ECLI:NL:RBSHE:2012:BY1313

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01/845130-07
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte met ernstige psychische problemen en gewelddadig gedrag

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 26 oktober 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de verdachte, die is geboren in 1979 en verblijft in een kliniek. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, na een eerdere verlenging door het Gerechtshof Arnhem in 2011. De verdachte is ter beschikking gesteld vanwege ernstige misdrijven, waaronder zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, gezien het recidiverisico en de ernst van de gepleegde feiten.

De beoordeling van de zaak is gebaseerd op verschillende rapporten, waaronder een advies van psychiater dr. J. Lucieer en klinisch psycholoog drs. L. Schaap. De deskundigen hebben aangegeven dat de verdachte lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline kenmerken, wat leidt tot impulsief en gewelddadig gedrag. De behandeling van de verdachte is complex en langdurig, en er is een verhoogd risico op herhaling van gewelddadig gedrag, zowel binnen als buiten de kliniek. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de verklaringen van de verdachte en zijn raadsvrouwe, die hebben aangegeven dat de verdachte gemotiveerd is voor behandeling, maar dat er nog veel werk aan de winkel is.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat, gezien de recente incidenten en de huidige fase van de behandeling, een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar noodzakelijk is voor een adequate behandeling en om de veiligheid van anderen te waarborgen. De beslissing is genomen in het belang van zowel de verdachte als de maatschappij, en de rechtbank heeft zich verenigd met het advies van de deskundigen.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK 's-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/845130-07
Uitspraakdatum: 26 oktober 2012
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1979],
verblijvende in de [Kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 24 september 2008 is betrokkene ter beschikking gesteld zonder bevel tot verpleging van overheidswege, onder een aantal in dat vonnis genoemde voorwaarden. Op 2 november 2009 heeft de rechtbank bevolen dat betrokkene alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van het Gerechtshof te Arnhem van 4 april 2011, met een termijn van twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 30 augustus 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 oktober 2012. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch d.d. 24 september 2008;
- de beslissing van het Gerechtshof Arnhem d.d. 4 april 2011;
- het advies van dr. J. Lucieer, psychiater, directeur behandeling, plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, drs. A.G.S. de Ranitz, psychiater en
drs. L. Schaap, klinisch psycholoog, d.d. 10 augustus 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van zware mishandeling, poging tot zware mishandeling en tweemaal bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het plaatsvervangend hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
Samenvattende beschrijving met betrekking tot het verband tussen stoornis, gevaar, geboden behandeling en de prognose
Bij de heer [verdachte] is sprake van verslavingsproblematiek en een persoonlijkheidsstoornis met zowel antisociale als borderline kenmerken. De persoonlijkheid van de heer [verdachte] wordt gekenmerkt door een basaal gevoel van wantrouwen, gebrekkige empathische vermogens, problemen in het reguleren van afstand/nabijheid in intieme relaties, een gebrekkige spanning- en agressieregulatie en een verhoogde mate van impulsiviteit. De antisociale trekken betreffen vooral het bagatelliseren van eigen misdragingen, een verminderde gewetensfunctie en een gerichtheid op directe behoeftebevrediging. In combinatie met middelengebruik kunnen spanningen in functionele relaties, vooral echter binnen intieme relaties, risicovol zijn, zeker als er gevoelens van onrecht spelen. Impulsief gedrag en ongecontroleerde woede zijn dan te verwachten. Op dit moment wordt het risico op dergelijk gewelddadig gedrag zowel in als buiten de kliniek op korte termijn als matig en op lange termijn als hoog ingeschat. Het risicomanagement van de heer [verdachte] is gericht op verbetering van de impulscontrole, verbetering van de agressieregulatie, het verkrijgen van meer inzicht in het relationeel functioneren, het aanleren van actieve copingvaardigheden en het voorkomen van terugval in middelenmisbruik/-afhankelijkheid. Daarnaast zal in het risicomanagement van de heer [verdachte] aandacht besteed moeten worden aan het vinden van (vrijwilligers)werk, het hebben van een goede dagbesteding, het hebben en behouden van een goed sociaal steunsysteem en het vinden van een passende woonomgeving.
De heer [verdachte] heeft tot eind juni jl. een positieve inzet getoond ten aanzien van de behandeling van de dynamische risicofactoren. Een voortzetting hiervan is echter nog noodzakelijk en het slagen ervan zal onder andere afhangen van de bereidheid van de heer [verdachte] om zich weer in te gaan zetten voor zijn behandeling. Naast voortzetting van de behandeling van de dynamische risicofactoren, zal in de vervolgbehandeling gerichte aandacht besteed moeten worden aan het inzetten van de beschermende factoren, zoals het volgen van een opleiding, werk, het opbouwen van een sociaal steunsysteem en het zoeken van een passende woonvorm in de toekomst. Op de lange termijn is de heer [verdachte] overgeplaatst naar een transmurale woonvoorziening met afgestemde begeleiding en toezicht. Het niveau van toezicht hangt mede samen met de voortgang van de behandeling.
Prognose in relatie tot de geclassificeerde stoornis
