ECLI:NL:RBSHE:2012:BY6212

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
17 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/825290-12
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 17 december 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meermalen feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De tenlastelegging omvatte meerdere incidenten die plaatsvonden tussen 22 mei 2011 en 20 mei 2012, waarbij de verdachte jongens op hun fiets benaderde en hen op seksuele wijze aanraakte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, rijdend op een scooter, de slachtoffers heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen door hen te betasten en seksuele opmerkingen te maken. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding bevestigd en de bevoegdheid om van de zaak kennis te nemen vastgesteld. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 360 dagen geëist, waarvan 177 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, onder voorwaarden van reclasseringstoezicht en opname in een kliniek. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de feiten en heeft de opgelegde straf in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte bepaald. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, zoals vastgesteld in psychiatrische rapporten. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, evenals de noodzaak van een passende straf om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/825290-12
Datum uitspraak: 17 december 2012
Vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 03 december 2012.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 09 augustus 2012.
Nadat de tenlastelegging op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 03 december 2012 is gewijzigd, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 mei 2011 tot en met 20 mei 2012 te Son en Breugel en/of Eindhoven en/of Sint-Oedenrode, in elk geval in Nederland,
(telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het onverhoeds (over de kleding)
- betasten van en/of wrijven over het kruis/de schaamstreek en/of
- grijpen in het kruis/de schaamstreek en/of
- vastpakken van het kruis/de schaamstreek en/of de ballen en/of de zak en/of
- beetpakken van de kont
van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat hij, verdachte,
- met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 5] is gaan rijden en vervolgens die [slachtoffer 5] tweemaal onverhoeds (over de kleding heen) in zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en/of (daarbij)
onder meer tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd "Heb je je pikkie onder controle" en/of "Gewoon je pikkie", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 1] is gaan rijden en vervolgens aan die [slachtoffer 1] heeft gevraagd of alles goed was met zijn, [slachtoffer 1]s, plassertje (althans woorden van gelijke aard of strekking) en/of vervolgens onverhoeds die [slachtoffer 1] (over de kleding heen) in zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en/of
- met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 3] is gaan rijden en/of vervolgens die [slachtoffer 3] bij de arm heeft gepakt en/of tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd: "mag ik even voelen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (daarbij) onverhoeds (over de kleding heen) die [slachtoffer 3] in zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en/of met zijn, verdachtes, hand (over de kleding heen) de ballen van die [slachtoffer 3] heeft vastgepakt en/of
- met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 4] is gaan rijden en/of aan die [slachtoffer 4] heeft gevraagd:
"heb jij je pikkie nog onder controle", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
onverhoeds de penis/schaamstreek van die [slachtoffer 4] (over de kleding heen) heeft
betast/aangeraakt en/of even later wederom tweemaal met zijn scooter naast die fietsende
[slachtoffer 4] is gaan rijden en/of die [slachtoffer 4] heeft gevraagd: "heb jij je pikkie onder controle",
althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 2] is gaan rijden en/of vervolgens onverhoeds met zijn handen (over de kleding heen) op/tegen het kruis/schaamstreek van die [slachtoffer 2] heeft gedrukt/geduwd en/of
- met zijn scooter naast die [slachtoffer 2] is gestopt en/of onverhoeds die [slachtoffer 2] (over de kleding heen) in zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en/of (over de kleding heen) over het kruis van die [slachtoffer 2] heeft gewreven en/of daarbij tegen die [slachtoffer 2] gezegd: "ja dat vind ik lekker", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 7] is gaan rijden en/of onverhoeds die [slachtoffer 7] (over de kleding heen) in zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en/of (over de kleding heen) de ballen van die [slachtoffer 7] heeft vastgepakt en/of
- met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 8] is gaan rijden en/of onverhoeds tweemaal die [slachtoffer 8] (over de kleding heen) in/in de buurt van zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en/of
vervolgens op zijn scooter achter die [slachtoffer 8] is aangereden en/of die [slachtoffer 8] bij de kont heeft
(beet) gepakt en/of de zak van die [slachtoffer 8] heeft beet gepakt en/of tegen die [slachtoffer 8] heeft gezegd:"moet je niet plassen" en/of "ik wil alleen maar wat voelen", althans woorden van gelijke aard of strekking
2.
