ECLI:NL:RBSHE:2012:BY1800

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
31 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/825551-11
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch inzake oplichting door de 'tientjesoplichter'

In deze zaak, die op 31 oktober 2012 door de rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, stond de verdachte, bekend als de 'tientjesoplichter', terecht voor meerdere gevallen van oplichting. De verdachte werd beschuldigd van het oplichten van 25 personen in de periode van 17 juni 2011 tot en met 3 oktober 2011, waarbij hij telkens met valse voorwendselen geld van zijn slachtoffers wist te verkrijgen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan oplichting door zich voor te doen als iemand die dringend geld nodig had voor benzine of om naar een vriendin in het ziekenhuis te gaan. De verdachte werd veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden, onder aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht.

De rechtbank achtte de dagvaardingen geldig en de officier van justitie ontvankelijk in haar vervolging. De verdachte werd vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de slachtoffers en de erkennende verklaring van de verdachte zelf. De rechtbank legde ook schadevergoedingsmaatregelen op aan de verdachte ten behoeve van de benadeelde partijen, waarbij verschillende bedragen aan schadevergoeding werden toegewezen.

De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact die het handelen van de verdachte had op het vertrouwen van mensen in elkaar. De verdachte had gedurende een langere periode een groot aantal mensen opgelicht, wat leidde tot een ernstige schending van het vertrouwen dat mensen in elkaar moeten hebben. De rechtbank vond het noodzakelijk om een gevangenisstraf op te leggen om een juiste normhandhaving te waarborgen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummers: 01/825551-11 en 01/830039-11, 01/830040-11 en 01/188795-11 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 31 oktober 2012
Vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1976],
wonende te [woonplaats], [adres].
Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting van 11 april 2012 en van 17 oktober 2012.
Op de zitting van 11 april 2012 heeft de rechtbank de tegen verdachte aanhangig gemaakte zaken onder de parketnummers 01/825551-11 en 01/830039-11 en 01/830040-11 gevoegd. Op de zitting van 17 oktober 2012 heeft de rechtbank deze zaken gevoegd met de zaak die onder parketnummer 01/188795-11 tegen verdachte aanhangig is gemaakt.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie.
De tenlastelegging.
De zaken zijn aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 7 maart 2012.
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01-825551-11 ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 juni 2011 tot en met 3 oktober 2011 te Eindhoven en/of 's-Hertogenbosch, in elk geval te Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- (op 17 juni 2011 te Eindhoven) [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van 15 euro, althans een geldbedrag en/of
- (op 28 juli 2011 te Eindhoven) [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro, althans een geldbedrag en/of
- (op 23 september 2011 te Eindhoven) [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro, althans een geldbedrag en/of
- (op 3 oktober 2011 te Eindhoven) [slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van 15 euro, althans een geldbedrag en/of
- (op 10 augustus 2011 te 's-Hertogenbosch) [slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van 25 euro, althans een geldbedrag,
hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid gezegd dat
- hij geld nodig had voor benzine (omdat zijn auto zonder benzine stond) en/of
- hij onderweg was naar zijn vriendin in het ziekenhuis en/of
- hij in de haast zijn portemonnee was vergeten en/of
- hij het geld zou terugbetalen, waardoor vernoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Artikel 326 Wetboek van Strafrecht
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01-830039-11 ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 juni 2009 tot en met 10 december 2010 te Eindhoven, in elk geval te Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
a) (op 25 juni 2009) [slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van 100euro, althans een geldbedrag en/of
b) (op 20 april 2010) [slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van 10 euro,althans een geldbedrag en/of
c) (op 8 juni 2010) [slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro,althans een geldbedrag en/of
d) (op 13 juli 2010) [slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro,althans een geldbedrag en/of
e) (op 30 juli 2010) [slachtoffer 10] heeft bewogen tot de afgifte van 25 euro,althans een geldbedrag en/of
f) (op 2 augustus 2010) [slachtoffer 11] heeft bewogen tot de afgifte van 20euro, althans een geldbedrag en/of
