ECLI:NL:RBSHE:2012:BY4980

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/820492-12
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door roekeloos rijgedrag van een 71-jarige bestuurder

Op 3 december 2012 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 71-jarige verdachte die betrokken was bij een verkeersongeval op 21 februari 2012 te Eindhoven. De verdachte, een ervaren beroepschauffeur, veroorzaakte een aanrijding waarbij een inzittende van het tegemoetkomende voertuig, genaamd [slachtoffer], zwaar lichamelijk letsel opliep, waaronder een gebroken arm en tenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich roekeloos en onvoorzichtig heeft gedragen door niet in staat te zijn zijn voertuig tijdig tot stilstand te brengen en door van rijstrook te wisselen terwijl een ander voertuig al dicht was genaderd. Dit leidde tot een aanrijding met ernstige gevolgen voor het slachtoffer.

Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de lange staat van dienst van de verdachte als beroepschauffeur, zijn leeftijd en het feit dat hij nooit eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 1.500,- en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van negen maanden, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft benadrukt dat de ernst van het letsel van het slachtoffer en de gevolgen daarvan zwaar hebben meegewogen in de beslissing. De verdachte is strafbaar verklaard voor het bewezenverklaarde feit, dat valt onder de Wegenverkeerswet 1994, artikel 6, en de rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie in mindere mate gevolgd, door een lichtere straf op te leggen dan geëist.

De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij de rechtbank ook de persoonlijke situatie van de verdachte in overweging heeft genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen gronden zijn voor schorsing van de vervolging en dat de dagvaarding geldig was. De zaak is behandeld in een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, en de uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/820492-12
Datum uitspraak: 03 december 2012
Verkort vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1941],
wonende te [woonplaats], [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 19 november 2012.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 18 oktober 2012. Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 21 februari 2012 te Eindhoven, althans in de regio Eindhoven, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, Oirschotsedijk zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, te handelen als volgt:, rijdende op die Oirschotsedijk en/of gekomen bij een kruispunt in die weg met de Spottersweg en/of terwijl er voor hem op die Oirschotsedijk een motorrijtuig stilstond, is verdachte (vervolgens)
* niet in staat geweest zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de de afstand waarover die hij die weg kon overzien en/of waarover deze vrij wasen/of (vervolgens)
* is verdachte van rijstrook gewisseld en/of uitgeweken en/of (vervolgens) geheel of gedeeltelijk terechtgekomen op de rijstrook voor het tegemoetkomende verkeer op een moment dat een hem tegemoetkomend voertuig (auto) reeds dicht was genaderd
(vervolgens is een verkeersongeval ontstaan tussen het door hem bestuurde motorrijtuig en het hem tegemoetkomende motorrijtuig) waardoor een ander (te weten een inzittende van dat hem tegemoetkomende motorrijtuig, genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel, te weten gebroken arm en/of tenen en/of kneuzingen, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
[artikel 6 Wegenverkeerswet 1994]
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 februari 2012 te Eindhoven, althans de regio Eindhoven, als bestuurder van een voertuig (auto met aanhangwagen), daarmee rijdende op de weg, de Oirschotsedijk, heeft gehandeld als volgt:
rijdende op die Oirschotsedijk en/of gekomen bij een kruispunt in die weg met de Spottersweg en/of terwijl er voor hem op die Oirschotsedijk een motorrijtuig stilstond, is verdachte (vervolgens) * niet in staat geweest zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de de afstand waarover die hij die weg kon overzien en/of waarover deze vrij wasen/of (vervolgens)
* is verdachte van rijstrook gewisseld en/of uitgeweken en/of (vervolgens) geheel of gedeeltelijk terechtgekomen op de rijstrook voor het tegemoetkomende verkeer op een moment dat een hem tegemoetkomend voertuig (auto) reeds dicht was genaderd,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
[artikel 5 Wegenverkeerswet 1994]
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 19 november gewijzigd. Van deze vordering is een kopie aan dit vonnis gehecht.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Bijzondere overweging omtrent het bewijs.
Als gevolg van het ongeval heeft [slachtoffer] volgens de medische informatie van het Maxima Medisch Centrum een fractuur van haar linker bovenarm, een fractuur van beide eerste tenen en kneuzingen aan haar bovenbeen, ribben, hals- en borstwervelkolom opgelopen. Één week na het ongeval is ze geopereerd aan haar linker bovenarm en is in haar arm een pin geplaatst. Zoals blijkt uit de brief van Forcemed van 14 november 2012 vordert het herstel langzaam maar gestaag en is nog geen sprake van volledig herstel.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de aard en de ernst van het letsel en mede in aanmerking genomen dat tot op heden nog geen sprake is van volledig herstel, sprake is van zwaar lichamelijk letsel bij [slachtoffer].
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte:
1.
op 21 februari 2012 te Eindhoven als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, Oirschotsedijk zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend, te handelen als volgt:
rijdende op die Oirschotsedijk en gekomen bij een kruispunt in die weg met de Spottersweg en terwijl er voor hem op die Oirschotsedijk een motorrijtuig stilstond, is verdachte (vervolgens)
* niet in staat geweest zijn motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover die hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en vervolgens
* van rijstrook gewisseld en uitgeweken en vervolgens geheel of gedeeltelijk terechtgekomen op de rijstrook voor het tegemoetkomende verkeer op een moment dat een hem tegemoetkomend voertuig (auto) reeds dicht was genaderd en vervolgens is een verkeersongeval ontstaan tussen het door hem bestuurde motorrijtuig en het hem tegemoetkomende motorrijtuig waardoor een ander (te weten een inzittende van dat hem tegemoetkomende motorrijtuig, genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel, te weten gebroken arm en tenen en kneuzingen werd toegebracht en waardoor een ander (te weten [slachtoffer2], eveneens inzittende van dat hem tegemoetkomende motorrijtuig) zodanig letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezenverklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
- een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis;
- een ontzegging van de bevoegdheid motorvoertuigen te besturen voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte waaronder de draagkracht.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheid in het nadeel van verdachte:
- de ernst en de gevolgen voor de slachtoffers van het door verdachte gepleegde strafbare feit.
In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee:
- verdachte is 30 jaar als beroepschauffeur werkzaam geweest maar is nimmer veroordeeld voor strafbare feiten soortgelijk aan het door hem gepleegde strafbare feit;
- de hoge leeftijd van verdachte te weten 71 jaar.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank zal de ontzegging van de rijbevoegdheid voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24a, 24c
Wegenverkeerswet 1994 art. 6, 179.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
primair
Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht en een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en).
BESLISSING:
T.a.v. primair:
Geldboete van EUR 1.500,00 subsidiair 25 dagen hechtenis. De geldboete desgewenst te voldoen in 10 termijnen van elk EUR 150,-- per maand.
T.a.v. primair:
Ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen (bromfietsen daaronder begrepen) voor de duur van 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.M.P. Willemse, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, leden,
in tegenwoordigheid van N.J.M. van Rooij, griffier,
en is uitgesproken op 3 december 2012.