hij op of omstreeks l4 juni 2011 te Sint-Oedenrode, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
[slachtoffer 9] te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),met zijn scooter naast die fietsende [slachtoffer 9] is gaan rijden en/of tegen die [slachtoffer 9] heeft gezegd: "zit je piemeltje wel goed", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of onverhoeds heeft gegrepen naar het kruis/de schaamstreek van die [slachtoffer 9], althans onverhoeds zijn, verdachtes, hand in de richting van het kruis/de schaamstreek van die [slachtoffer 9] heeft gebracht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Kennelijke verschrijving.
De rechtbank is van oordeel dat in de tenlastelegging onder 1, tweede gedeelte na "en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat hij verdachte" sprake is geweest van een kennelijke verschrijving: onder het zesde gedachtestreepje is immers wederom aangever [slachtoffer 2] genoemd, terwijl aangever [slachtoffer 2] reeds onder het vijfde gedachtestreepje is genoemd.
De rechtbank begrijpt dat, gelet op het eerste gedeelte van de tenlastelegging alsmede gelet op de aangifte van [slachtoffer 6] in het dossier, kennelijk is bedoeld om onder het zesde gedachtestreepje het volgende ten laste te leggen:
- met zijn scooter naast [slachtoffer 6] is gestopt en/of onverhoeds die [slachtoffer 6] (over de kleding heen) in zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en/of (over de kleding heen) over het kruis van die [slachtoffer 6] heeft gewreven en/of daarbij tegen die [slachtoffer 6] gezegd: "ja dat vind ik lekker", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
Uit hetgeen door de verdediging ter terechtzitting naar voren is gebracht blijkt dat ook de verdediging dit deel van de tenlastelegging aldus heeft opgevat. De rechtbank zal de tenlastelegging verbeterd lezen, nu verdachte hierdoor niet in zijn verdediging is geschaad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Bewijs.1
Inleiding
In de periode mei 2011 tot en met juni 2012 worden er diverse aangiften van aanranding gedaan met steeds dezelfde modus operandi. Fietsende jongens worden telkens door een man, rijdend op een scooter, benaderd. Deze man komt links naast hen rijden met zijn scooter en maakt vervolgens veelal een seksueel getinte opmerking. Hierna grijpt hij hen ineens met zijn rechterhand in hun geslachtsdeel en/of schaamstreek. Een van de aangevers noteert het kenteken van de scooter.2 De te naam gestelde van het kenteken van de scooter blijkt te zijn: [verdachte], geboren te [gemeente] op [geboortedatum] 1985.3
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot een bewezenverklaring van beide ten laste gelegde feiten gelet op de aangiften en de bekennende verklaring van verdachte.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging stelt zich op dezelfde gronden als door de officier van justitie genoemd op het standpunt dat beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank acht met de officier van justitie en de verdediging, gelet op de aangiften van [slachtoffer 5]4, [slachtoffer 1]5, [slachtoffer 3]6, [slachtoffer 4]7, [slachtoffer 2]8, [slachtoffer 6]9, [slachtoffer 7]10, [slachtoffer 8]11, [slachtoffer 9]12 en de bekennende verklaring van verdachte13 wettig en overtuigend bewezen hetgeen hierna bewezen is verklaard.
