ECLI:NL:RBSHE:2012:BY3305

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/825614-10
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens poging tot afpersing en diefstal met geweld

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank 's-Hertogenbosch, is de verdachte op 18 oktober 2012 veroordeeld voor poging tot afpersing en diefstal met geweld. De tenlastelegging omvatte twee incidenten: op 16 november 2010 in Helmond, waar de verdachte met een mes dreigde om geld af te dwingen van medewerksters van de Kiosk, en op 10 november 2010 in Papendrecht, waar hij met een hamer een tankstation overviel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De verdachte heeft de feiten bekend en zijn medewerking aan het onderzoek verleend.

De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 949 dagen, waarvan 720 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd een werkstraf van 120 uren opgelegd, subsidiair 60 dagen hechtenis. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de onrust die deze hebben veroorzaakt bij de slachtoffers, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn bereidheid tot behandeling en zijn eerdere meldingen bij de politie.

De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op aan de voorwaardelijke straf, waaronder reclasseringstoezicht en deelname aan een klinische behandeling. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, waaronder die met betrekking tot poging tot afpersing en diefstal met geweld. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/825614-10
Datum uitspraak: 18 oktober 2012
Verkort vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1972],
wonende te [woonplaats], [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 4 oktober 2012.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 9 februari 2011.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 11 juli 2011 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 16 november 2010 te Helmond ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] beiden medewerksters van de Kiosk te dwingen tot
de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan de Kiosk, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, met voormeld oogmerk voornoemde[slachtoffer 3] en/of voornoemde [slachtoffer 4]
een mes heeft getoond en heeft geroepen: "Maak die kassa open" en/of "Ik wil
alleen briefgeld geen kleingeld" en/of "Wil je het geld van de kassa in het
tasje doen, ik doe je niks" en/of vervolgens aan de kassalade('s) heeft
getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 317 juncto 45 van het Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 10 november 2010 te Papendrecht tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een tankstation gelegen aan de (adres)
heeft weggenomen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan Servauto, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], beiden medewerksters van Servauto, gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte en/of zijn mededader
met een hamer voornoemd tankstation binnen is gegaan en/of
die hamer bij zijn hoofd heeft gehouden en/of over de balie van het
tankstation is gaan hangen en heeft geroepen "Dit is een overval" en/of "Maak
de kassa open" en/of
op de balie is geklommen en met de hamer een dreigende beweging heeft gemaakt in
de richting van voornoemde [slachtoffer 2] en daarbij "Kassa open maken nu" en/of "Geld"
heeft geroepen;
(artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte:
1.
op 16 november 2010 te Helmond ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 3]en [slachtoffer 4], beiden medewerksters van de Kiosk, te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld toebehorende aan de Kiosk, met voormeld oogmerk voornoemde [slachtoffer 3]n en/of voornoemde [slachtoffer 4] een mes heeft getoond en heeft geroepen: "Maak die kassa open" en "Ik wil alleen briefgeld, geen kleingeld" en "Wil je het geld van de kassa in het tasje doen, ik doe je niks" en vervolgens aan de kassalade heeft
getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
op 10 november 2010 te Papendrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een tankstation gelegen aan de (adres) heeft weggenomen een hoeveelheid geld toebehorende aan Servauto, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2], medewerkster van Servauto, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij met een hamer voornoemd tankstation binnen is gegaan en die hamer bij zijn hoofd heeft gehouden en over de balie van het tankstation is gaan hangen en heeft geroepen "Dit is een overval" en "Maak de kassa open" en op de balie is geklommen en met de hamer een dreigende beweging heeft gemaakt in de richting van voornoemde [slachtoffer 2] en daarbij "Kassa open maken nu" en "Geld" heeft geroepen;
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie:
- een gevangenisstraf voor de duur van 949 dagen met aftrek, waarvan 720 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht, ook als dit mocht inhouden een klinische behandeling van maximaal 12 maanden, indien nodig een ambulante behandeling bij een zorginstelling, een meldplicht, en een drugs- en alcoholverbod;
- een werkstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straffen die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op:
a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan,
b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden in het nadeel van verdachte:
- de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de door verdachte gepleegde strafbare feiten hebben grote onrust veroorzaakt bij de medewerkers van Servauto en de Kiosk die door verdachte bedreigd zijn.
In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee:
- verdachte heeft zichzelf gemeld bij de politie en de door hem gepleegde strafbare feiten bij de aanvang van het tegen hem ingestelde onderzoek bekend en tevens zijn volledige medewerking aan dat onderzoek verleend;
- uit het door de reclassering omtrent de persoon van de verdachte uitgebrachte rapport blijkt, dat na het aan het licht komen van de door verdachte gepleegde strafbare feiten zijn persoonlijke omstandigheden zich zodanig hebben gewijzigd, dat redelijkerwijs aangenomen kan worden dat het gedrag van verdachte zich ten goede zal kunnen keren.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
De rechtbank zal deze gevangenisstraf (voor een gedeelte) voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Aan deze voorwaardelijke straf zullen na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 9, 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27,
45, 57, 310, 312, 317.
DE UITSPRAAK
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
poging tot afpersing
T.a.v. feit 2:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te
maken
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen.
BESLISSING:
T.a.v. feit 1, feit 2:
Gevangenisstraf voor de duur van 949 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht, waarvan 720 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2
jaren
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat veroordeelde zich gedurende voornoemde proeftijd zal gedragen naar de
aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, Regio
's-Hertogenbosch, [adres], [woonplaats], zolang deze
instelling zulks noodzakelijk acht, ook indien dit inhoudt deelname aan een
ambulante behandeling bij een zorginstelling;
- een drugs- en alcoholverbod en ter controle hiervan deelname aan urinecontroles en een meldingsgebod.
- dat veroordeelde de klinische behandeling die ingezet is bij FPK Groot
Batelaar voortzet voor de duur van maximaal 1 jaar of zoveel korter als de
kliniek nodig acht.
Verleent aan de Reclassering voornoemd de opdracht als bedoeld in artikel 14d
van het Wetboek van Strafrecht.
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met
ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is op 14 juli 2011 reeds geschorst.
T.a.v. feit 1, feit 2:
Werkstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S.J.O. de Vries, voorzitter,
mr. H.A. van Gameren en mr. A.M. de Koning, leden,
in tegenwoordigheid van N.J.M. van Rooij, griffier,
en is uitgesproken op 18 oktober 2012.
mr. A.M. de Koning is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.