ECLI:NL:RBSHE:2012:BY3530

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
20 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/045018-98
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering verlenging terbeschikkingstelling na diefstal met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 20 november 2012 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die in 1998 ter beschikking was gesteld na een delict van diefstal met geweld. De vordering tot verlenging werd ingediend door de officier van justitie op 25 september 2012, met de argumentatie dat de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar moest worden verlengd om de resocialisatie van de betrokkene de ruimte te geven. Tijdens de openbare zitting op 6 november 2012 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouwe, en deskundigen gehoord. De deskundigen gaven aan dat het recidiverisico zonder terbeschikkingstelling als matig werd ingeschat, en dat de betrokkene de behandeling vrijwillig wilde voortzetten. De rechtbank heeft de deskundigenverklaringen en de positieve ontwikkelingen in de behandeling van de betrokkene in overweging genomen. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen niet langer de verlenging van de terbeschikkingstelling eiste, en dat de vordering van de officier van justitie moest worden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene, ondanks zijn verleden, voldoende mogelijkheden had om zich te resocialiseren zonder de maatregel van terbeschikkingstelling.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/045018-98
Uitspraakdatum: 20 november 2012
Beslissing terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1976],
verblijvende in [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 30 oktober 1998 is betrokkene terbeschikkinggesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 16 november 2011 met één jaar verlengd; daarbij is de voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege verlengd voor de duur van het gegeven bevel tot terbeschikkingstelling met continuering van de voorwaarden zoals gesteld bij uitspraak van deze rechtbank van 5 augustus 2009.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 25 september 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 november 2012.
Hierbij zijn de officier van justitie, twee deskundigen, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- de Pro Justitia rapportage betreffende betrokkene opgemaakt door dr. L.H.W.M. Kaiser, psychiater op 11 juli 2012;
- het reclasseringsadvies betreffende betrokkene opgemaakt door B. Venema op 16 augustus 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en mishandeling, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
In voornoemde Pro Justitia rapportage is met betrekking tot het recidiverisico onder meer het navolgende gesteld:
'(...) Toekomstige situatieve indicatoren: Score: matig als hij zonder tbs zou zijn. Hij wil zelf de behandeling vrijwillig voortzetten. Zijn impulsiviteit en beperkte coping bij druk kunnen maken dat hij de behandeling niet voortzet en/of middelen gebruikt. De antisociale kant kan dan opleven met hoge kans op recidive van een vermogensdelict. Bij het indexdelict gebruikte hij daarbij agressie als instrumentale agressie. Dat kan zich herhalen maar die kans is minder als de huidige resocialisatie lukt. Anderzijds is hij wel impulsief en kan imponeren maar blijkt het gebruik van instrumentale agressie niet structureel bij hem te zijn. (...)'
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik wil van de terbeschikkingstelling af, maar niet van de zorg. Ik wil ook de rest van mijn leven zorg houden. Dat heb ik nodig. Ik ben wel van mening dat de delictgevaarlijkheid van mij laag is. Ik heb al vijftien jaar geen delict gepleegd. Desondanks wordt er ieder jaar een verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling gevraagd. Ik vraag me af waarom. Wanneer de rechtbank de terbeschikkingstelling zou beëindigen, kan ik in [kliniek] blijven. Ik wil graag deel uitmaken van de maatschappij en zelf zorg zoeken.
De deskundige J.E. Wouda, hoofd behandeling van [kliniek] en optredend namens voornoemde kliniek, heeft het navolgende, verkort en zakelijk weergegeven verklaard:
Het is er in de behandeling van betrokkene om te doen dat hij leert de spanningen die het leven met zich meebrengt, anders het hoofd te bieden dan hij in het verleden heeft gedaan.
Zijn laatste terugval heeft niet tot het plegen van delicten geleid, omdat betrokkene op dat moment contact met de kliniek gezocht heeft en wij hem gezegd hebben dat hij meteen terug moest komen naar de kliniek.