De rechtbank heeft gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven opgesomde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
1.
op tijdstippen in de periode van 22 mei 2011 tot en met 20 mei 2012 te Son en Breugel en/of Eindhoven en/of Sint-Oedenrode, telkens door feitelijkheden [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit het onverhoeds over de kleding
-betasten van en/of wrijven over het kruis/de schaamstreek en/of
-grijpen in het kruis/de schaamstreek en/of
-vastpakken van het kruis/de schaamstreek en/of de ballen en/of de zak en/of
- beetpakken van de kont
van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8]
en bestaande die feitelijkheden hieruit dat hij, verdachte,
- met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 5] is gaan rijden en vervolgens die [slachtoffer 5] tweemaal onverhoeds over de kleding heen in zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en daarbij onder meer tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd "Heb je je pikkie onder controle" en "Gewoon je pikkie", en
-met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 1] is gaan rijden en vervolgens aan die [slachtoffer 1] heeft gevraagd of alles goed was met zijn, [slachtoffer 1]s, plassertje en vervolgens onverhoeds die [slachtoffer 1] over de kleding heen in zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en
-met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 3] is gaan rijden en vervolgens die [slachtoffer 3] bij de arm heeft gepakt en tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd: "mag ik even voelen", en daarbij onverhoeds over de kleding heen die [slachtoffer 3] in zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en met zijn, verdachtes, hand over de kleding heen de ballen van die [slachtoffer 3] heeft vastgepakt en
-met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 4] is gaan rijden en aan die [slachtoffer 4] heeft gevraagd:
"heb jij je pikkie nog onder controle", en onverhoeds de penis/schaamstreek van die [slachtoffer 4] over de kleding heen heeft betast/aangeraakt en even later wederom tweemaal met zijn scooter naast die fietsende [slachtoffer 4] is gaan rijden en die [slachtoffer 4] heeft gevraagd: "heb jij je pikkie onder controle", en
-met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 2] is gaan rijden en vervolgens onverhoeds met zijn handen over de kleding heen op het kruis/schaamstreek van die [slachtoffer 2] heeft geduwd en
-met zijn scooter naast [slachtoffer 6] is gestopt en onverhoeds die [slachtoffer 6] over de kleding heen in zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en over de kleding heen over het kruis
van die [slachtoffer 6] heeft gewreven en daarbij tegen die [slachtoffer 6] gezegd: "ja dat vind ik
lekker", en
-met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 7] is gaan rijden en onverhoeds die [slachtoffer 7] over de kleding heen in zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en over de kleding heen de ballen van die [slachtoffer 7] heeft vastgepakt en
-met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 8] is gaan rijden en onverhoeds tweemaal die [slachtoffer 8] over de kleding heen in zijn kruis/schaamstreek of in de buurt van zijn kruis/schaamstreek heeft gegrepen en vervolgens op zijn scooter achter die [slachtoffer 8] is aangereden en die [slachtoffer 8] bij de kont heeft beet gepakt en de zak van die [slachtoffer 8] heeft beet gepakt en tegen die [slachtoffer 8] heeft gezegd:"moet je niet plassen" en "ik wil alleen maar wat voelen".
2.
op 14 juni 2011 te Sint-Oedenrode, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door feitelijkheden [slachtoffer 9] te dwingen tot het dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), met zijn scooter naast die fietsende [slachtoffer 9] is gaan rijden en tegen die [slachtoffer 9] heeft gezegd: "zit je piemeltje wel goed", en onverhoeds heeft gegrepen naar het kruis/de schaamstreek van die [slachtoffer 9], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
Een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen waarvan 177 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar met als voorwaarden reclasseringstoezicht en opname in de FPK te Heiloo voor de duur van 1 jaar of zolang als voornoemde instelling noodzakelijk acht.
De officier van justitie heeft verzocht om de voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
De rechtbank constateert dat de officier van justitie blijkbaar abusievelijk op zijn schriftelijke vordering een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 178 dagen heeft genoteerd. Hij heeft hier echter gemotiveerd bij aangegeven de voorlopige hechtenis naadloos te willen laten overgaan in de opname bij de kliniek op 4 december 2012.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Strafverzwarende omstandigheden.