g) (op 8 augustus 2010) [slachtoffer 12] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro,althans een geldbedrag en/of
h) (op 8 augustus 2010) [slachtoffer 13] heeft bewogen tot de afgifte van 40 euro,althans een geldbedrag en/of
i) (op 12 augustus 2010) [slachtoffer 14] heeft bewogen tot de afgifte van10 euro, althans een geldbedrag en/of
j) (op 13 augustus 2010) [slachtoffer 15] heeft bewogen tot de afgifte van20 euro, althans een geldbedrag en/of
k) (op 15 augustus 2010) [slachtoffer 16] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro,althans een geldbedrag en/of
l) (op 27 augustus 2010) [slachtoffer 17] heeft bewogen tot de afgifte van 15euro, althans een geldbedrag en/of
m) (op 30 augustus 2010) [slachtoffer 18] heeft bewogen tot de afgifte van 20euro, althans een geldbedrag en/of
n) (op 4 september 2010) [slachtoffer 20] heeft bewogen tot de afgifte van 10 euro, althans een geldbedrag en/of
o) (op 8 november 2010) [slachtoffer 21] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro, althans een geldbedrag en/of
p) (op 18 november 2010) [slachtoffer 22] heeft bewogen tot de afgifte van 15euro, althans een geldbedrag en/of
q) (op 10 december 2010) [slachtoffer 23] heeft bewogen tot de afgifte van 15euro, althans een geldbedrag
hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid gezegd dat
- hij geld nodig had voor benzine (omdat zijn auto zonder benzine stond) en/of
- hij onderweg was naar zijn vriendin in het ziekenhuis en/of
- hij in de haast zijn portemonnee was vergeten en/of
- hij het geld zou terug betalen waardoor vernoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Artikel 326 Wetboek van Strafrecht
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01-830040-11 ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 december 2010 te Eindhoven met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 20 euro, in elk geval een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 27], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Artikel 310 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 december 2010 te Eindhoven met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 27] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro, in elk geval een geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid gezegd dat
- hij geld nodig had voor benzine (omdat zijn auto zonder benzine stond) en/of
- hij onderweg was naar zijn vriendin in het ziekenhuis en/of
- hij in de haast zijn portemonnee was vergeten en/of
- hij het geld zou terugbetalen,
waardoor voornoemde [slachtoffer 27] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Artikel 326 Wetboek van Strafrecht
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01-188795-11 ten laste gelegd dat:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 05 november 2010 tot en met 14 maart 2011 te Eindhoven (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- op of omstreeks 5 november 2010, [slachtoffer 24] heeft bewogen tot de afgifte van 8 euro, in elk geval van enig goed, en/of
- op of omstreeks 12 maart 2011, [slachtoffer 25] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro, in elk geval van enig goed, en/of
- op of omstreeks 14 maart 2011, [slachtoffer 26] heeft bewogen tot de afgifte van 15 euro, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid voornoemde perso(o)n(en) (op straat) aangesproken en hem/haar/hen verteld dat zijn, verdachtes, vriendin een (auto)ongeluk had gehad en/of dat hij, verdachte, (daarom) naar het ziekenhuis (in Helmond)wilde gaan en/of dat zijn, verdachtes, benzine op was en/of dat hij,verdachte, geld nodig had om naar het ziekenhuis te kunnen gaan en/of voornoemde perso(o)n(en) verteld/beloofd dat hij, verdachte, het geld dezelfde dag/avond (via telebankieren) zou terugbetalen, waardoor voornoemde [slachtoffer 24] en/of [slachtoffer 25] en/of [slachtoffer 24] (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
Tengevolge van een kennelijke schrijffout in de tenlastelegging begaan staat in de zaak met parketnummer 01/188795-11 in de laatste zin "[slachtoffer 24] en/of [slachtoffer 25] en/of [slachtoffer 24]" in plaats van "[slachtoffer 24] en/of [slachtoffer 25] en/of [slachtoffer 26]" vermeld. De rechtbank herstelt deze schrijffout en leest het laatste in plaats van het eerste. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in haar vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsbeslissing.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder parket-nummer 01/830040-11 primair ten laste is gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Verdachte zal ook worden vrijgesproken van de hem onder parketnummer 01/825551-11 tenlastegelegde oplichting van [slachtoffer 5] op 10 augustus 2011, aangezien uit de aangifte blijkt dat het verdachte verweten feit op 10 augustus 2010 gepleegd zou zijn. Deze datum valt niet binnen de tenlastegelegde periode.
