ECLI:NL:RBSHE:2012:BY1460
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevel tot gevangenneming op grond van artikel 66a van het Wetboek van Strafvordering
Op 24 oktober 2012 heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch een strafzaak behandeld tegen een verdachte die wordt verdacht van overtredingen van de artikelen 242 en 246 van het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie diende een vordering tot gevangenneming in, omdat er meer dan negentig dagen waren verstreken sinds de laatste pro forma behandeling van de voorlopige hechtenis. De verdediging voerde aan dat een vordering op grond van artikel 66a van het Wetboek van Strafvordering alleen kan worden ingediend voordat de behandeling ter terechtzitting is aangevangen. De rechtbank oordeelde echter dat de vordering ook na aanvang van het onderzoek ter terechtzitting kan worden ingediend, en verwierp het verweer van de verdediging. De rechtbank stelde vast dat er ernstige bezwaren bestonden tegen de verdachte, die eerder had geprobeerd te vluchten en geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland had. De rechtbank oordeelde dat er een ernstig gevaar voor vlucht bestond en dat de voorlopige hechtenis noodzakelijk was voor de waarheidsvinding. De rechtbank beval de gevangenneming van de verdachte, die zijn voorlopige hechtenis zal ondergaan in een huis van bewaring in het arrondissement 's-Hertogenbosch of elders in Nederland. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, in aanwezigheid van de griffier.