Verdachte heeft gedurende een langere periode een groot aantal jongens lastiggevallen terwijl zij vaak alleen in het donker fietsten. Er was meestal niemand in de buurt en omdat verdachte zich voortbewoog op zijn scooter en de jongens in bijna alle gevallen op de fiets, konden zij moeilijk wegkomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan aanranding en een poging tot aanranding. Verdachte heeft hiermee een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de jeugdige slachtoffers. Daarnaast is het bekend dat bij slachtoffers van dit soort misdrijven gedurende lange tijd gevoelens van onrust en onveiligheid (kunnen) blijven bestaan. Voorts dragen de door verdachte gepleegde feiten bij aan het toenemen van het gevoel van onveiligheid van de samenleving. Verdachte heeft hierbij kennelijk niet stilgestaan en zijn eigen behoeftes voorop gesteld.
Strafmatigende omstandigheden.
Uit het psychiatrisch rapport van psychiater dr. E.D.M. Masthoff i.s.m. drs. E. den Boer, psychiater i.o., d.d. 05 september 2012 en uit het psychologisch rapport van GZ- psycholoog drs. S. Labrijn d.d. 17 september 2012 volgt dat verdachte voor de hem ten laste gelegde feiten verminderd toerekeningsvatbaar is te achten.
Verdachte heeft er blijk van gegeven in te zien dat zijn handelen laakbaar is geweest en heeft oprecht berouw getoond. Voorts heeft verdachte van meet af aan openheid van zaken gegeven. Uit een hem betreffend uittreksel justitiële documentatie blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake strafbare feiten.
Tot slot stelt de rechtbank vast dat verdachte zowel het behandelaanbod als de geadviseerde hulpverlening wenst te aanvaarden ter voorkoming van herhaling, hetgeen de rechtbank als zeer positief waardeert.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen waarvan 177 dagen voorwaardelijk, passend en geboden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten. De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor voormelde duur.
De voorwaardelijke gevangenisstraf dient er mede voor om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan verdachte zal een proeftijd worden opgelegd van 3 jaar.
Aan deze voorwaardelijke straf zullen voorts na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld.
De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feit tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 45, 57, 246 van Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 2:
poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf.
BESLISSING:
T.a.v. feit 1, feit 2:
Gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht waarvan 177 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3
jaren
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar
feit en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, waarbij de Reclassering Nederland, Regio 's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG te 's-Hertogenbosch, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde:
-dat veroordeelde zich gedurende het eerste jaar van de proeftijd (of zolang als nagenoemde instelling noodzakelijk acht) zal laten opnemen in de FPK te Heiloo, althans een soortgelijke intramurale instelling, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d Sr. uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is op 04 december 2012 reeds geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P.J.H. Van Dellen, voorzitter,
mr. M.A. Bijl en mr. A.M.R. van Ginneken, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.J.H.L. Coppens, griffier,
en is uitgesproken op 17 december 2012.
Mr. Van Ginneken is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie Brabant Zuid- Oost, genummerd PL2233 2012080412.
2 Verklaring van [slachtoffer 5] d.d. 02 juni 2012, proces-verbaal pag. 29 t/m 32.
3 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 05 juni 2012. proces-verbaal pag. 40.
4 Verklaring van [slachtoffer 5] d.d. 02 juni 2012, proces-verbaal pag. 29 t/m 32.
5 Verklaring van [slachtoffer 1] d.d. 22 februari 2012, proces-verbaal pag. 63 t/m 64.
6 Verklaring van [slachtoffer 3] d.d. 28 februari 2012, proces-verbaal pag. 67 t/m 69.
7 Verklaring van [slachtoffer 4] d.d. 25 mei 2012, proces-verbaal pag. 72 t/m 75.
8 Verklaring van [slachtoffer 2] d.d. 01 juni 2012, proces-verbaal pag. 78 t/m 80.
9 Verklaring van [slachtoffer 6] d.d. 12 juni 2012, proces-verbaal pag. 85 t/m 87.
10 Verklaring [slachtoffer 7] d.d. 12 juni 2012, proces-verbaal pag. 90 t/m 92.
11 Verklaring van [slachtoffer 8] d.d. 30 mei 2011, proces-verbaal pag. 94 t/m 96.
12 Verklaring van [slachtoffer 9] d.d. 28 juni 2011, proces-verbaal pag. 99 t/m 102.
13 Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 12 september 2012.