De behandeling van de persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline trekken en de hiermee samenhangende risicofactoren is bewerkelijk en vaak langdurig. Persoonlijkheidsproblemen betreffen vooral patronen van denken, voelen en handelen die in de loop der jaren als het ware geautomatiseerd zijn. Bij de heer [verdachte] staan zijn gebrekkige spanning- en agressieregulatie en zijn impulsiviteit op de voorgrond. Zijn basaal gevoel van wantrouwen ten opzichte van anderen vormt een complicerende factor in het opbouwen van een (therapeutische) relatie van waaruit de bovengenoemde risicofactoren behandeld kunnen worden. Op dit moment is hij nog grotendeels afhankelijk van externe regulering van zijn spanningen, frustraties en agressie. Het zelf actief gebruiken van zijn RIMAP op momenten dat de spanningen oplopen is een vereiste om toename van vrijheden in het risicomanagement op te bouwen. Voor wat betreft het middelengebruik kan gesteld worden dat blijvende controle en toezicht op middelengebruik, ook voor de lange termijn, aangewezen is. Wij adviseren de maatregel met twee jaar te verlengen.
In de wettelijke aantekeningen van het tweede en derde kwartaal van 2012 wordt melding gemaakt van een aantal (gewelddadige) incidenten, waaronder door ter beschikking gestelde geuite bedreigingen richting groepsgenoten en personeel.
De ter beschikking gestelde heeft verklaard, zakelijk weergegeven:
Het gaat nu wel redelijk. Ik heb een mindere periode gehad. De behandeling duurde lang en afspraken werden niet nagekomen. Ik ben drie maanden lang aan het lijntje gehouden. De spanning is daardoor bij mij toegenomen. Ik heb onenigheid gehad met een groepsgenoot. Ik heb toen een gesprek met mevrouw Schaap gekregen. Mijn verlof zou toen opnieuw worden bekeken. Het beschreven verloop van de behandeling klopt niet. Het klopt wel dat ik niet heb meegewerkt aan urinecontroles en dat ik om overplaatsing heb gevraagd; dat verzoek tot overplaatsing is afgewezen. Momenteel loopt er geen verzoek tot overplaatsing. Ik zit nu al twee jaar bij [kliniek]. Ik ben pas enkele maanden geleden begonnen met agressieregulatietherapie. Daar ben ik uit gezet, omdat ik teveel sessies had gemist. Nu moet ik een impulscontroletherapie gaan doen. Ik weet nog niet wanneer. Er zijn sinds het incident in augustus 2012 geen incidenten meer geweest. Wat betreft de omgang met anderen kan ik zeggen dat het de laatste tijd wel redelijk gaat. Ik heb laatst wel een jointje gerookt. Ik vind dat niet zo erg. Drugsgebruik had ook niets te maken met de feiten waarvoor ik veroordeeld ben. Het liefst ga ik vandaag naar huis, maar ik besef ook wel dat er nog wat te halen valt.
De deskundige mevrouw drs. L. Schaap, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Sinds het laatste incident in augustus 2012 is er geïnvesteerd in contacten met ter beschikking gestelde. Er is wel één en ander verbeterd, er zit zeker weer wat muziek in. Risicomanagement en behandeling op de afdeling zijn belangrijk. Ter beschikking gestelde heeft te maken met groepsgenoten en is soms verwikkeld in conflicten. Met name de lastige situaties zijn belangrijk. Het opnieuw aanvragen van verlof is momenteel niet aan de orde. Drie maanden na het laatste incident wordt opnieuw bekeken of er een nieuwe verlofaanvraag zal worden gedaan. Idealiter duurt een aanvraag vier tot zes weken. In het geval van ter beschikking gestelde moet ik zeggen dat het inderdaad lang duurde. Niettemin was de wijze waarop hij daarmee omging niet goed. Afhankelijk van de inzet van ter beschikking gestelde en van de vordering in het zorgtraject worden aanvragen zo snel mogelijk afgehandeld. Momenteel vind ik het moeilijk om te voorspellen wanneer een verlofaanvraag opnieuw zal worden behandeld. De reden dat de verlofaanvraag zo lang duurde was gelegen in interne strubbelingen maar ook de spanningen die ter beschikking gestelde oploopt en de wijze waarop hij daarmee omgaat. Op basis van de risicotaxatie bestaat er nog steeds een matig tot hoog recidiverisico. De beschermende factoren hebben nog geen aandacht gekregen en de agressieregulatie en impulscontrole zijn bij ter beschikking gestelde nog steeds onvoldoende aanwezig, helemaal in combinatie met middelengebruik.
De officier van justitie heeft aangevoerd, zakelijk weergegeven:
In het rapport zijn verschillende risicofactoren benoemd. Het komt bij ter beschikking gestelde nog wel eens tot een gewelddadige uitbarsting, zoals wel is aangetoond. Ik acht het recidiverisico hoog. De behandeling en het aanpakken van problemen is nog in volle gang. Ter beschikking gestelde verklaart vandaag zelf ook dat er nog wat te halen valt. Ik persisteer bij de vordering.
De raadsvrouwe van de ter beschikking gestelde heeft aangevoerd, zakelijk weergegeven:
Mijn cliënt is gemotiveerd om de behandeling te ondergaan en begrijpt ook dat er nog tijd nodig is om de behandeling af te ronden. Ik refereer mij aan uw oordeel.
Ter beschikking gestelde heeft in zijn slotwoord nog aangevoerd dat hij een vriendin heeft en liever wil dat de ter beschikking stelling slechts voor een jaar wordt verlengd.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande en gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank stelt vast dat er in het recente verleden sprake is geweest van geweldsuitbarstingen en verschillende overtredingen die door ter beschikking gestelde zijn begaan. Gelet op de voorgevallen incidenten en de fase waarin de behandeling zich nu bevindt, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met verlenging met één jaar, zoals door ter beschikking gestelde verzocht; voor een adequate behandeling en in verband met het recidiverisico is naar het oordeel van de rechtbank een verlenging met twee jaar noodzakelijk.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [verdachte] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. E.M.J. Raeijmaekers, voorzitter,
mr. C.B.M. Bruens en mr. M. Senden, leden,
in tegenwoordigheid van mr. F. van der Weele, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 oktober 2012.