ECLI:NL:RBSHE:2012:BY1941

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/039123-93
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 2 november 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die sinds 1993 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd. De terbeschikkinggestelde is ter beschikking gesteld vanwege zware mishandeling van zijn kind, gepleegd met voorbedachte rade, en heeft in de afgelopen jaren een behandeling ondergaan in een kliniek. De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van verschillende rapporten, waaronder een risicotaxatierapport en adviezen van deskundigen en de reclassering. De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt, maar dat er nog steeds risico's zijn verbonden aan een volledige beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft besloten dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, onder bepaalde voorwaarden, het beste is voor de veiligheid van de terbeschikkinggestelde en de maatschappij. De voorwaarden omvatten onder andere het naleven van afspraken met de reclassering, het volgen van een begeleidingsplan en het niet plegen van strafbare feiten. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de terbeschikkinggestelde, die al bijna negentien jaar onder de maatregel valt, en heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling te verlengen toegewezen.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/039123-93
Uitspraakdatum: 02 november 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling en voorwaardelijk einde verpleging van overheidswege
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats], Suriname, op [1968],
verblijvende [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 9 december 1993 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 5 augustus 2011 met een jaar verlengd. Deze beslissing is door het gerechtshof te Arnhem, bij beslissing van 30 januari 2012, bevestigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank d.d. 21 juni 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 juli 2012 en van 19 oktober 2012.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige A. Posthuma, en de reclasseringswerker L.M. Benard alsmede de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van drs. H.J. van der Lugt, hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 15 mei 2012, welk advies door drs. Z. Achterrat, psychiater a.i. en drs. A. Posthuma, hoofd behandeling, mede is ondertekend.
- het risicotaxatierapport van de [kliniek] d.d. 30 juli 2012;
- de adviesrapporten van Reclassering Nederland d.d. 18 juli 2012 en 16 oktober 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast terzake
1. zware mishandeling, gepleegd met voorbedachten rade, begaan tegen zijn kind,
2. zware mishandeling, gepleegd met voorbedachten rade, begaan tegen zijn kind, meermalen gepleegd,
terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
"Betrokkene verblijft sinds 22 april 2011 op de resocialisatieafdeling. (..) Hij heeft laten zien dat juist de toename van bewegingsvrijheid, verantwoordelijkheid en een individuele benadering zijn gedrag positief beïnvloedt. Het geeft hem een gevoel van erkenning en autonomie. Opvallend is de rust binnen de behandeling van betrokkene. Binnen de huidige afdeling functioneert hij stabiel. Alleen als zaken zich buiten zijn gezichtsveld voltrekken of als dingen anders lopen dan hij zich had voorgesteld, heeft hij de neiging om vast te lopen. Deze episodes zijn vaak van tijdelijke aard en duren over het algemeen enkele dagen, waarna betrokkene zichzelf hervindt en in staat is de draad weer redelijk op te pakken. Betrokkene werkt vier dagen in de week op vrijwillige basis in een garage te [plaatsnaam].
Het werk heeft een positieve invloed op betrokkene. Het geeft hem meer stabiliteit en neemt veel negatieve spanning bij hem weg. Hij stemt er, na enig verzet, toch mee in een WSW-indicatie aan te vragen. Zijn wens is om op een reguliere manier aan werk te komen. Hij heeft echter in de praktijk ervaren dat dat erg tegenvalt.(..)
In algemene zin houdt betrokkene zich aan met hem gemaakte afspraken. Betrokkene laat steeds minder ambivalentie zien in zijn gedrag. Hij wordt stabieler en vasthoudender in zijn doelen en behaalt deze ook (..) In de afgelopen periode is gebleken dat betrokkene beter in staat is om oplopende spanning, irritatie of eventuele boosheid bespreekbaar te maken met de sociotherapie. Betrokkene heeft af en toe de neiging om zich vast te bijten in zaken die hem dwarszitten. Wat opvalt is dat betrokkene een angstig persoon is en dat daar veel onbegrepen gedrag uit voortkomt, zoals agressie en sabotage bij veranderingen. De overgang van de ene naar de andere afdeling, een nieuwe omgeving en nieuwe mensen zijn gebeurtenissen die van tevoren altijd even spannend zijn. (..)
