De deskundige M. Verhees, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Het verschil tussen het advies van de inrichting en de andere rapportages zit met name in risico-inschatting en geleidelijkheid van resocialisatie. Anders dan de beide rapporteurs veronderstellen, mikt de kliniek niet op een beschermde woonomgeving in de zin van een RIBW of GGZ-omgeving, maar op ambulante begeleiding door GGZ/Mensana. Ter beschikking gestelde past niet in een GGZ-omgeving of een RIBW. Het laatste jaar verblijft hij in een appartement van de kliniek.Wij hebben gezien dat hij het goed doet en zich inzet, maar hij heeft deels begeleiding en controle nodig. Hij is open naar de begeleiding toe. De praktische begeleiding heeft hij nog wel nodig. Op het gebied van werk zijn er veel wisselingen geweest. Hij heeft het momenteel goed naar zijn zin op het werk, maar zijn motivatie verschilt.
Het idee van de kliniek is dat hij doorstroomt vanuit transmuraal verlof. Het transmuraal verlof dient stapsgewijs te verlopen. Daarbij heeft ter beschikking gestelde ondersteuning, begeleiding en controle nodig. De aanvraag van transmuraal verlof is vertraagd geweest. Ter beschikking gestelde is één keer niet door de interne verlofcommissie gekomen. Door het ministerie is gisteren of eergisteren zijn verlofaanvraag geweigerd. Hij heeft wel toestemming gekregen voor verblijf in zijn huidige appartement en voor uitbreiding van zijn netwerk, maar de minister vindt de stap van verplaatsing naar een woning in Helmond of Venray te groot; volgens de minister is er eerst nog meer stabiliteit nodig. Ik verwacht dat wij wel vier tot zes maanden moeten wachten voordat wij een nieuwe verlofaanvraag kunnen indienen. De behandeling van een aanvraag duurt zes tot acht weken. Het zal dus zo’n vijf tot zeven maanden duren. De doorstroom ligt in de tussentijd stil. Juist de nodige oefenstappen worden uitgesteld, maar we zijn afhankelijk van het ministerie.
Naar het oordeel van de kliniek is enerzijds het verloftoetsingskader te streng, maar schatten de MD- rapporteurs anderzijds de situatie te rooskleurig in.
Ten aanzien van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging kan ik zeggen dat ik het ter beschikking gestelde gun. Niettemin is het nu nog te vroeg om met zekerheid daar iets over te kunnen zeggen. Ter beschikking gestelde doet een groot beroep op controle en ondersteuning. Deze controle en ondersteuning door de kliniek zouden bij beëindiging van de dwangverpleging wegvallen. Begeleiding is noodzakelijk, juist bij een nieuwe fase.
De kliniek stelt voor dat ter beschikking gestelde door bekenden begeleid wordt. Geleidelijk aan kunnen dan de mogelijkheden van proefverlof worden bekeken. De kliniek ziet het liefst dat ter beschikking gestelde enige tijd transmuraal verlof heeft. Als het goed gaat, is proefverlof dan ook niet noodzakelijk. Mijns inziens is het niet reëel thans een maatregelrapport bij reclassering aan te vragen indien reclassering het standpunt van het ministerie kent, maar er zijn verschillende inzichten.
Als de dwangverpleging weg zou vallen, dan schat de kliniek het recidivegevaar op de middellange tot lange termijn hoog in. Ondersteuning en controle blijven noodzakelijk. Wat met name het vraagpunt is, is hoe het buiten met zijn problematiek gaat. Ter beschikking gestelde is kwetsbaar en heeft een lage zelfwaardering. Ter beschikking gestelde is naar het oordeel van de kliniek vatbaar voor invloeden van buitenaf als hij verder op afstand van de kliniek komt te staan. Juist die invloeden van buitenaf zijn van grote invloed geweest op het indexdelict.
Begeleiding door Mensana zou op korte termijn mogelijk zijn. Ter beschikking gestelde is nog niet aangemeld bij Mensana. Bij GGZ is hij wel aangemeld, maar is men afhankelijk van de woningstichting. Ter beschikking gestelde kan in het kader van een voorwaardelijke beëindiging in een verlofwoning van de kliniek verblijven. De kliniek heeft een aantal RIBW-plaatsen aangewezen gekregen door het ministerie, dit zijn puur verblijfsplekken. In dat geval moet het risicomanagement formeel worden overgedragen aan reclassering. Als reclassering onze inschatting qua woonbegeleiding zou volgen, dan kan dat via Mensana of de kliniek. De kliniek zou de controle dan niet doen, maar we zouden wel ogen in huis hebben en de begeleiding zou door bekenden van terbeschikkinggestelde plaatsvinden. Dat zou de stap naar wegvallen van controle minder groot maken. Dat geldt dan als mogelijk alternatief.