Verdachte zal ook worden vrijgesproken van de hem onder parketnummer 01/830039-11 tenlastegelegde oplichting van [slachtoffer 11] op 2 augustus 2010. Gelet op het door aangever opgegeven - ten opzichte van andere aangiften - afwijkende signalement en het feit dat deze aangever geen naam, telefoonnummer of andere gegevens van de dader noemt die overeenkomen met de gegevens die de dader aan andere aangevers heeft verstrekt, kan de rechtbank niet zonder twijfel vaststellen dat het verdachte is geweest die zich aan deze oplichting heeft schuldig gemaakt.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
ten aanzien van parketnummer 01/825551-111
* de verklaring van [slachtoffer 1], pag. 22-25,
* de verklaring van [slachtoffer 2], pag. 29-31,
* de verklaring van [slachtoffer 3], pag. 33-35,
* de verklaring van [slachtoffer 4], pag. 39-41,
* de erkennende verklaring van verdachte, pag. 18-20.
Gelet op het bepaalde in artikel 359 derde lid van het Wetboek van Strafvordering zijn de hiervoor genoemde bewijsmiddelen niet uitgewerkt.
ten aanzien van parketnummer 01/830039-112
* de verklaring van [slachtoffer 6], pag. 14-17,
* de verklaring van [slachtoffer 7], pag. 26-27,
* de verklaring van [slachtoffer 8], pag. 31-32,
* de verklaring van [slachtoffer 9], pag. 35-37,
* de verklaring van [slachtoffer 10], pag. 43-44,
* de verklaring van [slachtoffer 12], pag. 52-54,
* de verklaring van [slachtoffer 13], pag. 67-69,
* de verklaring van [slachtoffer 14], pag. 80-82,
* de verklaring van [slachtoffer 15], pag. 84-86,
* de verklaring van [slachtoffer 16], pag. 88-89
* de verklaring van [slachtoffer 17], pag. 92-93,
* de verklaring van [slachtoffer 18], pag. 96-98,
* de verklaring van [slachtoffer 20], pag. 101-103,
* de verklaring van [slachtoffer 21], pag. 107-108,
* de verklaring van [slachtoffer 22], pag. 111-113,
* de verklaring van [slachtoffer 23], pag. 116-117,
* de erkennende verklaring van verdachte, pag. 125-128.
Gelet op het bepaalde in artikel 359 derde lid van het Wetboek van Strafvordering zijn de hiervoor genoemde bewijsmiddelen niet uitgewerkt.
ten aanzien van parketnummer 01/830040-113
* de verklaring van H.Th.M. van der Ven, pag. 4-6,
* de erkennende verklaring van verdachte, pag. 9-10.
Gelet op het bepaalde in artikel 359 derde lid van het Wetboek van Strafvordering zijn de hiervoor genoemde bewijsmiddelen niet uitgewerkt.
ten aanzien van parketnummer 01/188795-114
* de verklaring van [slachtoffer 24] pag. 39-40,
* de verklaring van [slachtoffer 25], pag. 43-45,
* de verklaring van [slachtoffer 26], pag. 29-31,
* de erkennende verklaring van verdachte, pag 49-53.
Gelet op het bepaalde in artikel 359 derde lid van het Wetboek van Strafvordering zijn de hiervoor genoemde bewijsmiddelen niet uitgewerkt.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven genoemde bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat
* In de zaak met parketnummer 01-825551-11:
verdachte op tijdstippen in de periode van 17 juni 2011 tot en met 3 oktober 2011 te Eindhoven telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels,
- op 17 juni 2011 te Eindhoven [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van 15 euro en
- op 28 juli 2011 te Eindhoven [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro en
- te Eindhoven [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro en
- op 3 oktober 2011 te Eindhoven [slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van 15 euro
hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid gezegd dat
- hij geld nodig had voor benzine omdat zijn auto zonder benzine stond en/of
- hij onderweg was naar zijn vriendin in het ziekenhuis en/of
- hij in de haast zijn portemonnee was vergeten en/of
- hij het geld zou terugbetalen,
waardoor vernoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
* In de zaak met parketnummer 01-830039-11:
verdachte op tijdstippen in de periode van 25 juni 2009 tot en met 10 december 2010 te Eindhoven telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels,
a) op 25 juni 2009 [slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van 100 euro en
b) op 20 april 2010 [slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van 10 euro en
c) op 8 juni 2010 [slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro en
d) op 13 juli 2010 [slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro en
e) op 30 juli 2010 [slachtoffer 10] heeft bewogen tot de afgifte van 25 euro en
g) op 8 augustus 2010 [slachtoffer 12] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro en
h) op 8 augustus 2010 [slachtoffer 13] heeft bewogen tot de afgifte van 40 euro en
i) op 12 augustus 2010 [slachtoffer 14] heeft bewogen tot de afgifte van 10 euro en