Betrokkene is een gemiddeld intelligente, maar emotioneel en sociaal ernstig gehandicapte man met een ernstige verslaving aan diverse middelen. Hij verblijft sinds 2007 in de [kliniek], maar heeft daarvoor al een behandeling gevolgd in [kliniek2]. De eerste jaren van de behandeling binnen de [kliniek] verlopen grillig. Er is veel sprake van woede-uitbarstingen en problemen met middelengebruik. Er zijn veel sociale problemen en autoriteitsconflicten. Betrokkene is zeer rigide in houding en gedrag en voelt zich voortdurend in zijn vrijheid beperkt. Zijn ziekte-inzicht is beperkt. Het laatste jaar is het betrokkene echter wel gelukt vaker hulp te vragen, zich kwetsbaar op te stellen en zijn beperkingen in toenemende mate te kunnen benoemen. Dit is het resultaat van een hele specifieke begeleidingsstijl die het huidige team hanteert.
De kern van deze begeleidingsstijl is het geven van verantwoordelijkheid, ruimte om eigen beslissingen te nemen, zelf hulp vragen, beschikbaar zijn en hem zelf oplossingen laten aandragen. Betrokkene is wat rustiger geworden en kan doorgaans de neiging onderdrukken in paniek te raken of boos te worden als zaken te lang duren, onduidelijk zijn of niet gaan zoals hij dat wil of verwacht. De samenwerking met de sociotherapie en andere betrokkenen is in dit opzicht verbeterd. De contacten met zijn netwerk zijn stabiel gebleven."
De instelling adviseert de ter beschikkingstelling met een jaar te verlengen en ter zitting de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging in kaart te brengen.
In het risicotaxatierapport van 30 juli 2012 is onder meer het navolgende vermeld:
"Het recidiverisico op de korte termijn -in een situatie van transmuraal verlof- wordt op laag geschat. Het risicomanagementplan voorziet in de voornaamste mogelijk ontregelende factoren, zoals medicatietrouw, abstinentie van middelen en ondersteuning bij het toepassen van verschillende vaardigheden.
De inschatting van het recidivegevaar op de lange termijn, bij het op dit moment wegvallen van hulp en ondersteuning, wordt geschat op matig. De uitermate egocentrische instelling van betrokkene maakt dat hij zich snel tekort gedaan voelt. Frustraties in dat vlak kan betrokkene slecht hanteren. De probleemoplossende vaardigheden van betrokkene zijn beperkt. Bij oplopende spanningen kende hij de neiging over te gaan tot middelengebruik. Externe controle en stapsgewijze uitbreiding van vrijheden lijkt nog van belang."
In het reclasseringsadvies d.d. 16 oktober 2012 is onder meer het volgende vermeld:
"Betrokkene ondergaat bijna 12 jaar een tbs-behandeling, de laatste jaren is hierin een positieve ontwikkeling te zien. [kliniek] heeft een begin gemaakt met de resocialisatie van betrokkene. In juni 2012 is betrokkene gestart met overnachtingen in een kliniekwoning. In het voorgaande advies heeft de reclassering aangegeven dat het traject van betrokkene zich in een te prille fase bevindt om over te gaan op een voorwaardelijke beëindiging en dat er destijds onvoldoende voorwaarden op te stellen waren om tot een gedegen plan van aanpak te komen. De reclassering heeft in opdracht van de Officier van Justitie nogmaals onderzoek gedaan naar de mogelijke voorwaarden. Uit het onderzoek is gebleken dat er momenteel wel voorwaarden te stellen zijn omtrent ambulante woonbegeleiding en in samenwerking met het FACT-team kunnen er psychiatrische consulten plaatsvinden. Deze voorwaarden voorzien in ondersteuning op praktisch gebied."
Reclassering geeft in haar advies aan de voorkeur te blijven houden aan een geleidelijker resocialisatie, waarna een opsomming wordt gegeven van de aan een voorwaardelijke beëindiging te verbinden voorwaarden.
De terbeschikkinggestelde verklaart kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met mij. Ik werk nog steeds bij het garagebedrijf. Ik blijf intussen ander werk zoeken. Ik zit al bijna negentien jaar binnen. Ik wil betaald werk zoeken maar ik word overal afgewezen. Er is een Wajong-uitkering voor mij aangevraagd en er wordt mij een re- integratietraject aangeboden.
Ik wil met onvoorwaardelijk ontslag. Ik blijf tegen instanties aanlopen, ik wil niet meer afhankelijk zijn. Wat zij mij aanbieden, kan ik zelf. Ik heb geen ondersteuning en hulp meer nodig. Ik ben wel bereid me aan de voorwaarden te houden als deze worden opgelegd; ik moet wel, al ben ik het er niet mee eens. Ze komen nu al op huisbezoek en ik heb nu al urinecontroles. Ik maak een stap terug.
