aanvulling is vastgesteld op 27 oktober 1998 door mr. S.W.P.C. Braunius.