ECLI:NL:RBSHE:2012:BY4971

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/050658-97
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met één jaar na afwijzing verzoek voorwaardelijke beëindiging

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 5 december 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die in 1998 ter beschikking was gesteld na het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, ondanks het verzoek van de betrokkene om voorwaardelijke beëindiging. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging eisten. De betrokkene, geboren in 1975, verblijft in een kliniek en heeft een geschiedenis van pedoseksuele delicten, waarbij hij zich onbetrouwbaar heeft opgesteld en betrokken is geweest bij drugshandel. Tijdens de zitting zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder psychologen en psychiaters, die de risico's van recidive hebben ingeschat. De deskundigen gaven aan dat er een hoog risico op terugval in delicten van pedoseksuele aard bestaat, vooral gezien de recente gedragingen van de betrokkene. De rechtbank heeft de argumenten van de betrokkene en zijn raadsvrouwe, die pleitten voor een voorwaardelijke beëindiging, niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende basis is voor een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling, gezien de schending van voorwaarden door de betrokkene en het aanhoudende risico op delicten. De rechtbank heeft de beslissing genomen om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, zodat er in de toekomst opnieuw kan worden beoordeeld of de betrokkene in staat is om zich aan de voorwaarden te houden en of de diagnose moet worden bijgesteld.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/050658-97
Uitspraakdatum: 5 december 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
verblijvende in de [kliniek].
Het onderzoek van de zaak
Bij vonnis van de rechtbank van 24 augustus 1998 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van
4 november 2011 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 16 oktober 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van
21 november 2012. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige M. Garama en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van H.A. de Jonge, psycholoog en Behandelcoördinator [afdeling] en
H.J. Beintema, psychiater en Directeur Behandelzaken en plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 20 september 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- de brief van de terbeschikkinggestelde d.d. 19 november 2012;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van:
- met iemand beneden de leeftijd van 12 jaar ontuchtige handelingen plegen, die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd, en
- met iemand beneden de leeftijd van 16 jaar ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd,
terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Deze misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het plaatsvervangend hoofd van de inrichting is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
Er is sprake van een parafilie in de zin van pedofilie. Daarnaast is er sprake van een
ontwikkelingsstoornis in het autistisch spectrum, te weten een pervasieve
ontwikkelingsstoornis NAO. Dit uit zich bij betrokkene vooral in kwalitatieve beperkingen
in de sociale interacties, in mindere mate in het zich rigide vasthouden aan bepaalde
routines. Cognitief is betrokkene goed ontwikkeld, de intelligentie wordt geschat op
hooggemiddeld.
De seksuele ontwikkeling zal mede beïnvloed zijn door de autismespectrumstoornis.
Betrokkene kon vanuit zijn sociaal-emotionele onrijpheid en beperktheid geen aansluiting
vinden bij leeftijdsgenoten.
Betrokkene is beperkt in staat tot emotionele wederkerigheid, wat de mate van empathie
voor anderen en de slachtoffers en de gewetensfunctie negatief beïnvloedt. Betrokkene heeft tevens inherent aan zijn stoornis, moeite met het overzicht houden, zien van het geheel en is
daardoor geneigd zich te verliezen in details.
Betrokkene vertoont antisociaal gedrag, met name in situaties waar hij zich tekort gedaan
voelt. Dit uit zich in het onbetrouwbaar opstellen in de behandeling, zoals drugsbezit en
handel en het verzwijgen en het vertellen van onwaarheden van gebeurtenissen die
betrekking hebben op de delictgerelateerde factoren.
HKT-30 (13-06-2012)
De weging van de resultaten van de HKT-30 leidt tot een risico-inschatting van hoog bij
onmiddellijke beëindiging van de tbs met dwangverpleging.
De belangrijke historische risicofactoren zijn de schending van voorwaarden,
gedragsproblemen voor het 12e levensjaar en de aanwezigheid van een seksueel deviante
voorkeur.