j) op 13 augustus 2010 [slachtoffer 15] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro en
k) op 15 augustus 2010 [slachtoffer 16] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro en
l) op 27 augustus 2010 [slachtoffer 17] heeft bewogen tot de afgifte van 15 euro en
m) op 30 augustus 2010 [slachtoffer 18] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro en
n) op 4 september 2010 [slachtoffer 20] heeft bewogen tot de afgifte van 10 euro en
o) op 8 november 2010 [slachtoffer 21] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro en
p) op 18 november 2010 [slachtoffer 22] heeft bewogen tot de afgifte van 15 euro en
q) op 10 december 2010 [slachtoffer 23] heeft bewogen tot de afgifte van 15 euro
hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid gezegd dat
- hij geld nodig had voor benzine omdat zijn auto zonder benzine stond en/of
- hij onderweg was naar zijn vriendin in het ziekenhuis en/of
- hij in de haast zijn portemonnee was vergeten en/of
- hij het geld zou terug betalen
waardoor vernoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
* In de zaak met parketnummer 01-830040-11:
verdachte op 28 december 2010 te Eindhoven met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 27] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid gezegd dat
- hij geld nodig had voor benzine omdat zijn auto zonder benzine stond en
- hij onderweg was naar zijn vriendin in het ziekenhuis
waardoor voornoemde [slachtoffer 27] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
* In de zaak parketnummer 01-188795-11:
op tijdstippen in of omstreeks de periode van 05 november 2010 tot en met 14 maart 2011 te Eindhoven telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen telkens door een samenweefsel van verdichtsels,
- op 5 november 2010, [slachtoffer 24] heeft bewogen tot de afgifte van 8 euro en
- op 12 maart 2011, [slachtoffer 25] heeft bewogen tot de afgifte van 20 euro en
- op 14 maart 2011, [slachtoffer 26] heeft bewogen tot de afgifte van 15 euro
hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid voornoemde personen op straat aangesproken en hen verteld dat zijn, verdachtes, vriendin een (auto)ongeluk had gehad en/of dat hij, verdachte, daarom naar het ziekenhuis in Helmond wilde gaan en/of dat zijn, verdachtes, benzine op was en/of dat hij,verdachte, geld nodig had om naar het ziekenhuis te kunnen gaan en voornoemde personen heeft verteld/beloofd dat hij, verdachte, het geld dezelfde dag/avond (via telebankieren) zou terugbetalen, waardoor voornoemde [slachtoffer 24] en [slachtoffer 25] en [slachtoffer 26] telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
ten aanzien van parketnummer 01/830040-11 primair:
* vrijspraak.
ten aanzien van parketnummers 01/825551-11, 01/830039-11, 01/830040-11 subsidiair en 01/188795-11:
* 8 maanden gevangenisstraf onvoorwaardelijk onder aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
ten aanzien van de vordering van de benadeelde partijen
* benadeelde partij [slachtoffer 20]: toewijzen € 10,--, restant niet ontvankelijk verklaren,
* benadeelde partij [slachtoffer 10]: toewijzen € 25,--,
* benadeelde partij [slachtoffer 26]: toewijzen € 15,--
* benadeelde partij [slachtoffer 24]: toewijzen € 8,--
* benadeelde partij [slachtoffer 11]: niet ontvankelijkverklaring in de vordering.
Voor alle toegewezen bedragen dient de schadevergoedingsmaatregel te worden opgelegd.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het oordeel van de rechtbank.
Algemeen
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
In het nadeel van verdachte weegt mee
Verdachte heeft gedurende een langere periode een groot aantal mensen geld afhandig gemaakt door beroep te doen op hun gevoel voor mededogen met verdachte, op basis van een verhaal dat in strijd was met de waarheid. Door zijn handelen heeft verdachte het vertrouwen dat mensen in elkaar moeten kunnen hebben als zij in geval van nood een beroep op elkaar doen, zeer ernstig geschaad. Daardoor bestaat de reële mogelijkheid dat de personen die door verdachte zijn opgelicht in de toekomst niet meer genegen zullen zijn mensen die daadwerkelijk hun hulp nodig hebben, te helpen.
Bovendien is verdachte in 2006 en in 2009 voor soortgelijke delicten tot voorwaardelijke gevangenisstraffen veroordeeld. Deze voorwaardelijke straffen zijn daarna ten uitvoer gelegd. Voornoemde veroordelingen hebben verdachte er niet van weerhouden de hiervoor bewezen verklaarde feiten te plegen. Kennelijk is verdachte hardleers.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
Alle feiten en omstandigheden tegen elkaar afwegend is de rechtbank van oordeel dat verdachte - conform de eis van de officier van justitie - een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden dient te worden opgelegd.