De deskundige drs. A.G. Posthuma, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting van 19 oktober 2012 geadviseerd de ter beschikkingstelling met een jaar te verlengen en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen. Zij heeft voorts het navolgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Ik ben als psycholoog/hoofd behandeling aan de kliniek verbonden. Ik sta positief tegenover de voorwaardelijke beëindiging. Ik onderschrijf het risicotaxatierapport van 30 juli 2012.
De beëindiging van de ter beschikkingstelling zal via de weg der geleidelijkheid moeten gaan. Zelfs een voorwaardelijke beëindiging kan nog veel problemen geven. Cliënt heeft heel lang in een korset geleefd en het gaat pas kort goed. Wij weten niet of cliënt het zonder hulp redt; dat heeft hij nog niet laten zien. Betrokkene heeft nu nog iemand tegen wie hij kan mopperen. Hij heeft altijd een boeman nodig. Dat zijn wij geweest en dat zal nu de reclassering worden. Ik wil het nog een periode aankijken. Het is nu nog niet verantwoord de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk te beëindigen. Een van de voorwaarden zal zijn dat cliënt aan de [woonomgeving] blijft wonen. Wij kunnen inderdaad via het AZT-team bijspringen. De psychiater kent cliënt. De kliniek kan zich vinden in de voorwaarden.
Betrokkene zal het niet eens zijn met een voorwaardelijke beëindiging maar ik schat in dat hij zich wel aan de voorwaarden gaat houden als die worden opgelegd.
De deskundige L.M. Benard, als reclasseringswerker werkzaam bij Reclassering Nederland, unit [plaatsnaam], heeft bij de behandeling ter terechtzitting van 19 oktober 2012 het navolgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Recentelijk heeft er een intake plaatsgevonden bij [instelling]. Zij kunnen starten met woonbegeleiding ingeval dat als voorwaarde wordt opgelegd. Zij hebben dan wekelijks contact met betrokkene. In de loop van de tijd wordt bekeken hoe het gaat. Het is de bedoeling dat betrokkene zoveel mogelijk zelf doet, zo nodig kan er worden bijgesprongen.
Mij wordt voorgehouden dat in het advies van reclassering is vermeld dat reclassering niet akkoord kan gaan met het werk van betrokken bij de [naam werkomgeving], rekening houdend met de kwetsbaarheid van betrokkene. Mij wordt voorts voorgehouden dat in het advies tevens is vermeld dat betrokkene wel op vrijwillige basis contacten zal onderhouden met de [naam werkomgeving]; u vraagt mij hoe dit laatste zich verhoudt met eerdergenoemde kwetsbaarheid. Bij een voorwaardelijke beëindiging wordt die plaats (bij de [naam werkomgeving]) niet gefinancierd. De gemeente en de politie geven aan het geen goed idee te vinden dat betrokkene daar altijd blijft. Wel kan hij er zo nu en dan een keer heen gaan. Betrokkene geeft aan daar steun te ondervinden. Wij kunnen dat niet verbieden.
Het Wajongtraject kan pas gestart worden als de beslissing tot voorwaardelijke beëindiging er ligt.
Ik kan geen voorspelling doen of betrokkene zich aan de voorwaarden gaat houden als deze worden opgelegd.
De officier van justitie voert het woord, zakelijk weergegeven:
De risicotaxatie van 30 juli 2012 heeft geleid tot een gewijzigd standpunt. Het risico op korte termijn is laag en op lange termijn matig. De kliniek is het eens met een voorwaardelijke beëindiging. Ik sluit me daarbij aan. Helemaal beëindigen van de maatregel is voorbarig. Het is in het belang van de maatschappij en van betrokkene zelf om de steun van de reclassering achter de hand te hebben. Ik persisteer bij mijn vordering.
De raadsman van de ter beschikkinggestelde heeft onder meer aangevoerd, zakelijk weergegeven:
Cliënt wil dat de vordering wordt afgewezen. De rechtbank heeft nog een handvat in de zin dat op lange termijn het recidiverisico matig is. Daar staat tegenover dat het recidiverisico op lange termijn mijns inziens wordt bepaald door de klinische en de dynamische factoren. Er wordt gezegd dat cliënt beperkte vaardigheden heeft in relationele sfeer. Cliënt heeft echter geen relatie. Stresserende omstandigheden zijn bij cliënt de problemen met het nutsbedrijf; dat zijn echter problemen die door de kliniek worden veroorzaakt. Cliënt heeft dat niet zelf in de hand. Hij heeft veel op orde, waaronder een huis en zijn financiën.