Met betrekking tot de klinische en dynamische indicatoren scoort betrokkene hoog op
vijandigheid, attitude t.o.v. de behandeling en verantwoordelijkheid voor het delict.
Op de toekomstige items geldt dat veel nog niet geregeld is en dat er stresserende
omstandigheden verwacht worden, waarbij het twijfelachtig is of betrokkene ze kan
hanteren.
SVR-20 (13-06-2012)
Bij onmiddellijke beëindiging van de tbs met dwangverpleging is het risico matig-hoog.
Betrokkene is een man bij wie sprake is van pedofilie. De seksuele delicten vonden met een
hoge dichtheid plaats. Verder is er sprake van schending van de voorwaarden binnen de tbs
met dwangverpleging. Betrokkene heeft daarnaast een negatieve houding t.o.v. de
interventies.
Samenvattende beschrijving met betrekking tot het verband tussen stoornis, gevaar,
geboden behandeling en de prognose:
Betrokkene is een 35-jarige man die al vanaf zijn 22e in Justitiële Inrichtingen verblijft. De
kernproblematiek van betrokkene is pedoseksualiteit, waarbij er rondom het delict sprake
was van een typische pedoseksuele enscenering. Daarnaast heeft de stoornis in het autisme
spectrum geleid tot bijkomende problemen. De gebeurtenissen van de laatste tijd hebben
veel vragen opgeroepen rondom de betrouwbaarheid en mogelijke antisociale
persoonlijkheidsproblematiek.
Het afgelopen jaar hebben zich een aantal gebeurtenissen voorgedaan. Betrokkene verblijft
op de resocialisatieafdeling waar hij onbegeleide verloven praktiseert en bezig is zijn leven
buiten het FPC in te richten. Dit verloopt naar wens, tot hij in 11 september 2011 voor een
time-out plaatsing op de Instroomafdeling [naam instroomafdeling] wordt geplaatst, omdat er sprake is van
een aantal vroegsignalen voor een mogelijke terugval in delictrisico's.
Nadat met betrokkene duidelijke afspraken zijn gemaakt en het risicomanagement wordt
aangescherpt, is besloten om alsnog te koersen op een traject naar buiten. Er wordt
transmuraal verlof aangevraagd en na goedkeuring hiervan door het ministerie wordt hij
naar de transmurale voorziening van de kliniek overgeplaatst. Echter, na twee weken wordt
betrokkene wederom naar binnen geplaatst, op verdenking van handel in drugs. Naar
aanleiding van de verdenkingen hiervan wordt de garagebox van betrokkene doorzocht en hier treft men een kleine hoeveelheid softdrugs (hasj) aan. Uit telefoonopnames opgenomen door derden blijkt dat betrokkene ook andere zaken heeft verzwegen voor het team. Er wordt aangifte gedaan (met de aangifte kan echter niks gedaan worden) en de verloven zijn
opgeschort.
Geconcludeerd kan worden dat betrokkene zich de afgelopen periode onbetrouwbaar heeft
opgesteld en zich in delictgerelateerde situaties heeft begeven. Het is het behandelende team niet goed duidelijk welke problematiek hierin voornamelijk een rol heeft gespeeld, ofwel de
ASS-problematiek, dan wel persoonlijkheidsproblematiek. Hij is overgeplaatst naar
doorstroomafdeling Hunze 1, waar wordt bekeken in hoeverre de diagnostiek dient te
worden bijgesteld. Afhankelijk van dit onderzoek wordt betrokkene op een afdeling voor
patiënten met ASS-problematiek geplaatst, dan wel op een afdeling voor patiënten met
persoonlijkheidsproblematiek en zal verder beleid worden gemaakt. Er moet overwogen
worden of de verdere behandeling binnen de huidige kliniek kan worden vormgegeven. De
verwachting is dat er ten minste twee jaar nodig zal zijn om het traject van betrokkene
verder (opnieuw) vorm te geven.
