ECLI:NL:RBSHE:2012:BY3901

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01-049021-03
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een zwakbegaafde man met antisociale persoonlijkheidsstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 22 november 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 31-jarige man, die ter beschikking was gesteld na veroordelingen voor verkrachting, afpersing en diefstal met geweld. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd op 10 juni 2011 en de officier van justitie heeft op 1 oktober 2012 opnieuw verzocht om verlenging voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 november 2012, waarbij de deskundige dr. M.A. Abbenhuis en de raadsman van de terbeschikkinggestelde aanwezig waren.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar het advies van de kliniek waar de terbeschikkinggestelde verblijft. Dit advies wijst op de noodzaak van verlenging van de terbeschikkingstelling, gezien de beperkte zelfstandigheid van de man en zijn antisociale persoonlijkheidsstoornis. De deskundige heeft aangegeven dat de terbeschikkinggestelde goed functioneert binnen de structuur van de kliniek, maar dat hij nog steeds begeleiding nodig heeft om terugval in oud gedrag te voorkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde onvoldoende mogelijkheden heeft om zelfstandig te functioneren en dat de veiligheid van anderen in het geding is.

De rechtbank heeft het verzoek van de raadsman om de behandeling aan te houden voor het opmaken van een maatregelenrapport afgewezen, omdat er geen onderbouwing was voor de stelling dat de reclassering een betere rol zou kunnen spelen dan de kliniek. De rechtbank heeft zich verenigd met het advies van de deskundige en de kliniek en heeft besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen als belangrijkste redenen zijn genoemd. De beslissing is genomen door de voorzitter en de leden van de rechtbank, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/ 049021-03
Uitspraakdatum: 22 november 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde]
geboren te [geboorteplaats] op [1972],
verblijvende in [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij arrest van de Hoge Raad van 5 december 2006 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van 10 juni 2011 van het gerechtshof Arnhem met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 1 oktober 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaren.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 november 2012. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige mevrouw dr. M.A. Abbenhuis, behandelcoördinator bij de [kliniek], de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. F.H.J. van Gaal, gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van de [kliniek] te [gemeente] opgemaakt op 10 september 2012 en ondertekend door drs. E.P.M.T. Brouns, psychiater/ plv. hoofd van de inrichting;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake verkrachting, afpersing, meermalen gepleegd, en diefstal met geweld, meermalen gepleegd, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
Samenvattende beschrijving m.b.t. het verband tussen stoornis, gevaar, geboden behandeling en de prognose
"Betrokkene is een 31-jarige zwakbegaafde man met een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. (...) Vanuit zijn voorgeschiedenis en opvoeding heeft betrokkene niet geleerd hoe op een adequate manier om te gaan met spanningen en frustraties. Betrokkene is geneigd zich aan te passen aan de ander en is beïnvloedbaar. (...)
Betrokkene verblijft inmiddels 3 jaar in de [kliniek] en gedijt goed binnen de structuur van de kliniek. Hij neemt over het algemeen deel aan aangeboden behandelonderdelen en volgt een gestructureerd dagprogramma. Betrokkene heeft in diverse therapieën zeker vaardigheden geleerd, maar de indruk is dat het inzicht van betrokkene en de leerbaarheid beperkt zijn en dat hij vooral leert van de praktijk. Er wordt meer gekoerst op "ervarend leren" om tot gedragsverandering te komen in plaats van op inzichtgevende behandeling. Daarbij is het van belang dat betrokkene professionele ondersteuning krijgt in het alert blijven in bespreken van spanningen en dat er ondersteuning is in het netwerk. De focus van de behandeling ligt vooral op het aanleren van praktische vaardigheden, abstinent blijven van drugs, het creëren van een ondersteunende context (werk en sociaal netwerk) en het leren van hulpvragen bij oplopende spanningen. (...) De mate van zelfstandigheid is dusdanig dat er gedacht wordt aan een resocialisatietraject dat loopt via onbegeleid verlof, transmuraal verlof en vervolgens proefverlof. Dit gaat geruime tijd in beslag nemen en is noodzakelijk, omdat betrokkene niet op inzicht leert, maar op basis van "inslijpen". Betrokkene zelf heeft echter het idee, dat hij al klaar is met de behandeling. Daar ligt tot op heden nog wel regelmatig frictie, die echter nooit leidt tot impulsdoorbraken. Het uiteindelijke doel is dat verdachte weer gaat samenwonen met zijn vriendin. De mate van ondersteuning die daarbij nodig is moet gedurende het verdere verloop blijken. Aangezien betrokkene tot nu toe betrouwbaar is in het nakomen van afspraken en er voldoende zicht is op de risicofactoren wordt het verantwoord geacht dit traject in te zetten. Wel moge duidelijk zijn hoezeer betrokkene zonder TBS-kader afhankelijk is van een steunend kader.(...)
Ondanks de intentie en overtuiging van betrokkene dat hij geen delicten meer zal plegen, en hij bewezen heeft tot op heden van de verdovende middelen af te kunnen blijven, is de verwachting dat hij het zonder een degelijk vangnet niet redt. (...) Er is buiten zijn vriendin om nog geen netwerk dat betrokkene kan steunen en betrokkene beschikt over te weinig vaardigheden om zich zelfstandig staande te houden. (...) Betrokkene is zich ervan bewust dat hij begeleiding nodig heeft ter voorkoming van terugval in zijn oude gedragspatroon, maar lijkt cognitief te beperkt om toekomstige risico's voor zichzelf te kunnen overzien.(...)