De vordering van de benadeelde partijen [slachtoffer 10], [slachtoffer 26] en [slachtoffer 24]
De rechtbank acht deze vorderingen telkens in haar geheel toewijsbaar. De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partijen tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 20]
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade een bedrag van € 10,--, zijnde het geld dat het slachtoffer aan verdachte heeft gegeven. De rechtbank zal de door de benadeelde partij gevorderde kosten van rechtsbijstand ten bedrage van € 2,50 afwijzen omdat dit onderdeel van de vordering niet is onderbouwd.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partijen tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor alle aan de benadeelde partijen toegewezen bedragen telkens tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan de slachtoffers bevordert.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank voor elke opgelegde schadevergoedingsplicht telkens bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 11].
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft.
De rechtbank zal de kosten van partijen compenseren aldus dat elke partij haar eigen kosten draagt.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 57, 60a en 326.
DE UITSPRAAK
Spreekt verdachte vrij van het hem onder parketnummer 01/830040-11 primair ten laste gelegde feit.
Verklaart de onder parketnummers 01/82551-11, 01/830039-11, 01/830040-11 subsidiair en 01/188795-11 ten laste gelegde feiten bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
ten aanzien van parketnummer 01/825551-11:
Oplichting, meermalen gepleegd.
ten aanzien van parketnummer 01/830039-11:
Oplichting, meermalen gepleegd.
ten aanzien van parketnummer 01/830040-11 subsidiair:
Oplichting.
ten aanzien van parketnummer 01/188795-11:
Oplichting, meermalen gepleegd.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf.
ten aanzien van parketnummers 01/825551-11, 01/830039-11, 01/830040-11 subsidiair en 01/188795-11:
* een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
ten aanzien van parketnummer 01/830039-11 voorts:
* Maatregel van schadevergoeding van € 25,-- subsidiair 1 dag hechtenis. Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 10] van een bedrag van € 25,-- (zegge: vijfentwintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op. Het toegewezen bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 10] , van een bedrag van € 25,-- (zegge: vijfentwintig euro), bestaande uit materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
* Maatregel van schadevergoeding van € 10,-- subsidiair 1 dag hechtenis. Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 20] van een bedrag van € 10,-- (zegge: tien euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op. Het toegewezen bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 20]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 20] , van een bedrag van € 10,-- (zegge: tien euro), bestaande uit materiële schadevergoeding.
Wijst de vordering voor het overige af.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
* Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 11], in de vordering.
Compenseert de kosten van partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt.
ten aanzien van parketnummer 01/188795-11 voorts:
* Maatregel van schadevergoeding van € 15,-- subsidiair 1 dag hechtenis. Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 26] van een bedrag van € 15,-- (zegge: vijftien euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op. Het toegewezen bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 26]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 26], van een bedrag van € 15,-- (zegge: vijftien euro), bestaande uit materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
ten aanzien van parketnummer 01/188795-11 voorts:
* Maatregel van schadevergoeding van € 8,00 subsidiair 1 dag hechtenis. Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 24] van een bedrag van € 8,-- (zegge: acht euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op. Het toegewezen bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 24]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 24] van een bedrag van € 8,-- (zegge: acht euro), bestaand uit materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.A. Mandemakers, voorzitter,
mr. N.M. Spelt en mr. P.T. Heblij, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 31 oktober 2012.
Mr. Heblij is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1 De hieronder genoemde pagina's maken deel uit van het proces-verbaal van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost, afdeling
Eindhoven Tongelre, afgesloten op 24 oktober 2011, aantal doorgenummerde bladzijden: 57.
2 De hieronder genoemde pagina's maken deel uit van het proces-verbaal van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost, afdeling
Eindhoven Woensel Noord, afgesloten op 15 december 2010, aantal doorgenummerde bladzijden: 135.
3 De hieronder genoemde pagina's maken deel uit van het proces-verbaal van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost, afdeling
Eindhoven Woensel Zuid, afgesloten op 9 februari 2011, aantal doorgenummerde bladzijden: 10.
4 De hieronder genoemde pagina's maken deel uit van het proces-verbaal van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost, afdeling
Eindhoven Stratum, afgesloten op 29 maart 2011, aantal doorgenummerde bladzijden: 54.