Wij adviseren de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik vraag u niet om beëindiging van de terbeschikkingstelling.
Ik vind een verlenging van twee jaar te lang.
Het zou beter onderzocht moeten worden of ik een persoonlijkheidsstoornis heb.
De telefoonopnames die de kliniek heeft, heb ik niet. Ik zou graag de opnames willen beluisteren, want zoals de kliniek het schetst, is het niet gezegd.
Het zou vreemd zijn als ik wel de dingen zou hebben gedaan die de kliniek mij verwijt. Er is geen aanvullend bewijs dat ik opeens op baby's zou vallen. De seksuoloog heeft hierover ook een andere mening dan mevrouw Garama.
Ik wil graag meewerken aan een nadere diagnostiek. Ik ben bereid deze diagnostiek in de Van Mesdagkliniek te doen, maar ik ga daarna niet verder met de Van Mesdagkliniek.
Ik heb mij sinds mijn terugplaatsing netjes aan alle afspraken gehouden. Ik heb ook geen recidive gepleegd en doe goed mijn best.
De deskundige, mevrouw M. Garama, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene heeft nog steeds hulp nodig, anders zal hij mogelijk weer terugvallen in delicten van pedoseksuele aard.
Wij hebben inmiddels een overplaatsingsverzoek ingediend. In onze kliniek is betrokkene zeer onbetrouwbaar gebleken. Hij heeft een drugshandel opgezet en in stand gehouden. Daarnaast heeft hij het kindje van zijn zus willen laten fotograferen. Door deze drugshandel en door het niet willen samenwerken met de kliniek, is er een vertrouwensbreuk tussen de kliniek en betrokkene ontstaan. Wij willen daarom graag overplaatsing. De kliniek werkt met ruiling. Ik kan geen inschatting geven binnen welk tijdsbestek overplaatsing zou kunnen plaatsvinden.
Ik wil wel een nuance aanbrengen op het verlengingsadvies. In het advies staat dat betrokkene een camera heeft gekocht met de intentie om het kindje van zijn zus te fotograferen. Zo stellig is dit echter niet. Hij wilde foto's maken van het gezin en eventueel ook van het kindje.
Wij hebben van een anonieme bron telefoonopnames ontvangen. Deze zijn door meerdere mensen beluisterd, waaronder door mij. De uitlatingen zijn niet uit de context gehaald, maar letterlijk zo gezegd. Ik herkende de stem van betrokkene. Daarnaast was betrokkene te herkennen doordat er wordt gesproken over transmuraal verlof en overplaatsing. Dit was op dat moment van toepassing op betrokkene.
Het is duidelijk dat betrokkene onbetrouwbaar is geweest. Wij hebben het gedrag van betrokkene geprobeerd te plaatsen. Wij wilden nader diagnostisch onderzoek verrichten. Betrokkene wilde echter niet meewerken. Hij heeft aangegeven dat het gedrag dat hij vertoond heeft, uit wraak voortkomt. Wij hebben dit gedrag daarom voor nu aangeduid als antisociaal.
Betrokkene heeft zeker behandeling nodig. Dat betrokkene nog behandeling nodig heeft blijkt uit de risicotaxaties die wij hebben toegepast. Daarnaast houdt betrokkene zich niet aan afspraken. Ook hieruit blijkt dat betrokkene nog hulp nodig heeft.
Wij achten het risico op pedoseksuele delicten nog steeds hoog, ook bij een voorwaardelijke beëindiging. Dit risico achten wij nog steeds hoog, mede omdat betrokkene heeft gevraagd het kindje van zijn zus in bad te fotograferen.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De terbeschikkingstelling voldoet nog steeds aan alle voorwaarden. Het recidiverisico is matig tot hoog.