Zonder terbeschikkingstelling is het recidiverisico matig. In alle jaren zie ik het beeld terugkomen dat betrokkene zorg ensceneert door onder andere gokken, wanneer hij spanningen ervaart die boven zijn hoofd groeien. Het gaat - met vallen en opstaan - steeds beter met betrokkene. Bij een matig recidiverisico denk ik niet aan heftige levensdelicten, maar aan delicten die betrokkene zou kunnen plegen wanneer hij geen geld heeft terwijl hij dat wel nodig heeft. Ik zal niet zeggen dat dit delicten zijn die vergelijkbaar zijn met het delict waarvoor betrokkene destijds terbeschikkingstelling heeft gekregen. Ik denk daarbij meer aan vermogensdelicten.
De deskundige B.R. Venema, reclasseringswerker en optredend namens Tactus verslavingszorg, heeft het navolgende, verkort en zakelijk weergegeven verklaard:
Betrokkene heeft een terugval gehad op 8 oktober 2012 en op 29 oktober 2012. Hij is toen gaan gokken. Dit is een kleine smet op het afgelopen jaar waarin het structureel heel goed gaat. Het contact met betrokkene is goed, hij is open en hij woont sinds een paar maanden in het Willibrordushuis. Het wonen in het Willibrordushuis gaat op zichzelf erg goed. De terugplaatsing in de kliniek is van korte duur. Dit is nu eenmaal het beleid van de kliniek.
Gedurende de vier jaar dat ik contact met betrokkene heb, wordt de afstand tot het plegen van delicten steeds groter. Wanneer de terbeschikkingstelling nu zou worden beëindigd, zal betrokkene met begeleiding blijven wonen waar hij nu woont. We zullen dan geen grote, maar kleine begrijpelijke stappen moeten nemen. Na het beëindigen van de terbeschikkingstelling kan betrokkene nog een half jaar via het justitieel casemanagement begeleid worden. Na die periode kan dat niet meer. Betrokkene zal het na die periode moeten doen met woonbegeleiding van [kliniek].
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het beeld dat de deskundigen schetsen is eigenlijk wel positief. Er is weliswaar een terugval geweest, maar er is sprake van een stijgende lijn. Gelet op het recidiverisico zou ik een beëindiging van de terbeschikkingstelling kunnen verantwoorden. Toch vraag ik een verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar, omdat ik wil dat alles rustig zijn bestek kan krijgen. Dat heeft tijd nodig. Betrokkene moet de kans krijgen zich helemaal te resocialiseren. Ik betrek bij mijn oordeel de terugvallen die betrokkene recent heeft gehad. Wanneer betrokkene voor de onderhavige zitting zo'n stress ervaart dat hij een terugval krijgt, moet de termijn van terbeschikkingstelling mijns inziens voor de duur van één jaar verlengd worden.
De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft het woord gevoerd overeenkomstig de pleitnota, die aan deze beslissing is gehecht. De inhoud daarvan dient als hier ingelast te worden beschouwd.
Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling niet langer eist en dat dientengevolge de vordering van de officier van justitie behoort te worden afgewezen. De rechtbank overweegt hierbij dat deskundige J.E. Wouda ter zitting heeft verklaard dat het risico op recidive zonder terbeschikkingstelling matig is en dat hij daarbij denkt aan (vermogens)delicten die niet vergelijkbaar zijn met het delict waarvoor betrokkene destijds terbeschikkingstelling heeft gekregen. Een en ander bezien in samenhang met de aard van het gronddelict, komt de rechtbank tot de conclusie dat bij beëindiging van de terbeschikkingstelling de veiligheid van anderen danwel de algemene veiligheid van personen of goederen voldoende zijn gewaarborgd en dat deze de verlenging van de terbeschikkingstelling derhalve niet eisen.
DE BESLISSING
De rechtbank:
Wijst af de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] voornoemd.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.A. Mandemakers, voorzitter,
mr. W. Schoorlemmer en mr. B. Damen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E.C.M. Boerboom, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 november 2012.
Mr. B. Damen is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.