Er valt dan ook wel iets af te dingen op het recidiverisico. Het risico is niet van dien aard dat daarmee aan de wettelijke eis is voldaan.
Cliënt zit al negentien jaar in de tbs-maatregel. Als je dat afzet tegen gelijke gevallen met alleen maar gevangenisstraf dan komt het proportionaliteitsbeginsel in het gedrang.
Het laatste incident dateert van begin 2010. De duur van de maatregel, de aard en de ernst van de stoornis alsmede het matige recidiverisico maken dat de rechtbank de maatregel kan beëindigen en de vordering van de officier van justitie kan afwijzen.
Dat de beëindiging van de maatregel via de weg van de geleidelijkheid gaat is misschien wel wenselijk in het belang van de maatschappij, maar of dat noodzakelijk is, is de vraag.
Cliënt woont 4,5 maand op zichzelf, er komt een- of tweemaal per week iemand bij hem langs. Het loopt allemaal niet zo'n vaart. De deskundige van de kliniek spreekt hier haar zorg uit: het zou beter zijn om cliënt een tijdje te volgen, het gaat met name om het niet kunnen regelen van zaken, de problemen die er dan ontstaan en het mopperen van cliënt. De maatregel is echter niet bedoeld om de kliniek in beeld te houden om tegen te mopperen.
De stage in het autobedrijf is nuttig voor cliënt; hij ontleent daar veel aan. Nu moet hij daar afscheid van nemen. Met het UWV wil cliënt het traject ingaan van re-integratie. Cliënt is misschien wel gehospitaliseerd.
Ik verzoek primair de vordering van de officier van justitie af te wijzen. Als de rechtbank cliënt nog even wil volgen dan verzoek ik subsidiair over negen maanden verder te zien. Dan is de volgende verlenging aan de orde en kan de maatregel over negen maanden misschien wel beëindigd worden. Cliënt wil een einde van de maatregel zonder begeleiding.
De officier van justitie deelt mede, zakelijk weergegeven:
Er is wel voldaan aan de formele eisen. Ik wijs op het recente risicotaxatierapport. Wat betreft de proportionaliteit en subsidiariteit merk ik op dat het Hof te Arnhem in haar beslissing van 30 januari 2012 vooruitlopend op deze zitting heeft overwogen dat er een maatregelrapport van reclassering aan de orde moest komen, waarmee het Hof impliciet heeft overwogen dat van schending van het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel geen sprake is.
De raadsman deelt mede, zakelijk weergegeven:
De officier van justitie heeft daar misschien wel een punt, maar ten tijde van de beslissing van het Hof was nog sprake van een aanmerkelijk vervelender risicotaxatie, al heeft de deskundige ter terechtzitting toen wel positieve bewoordingen gebruikt. Er is sprake van een andere situatie. We zijn een aantal maanden verder. Het gaat goed, de risico's worden kleiner.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, daarbij in aanmerking nemende het recente risicotaxatierapport van 30 juli 2012, en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige van de inrichting.
De raadsman heeft primair verzocht om beëindiging van de maatregel, daarbij mede wijzend op het proportionaliteitsbeginsel. De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
Gelet op het advies van de inrichting, het risicotaxatierapport van 30 juli 2012 en hetgeen de deskundige van de inrichting ter terechtzitting heeft verklaard, is de rechtbank van oordeel dat het recidiverisico thans nog niet tot aanvaardbare proporties is teruggebracht.
Gelet op het vorenstaande en gezien artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de ter beschikkingstelling met een jaar eist.
Van disproportionaliteit is naar het oordeel van de rechtbank in casu geen sprake, mede gelet op de aard en de ernst van de delicten die tot de terbeschikkingstelling hebben geleid, de aard van de stoornis en het actuele recidiverisico. Daarbij neemt de rechtbank tevens het navolgende in aanmerking.
De rechtbank is van oordeel dat gezien het advies van de inrichting, de recente risicotaxatie, de ter terechtzitting door de deskundige van de inrichting gegeven toelichting, het reclasseringsadvies van 16 oktober 2012 en de door de deskundige van reclassering ter terechtzitting gegeven toelichting, de verpleging van overheidswege dient te worden beëindigd en wel onder de hierna te melden voorwaarden, zulks ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen.