Betrokkene heeft onvoldoende mogelijkheden om zelfstandig zijn bestaan vorm te geven. Indien spanningen oplopen doordat de eiesen van het leven van alledag zijn cognitieve draagkracht te boven gaan, zal betrokkene zich onterecht behandeld en/of benadeeld voelen en ernaar streven om die negatieve gevoelens onmiddellijk kwijt te raken of te dempen. Het gebruik van middelen is een belangrijke manier om die negatieve gevoelens uit de weg te ruimen. Omdat er vervolgens moet worden voorzien in geldelijke middelen en betrokkene over onvoldoende inkomsten beschikt, zal er sprake zijn van verwervingscriminaliteit. Door middelengebruik neemt ook de toch al beperkte impulscontrole en gewetensfunctie af, waardoor er een toename van geweld kan optreden. De opbouw van spanningen zal een langere aanloop kennen, echter wanneer er middelengebruik in het spel is kan de aanloop aanzienlijk bekort worden."
Advies verlenging TBS maatregel
"De verwachting is dat het beoogde resocialisatietraject de termijn van één jaar te boven zal gaan. Wij adviseren U de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen met de periode van twee jaar."
De deskundige
De deskundige mevrouw dr. M.A. Abbenhuis, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft in aanvulling op het advies naar voren gebracht dat er, in samenwerking met de partner van de terbeschikkinggestelde, een structuur moet worden opgebouwd. Het hangt af van de mogelijkheden tot inslijpen van het gedrag hoe snel dat zal gaan. In de kliniek heeft de terbeschikkinggestelde alle behandelmodules goed doorlopen. De vraag is volgens de deskundige of alles wat de terbeschikkinggestelde daar geleerd heeft ook beklijft.
Aan de terbeschikkinggestelde moeten regelmatig zaken opnieuw worden uitgelegd. Als hij zaken niet begrijpt of onterecht vindt, wordt hij boos. Die boosheid wordt vervolgens door hem ontkend en daardoor heeft de kliniek er minder grip op.
Ook heeft de deskundige aangegeven dat inmiddels onbegeleid verlof met overnachtingen is aangevraagd bij het ministerie. Volgens de deskundige is het prematuur om de reclassering te betrekken op dit moment in het resocialisatietraject van terbeschikkinggestelde, omdat de kliniek al moeite heeft om de samenwerking vlot te laten verlopen.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op 1 oktober 2012 gevorderd de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar. Ter terechtzitting heeft hij aangegeven te twijfelen over de duur van de terbeschikkingstelling. Hij heeft de rechtbank daarom in overweging gegeven de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar, gelet op het verschil in inzicht over de situatie tussen de deskundige en de terbeschikkinggestelde.
De raadsman
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft primair verzocht om de behandeling van de vordering tot verlenging aan te houden om een maatregelenrapport te laten opmaken. Naar de mening van de verdediging kan de reclassering een betere rol vervullen in het "ervarend leren", zoals genoemd in het verlengingsadvies dan de kliniek.
Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar en daarbij een duidelijk signaal af te geven om bij de volgende zitting informatie over mogelijke voorwaardelijke beëindiging ter beschikking te hebben. De raadsman heeft daarbij gewezen op twee uitspraken van de rechtbank 's-Hertogenbosch.
De terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft naar voren gebracht dat hij in de kliniek zijn doelen heeft bereikt en buiten de kliniek wil laten zien wat hij geleerd heeft. Volgens de terbeschikkinggestelde heeft hij wel kennissen die hij tot zijn sociale netwerk kan rekenen, maar die willen niets met de kliniek te maken hebben. Ook heeft de terbeschikkinggestelde erop gewezen dat hij niet boos wordt, wanneer hij zaken niet goed begrijpt en dat deze conclusie van de deskundige wellicht op miscommunicatie berust.
Voorts heeft de terbeschikkinggestelde aangegeven dat hij zich niet kan vinden in het advies van de kliniek en de onderbouwing daarvan door de deskundige.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien van het verzoek van de raadsman tot aanhouding als volgt. Op dit moment ziet de rechtbank, gelet op voornoemd advies van de [kliniek] en de verklaring van de deskundige ter terechtzitting, geen aanleiding om een maatregelenrapport te laten opmaken. De raadsman heeft niet onderbouwd waarom de reclassering een betere rol in het "ervarend leren" zou kunnen spelen dan de kliniek. Uit het advies blijkt dat de verwachting is dat er nog ten minste twee jaar voor nodig zal zijn om de terbeschikkinggestelde het complete traject van verschillende (steeds uitgebreidere) vormen van verlof te laten doorlopen. De deskundige heeft aangegeven dat het betrekken van de reclassering in het traject op dit moment prematuur is. Op grond van het vorenstaande is naar het oordeel van de rechtbank een voorwaardelijke beëindiging thans nog niet aan de orde. Derhalve wijst de rechtbank het verzoek tot aanhouding ten behoeve van het opmaken van een maatregelenrapport af.
Ook voor het verlengen van de terbeschikkingstelling met één jaar ziet de rechtbank geen aanknopingspunten in het advies van de kliniek en het verhandelde ter terechtzitting. De rechtbank verenigt zich dan ook met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
DE BESLISSING
De rechtbank:
Verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door
mr. R.J. Bokhorst, voorzitter,
mrs. E.C.P.M. Valckx en E.W. van den Heuvel, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A. Bernsen, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 november 2012.
De voorzitter is buiten staat deze beslissing te tekenen.