Betrokkene bleek foto's van een kind in bad te willen laten maken. De kliniek heeft aangegeven betrokkene te herkennen op de telefoonopnames. Ik vind het daarmee voldoende aannemelijk gemaakt. Betrokkene heeft het ook niet ontkend. Het recidiverisico staat voor mij voldoende vast.
Ik vind het belangrijk dat betrokkene meewerkt aan de nadere diagnostiek. Ik houd vast aan het rapport van de kliniek. We hebben te maken met een hooggemiddeld intelligente man, die goed weet wat hij doet. Het is ontzettend stom dat betrokkene met wraak en drugshandel bezig is. Ik denk dat het zaak is dat de kliniek dit heel erg goed uitzoekt.
Ik verzoek de rechtbank om verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, zodat over een jaar opnieuw een toetsmoment kan plaatsvinden.
Ik verzet me tegen een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Betrokkene heeft zich herhaaldelijk niet aan de afspraken gehouden. De drugshandel noemt de raadsvrouwe puberaal gedrag. Ik betwist dit. Het gaat om manipulatief gedrag. Daarnaast is de drugshandel vrij professioneel aangepakt, door onder meer geheime rekeningen te openen.
Met betrekking tot het delictrisico wijs ik erop dat het gedrag van betrokkene met betrekking tot het laten maken van voornoemde foto's, past in pedoseksueel gedrag. Daarnaast is er een film met kinderen aangetroffen. Alles bij elkaar meen ik dat er sprake is van risico op soortgelijke delicten als het indexdelict.
De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik heb begrepen dat de bron van de telefoonopnames voor de kliniek niet anoniem is, maar dat zij ons geen inzicht hierin wil geven.
Uit de stukken blijkt dat mijn cliënt inziet dat er geen delicten meer mogen gebeuren.
Betrokkene betwist dat hij heeft gevraagd om het kindje van zijn zus in bad te fotograferen.
Na het incident met de vrouw en haar zoon op de rommelmarkt, is wederom resocialisatie opgestart. Ik denk dat de vertrouwensbreuk is ontstaan door het toen meteen terugplaatsen van mijn cliënt. Dit heeft een negatieve invloed op mijn cliënt gehad.
Er is heel veel gebeurd. Hierdoor is het vertrouwen weg. Er is echter geen sprake van delictgerelateerde factoren. Er is hasj gevonden in zijn garagebox. Dit is geen delictgerelateerde factor. Mijn cliënt heeft aangegeven dat dit als puberaal gedrag moet worden gezien. Dat er sprake is van zeer manipulatief gedrag kan enkel uit de telefoonopnames worden afgeleid en daar beschikt enkel de kliniek over. Daarnaast blijkt uit het dossier niet dat mijn cliënt de drugshandel professioneel heeft aangepakt. Het klopt dat mijn cliënt één niet aan de kliniek gemelde bankrekening had, maar dit heeft hij inmiddels geregeld. Over de film heeft de seksuoloog aangegeven dat dit geen overtreding was van het delictketen preventieplan.
Mijn cliënt heeft ontkend dat de intentie van de camera was om foto's van het kindje in bad te maken. Hij heeft aangegeven de camera bij de familie te hebben achtergelaten. De familie is op de hoogte van de door hem gepleegde delicten. Mijn cliënt is hooggemiddeld intelligent. Het zou dan ook wel heel raar zijn als hij daadwerkelijk aan zijn zus zou vragen om foto's te maken van haar kindje in bad.
De telefoonopnames zijn een heikel punt. Het is niet duidelijk hoe de kliniek hier aan is gekomen en wat haar rol hier in is. Dit heeft voor een vertrouwensbreuk gezorgd tussen mijn cliënt en de kliniek. Ik ben van mening dat de kliniek een en ander niet zo in haar rapport kan zetten en dat het ook niet zo kan worden overgenomen. Ik heb vernomen dat er slechts delen van het gesprek zijn ontvangen. Op die manier haal je de uitlatingen uit hun context.