De rechtbank acht een abrupte beëindiging juist in deze fase, waarin het volgens de deskundige pas kort goed gaat, terbeschikkinggestelde nog geen (ander) werk heeft en nog moet laten zien of hij het zonder hulp redt, niet aan de orde.
De terbeschikkinggestelde heeft zich bereid verklaard tot naleving van na te melden voorwaarden.
Gezien de artikelen: 38, 38a, 38d, 38g van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSING
Verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Beëindigt voorwaardelijk de verpleging van overheidswege.
Stelt daarbij als algemene voorwaarden:
- dat de terbeschikkinggestelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit
medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken, of een
identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage
aanbiedt;
- dat de terbeschikkinggestelde zich gedurende de voorwaardelijke beëindiging houdt aan
de aanwijzingen en afspraken van Reclassering Nederland, zolang deze instelling zulks
noodzakelijk acht. In het kader van het Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) zal er
indien nodig overleg zijn tussen Reclassering Nederland en de [kliniek], al
dan niet in aanwezigheid van terbeschikkinggestelde;
- dat de terbeschikkinggestelde zich voor Reclassering Nederland open en controleerbaar opstelt en toestemming geeft aan de reclassering om contact te hebben met alle personen en instellingen uit zijn sociale netwerk, die in de voorwaarden met name worden genoemd. Tevens geeft hij aan deze personen/instellingen toestemming informatie uit te wisselen met de reclassering;
- dat, indien noodzakelijk, de terbeschikkinggestelde voor een time-out teruggeplaatst wordt naar de [kliniek]. Deze time-out plaatsing duurt zolang als nodig is om de terbeschikkinggestelde op verantwoorde en veilige wijze terug te laten keren naar de omstandigheden voorafgaand aan de time-out, maar maximaal zeven weken. Deze periode kan eenmaal met zeven weken verlengd worden. Tijdens de time-out zullen partijen in overleg met elkaar en het OM beslissen of en op welke wijze voortzetting van het traject al dan niet mogelijk en haalbaar is;
- dat de terbeschikkinggestelde zich niet schuldig maakt aan het plegen van strafbare feiten en niet in aanraking komt met politie;
- dat in een convenant tussen Stichting Reclassering Nederland, [reclasseringsinstelling] Reclassering [regio], Leger des Heils Jeugdzorg&Reclassering, arrondissement [arrondissement] en Regiopolitie [regio] ten behoeve van de informatie-uitwisseling TBS-gestelden in de regio [regio] de gegevens van de terbeschikkinggestelde worden gemeld aan de politie [regio];
Stelt daarbij tevens als bijzondere voorwaarde(n) dat de terbeschikkinggestelde:
- zal verblijven op het adres [adres] en niet zonder voorafgaand overleg en toestemming van woonplek zal veranderen;
- zich houdt aan het begeleidingsplan van [instelling] en aan de gemaakte afspraken;
- zich houdt aan de voorgeschreven medicatie en zijn medewerking verleent aan bloedspiegelcontroles. Indien geïndiceerd, zal terbeschikkinggestelde voor zijn medicatieverstrekking worden aangemeld bij een reguliere hulpverleningsinstantie en zal hij zijn medewerking hieraan verlenen;
- openheid verleent over een eventuele partnerrelatie en toestemming geeft aan Reclassering Nederland om een kennismakingsgesprek te arrangeren, en zijn partner op de hoogte te brengen van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging en de daaraan gekoppelde voorwaarden;
- indien geïndiceerd, zijn medewerking verleent aan een re-integratietraject dat hem wordt aangeboden door de gemeente [plaatsnaam] en/of het UWV Werkbedrijf;
- geen drugs en/of alcohol gebruikt;
- zal meewerken aan controles op middelengebruik door urinecontroles die uitgevoerd worden door de GGD [regio] en/of [reclasseringsinstelling];
- inzicht geeft in zijn financiën.
De rechtbank verleent aan de Reclassering voornoemd de opdracht als bedoeld in artikel 38 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M. Senden, voorzitter,
mr. M.T. van Vliet en mr. E. Sikkema, leden,
in tegenwoordigheid van L.F.M. Schulte, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 november 2012.
Mr. E. Sikkema is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
9
Parketnummer: 01/039123-93
[terbeschikkinggestelde]