Het recidiverisico is enkel op de telefoonopnames gebaseerd. Dit is daarom een belangrijk punt.
Ik kan goed begrijpen waarom mijn cliënt in eerste instantie heeft geweigerd mee te werken aan de diagnostiek. Er zijn inmiddels heel veel rapporten gemaakt. Wanneer de kliniek vervolgens weer een diagnostisch onderzoek wil doen, dan kan dat op tegenstand stuiten.
Ik heb begrepen dat mijn cliënt uitbehandeld is. Mijn cliënt heeft inmiddels zoveel behandelingen ondergaan, dat hij van elke behandeling wel wat heeft geleerd.
Het gaat er in de kern om of er risico op delicten als de indexdelicten is. Dat mijn cliënt zich onbetrouwbaar heeft getoond, zegt niks over het delictrisico op pedoseksuele delicten.
De proportionaliteit komt in dit kader ook in beeld. Mijn cliënt zit inmiddels al 14 jaar vast.
Ruiling met een tbs gestelde uit een andere kliniek kan snel gaan, maar dit kan ook nog heel lang duren.
Ik verzoek primair om voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
U heeft de oude behandelvoorstellen gelezen. Mijn cliënt is gemotiveerd om andere behandelingen te ondergaan. Daarnaast heeft er geen recidive plaatsgevonden.
Mocht de rechtbank zich niet in staat achten de voorwaarden te formuleren, dan verzoek ik subsidiair de zaak aan te houden voor de duur van drie maanden om de reclassering de gelegenheid te geven een maatregelrapport op te maken.
Uiterst subsidiair verzoek ik verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige, met uitzondering van de duur van de verlenging van de maatregel. De rechtbank houdt bij haar beslissing echter geen rekening met de aanname van de inrichting dat de terbeschikkinggestelde de intentie had om een kindje in bad te laten fotograferen.
Op dit moment ziet de rechtbank, gelet op voornoemd advies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter terechtzitting, geen aanleiding om de terbeschikkingstelling voorwaardelijk te beëindigen of te overwegen de terbeschikkingstelling voorwaardelijk te beëindigen en een maatregelenrapport op te laten maken.
Uit voornoemd advies en de op de zitting gegeven toelichting van de deskundige, blijkt dat de terbeschikkinggestelde een aantal afspraken en voorwaarden van de kliniek heeft geschonden. Er is hasj in de garagebox van de terbeschikkinggestelde aangetroffen en de terbeschikkinggestelde bleek een niet bij de kliniek gemelde bankrekening te hebben.
Het recidiverisico wordt door de kliniek als hoog ingeschat bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Verwacht wordt dat er tenminste twee jaar nodig is, om het traject van betrokkene verder vorm te geven. De deskundige heeft ter zitting aangegeven dat dit recidivegevaar ook aanwezig wordt geacht bij een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
Gelet op het vorenstaande wijst de rechtbank het verzoek de terbeschikkingstelling voorwaardelijk te beëindigen af. De rechtbank wijst eveneens het verzoek tot aanhouding ten behoeve van het opmaken van een maatregelenrapport in verband met een voorwaardelijke beëindiging af. De rechtbank acht het uitbrengen van een maatregelenrapport op dit moment prematuur.
Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling met één jaar verlengen, zoals de officier van justitie ter zitting heeft gevorderd. De rechtbank wijkt in zoverre af van het advies van de inrichting.
Het komende jaar zal door de behandelaars bezien worden of de diagnose dient te worden bijgesteld. Voorts heeft de kliniek een overplaatsingsverzoek ingediend. De rechtbank acht een verlenging met één jaar geïndiceerd, zodat dan al kan worden bezien hoe de ontwikkelingen van het komend jaar zullen zijn geweest.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W.A.F. Damen, voorzitter,
mr. N.M. Spelt en mr. S.J.W. Hermans, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A. de Boer, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 december 2012.